Discussiestuk: Mijn reis naar Hovaméka
Moderator: Moderators
- Frederique_
- Forum Junkie
- Berichten: 4825
- Lid geworden op: do apr 01, 2004 19:44
- Locatie: Amstelhoek (20km van Amsterdam)
- Contacteer:
Discussiestuk: Mijn reis naar Hovaméka
Het weer was deze zomer niet zo fantastisch - en daarom ben ik in juli toch maar naar het reisbureau gegaan. Het zou iets cultureels worden. En het liefst naar een zonnig land - want die regen was ik zat. Het meisje achter de bali vroeg "Bent u misschien transseksueel?". Ik maar weer uitleggen dat ik "transgender" was. Ze glimlachte: "Dat dacht ik al toen ik u binnen zag komen. Ik heb wat leuks voor u!" en ze kwam aanzetten met een klein foldertje van een reisorganisatie waar ik nog nooit van gehoord had: het heette GenderTravel. En inderdaad, zoals ik al verwachtte, in het boekje stonden de bekende uitstapjes naar reservaten waarin zowel mannen als vrouwen als mensen-daar-tussenin woonden. Het leek mij teveel op "aapjes kijken": leuk voor toeristen om foto's van te schieten, voor de serieuzere reiziger heerlijk om bij weg te dromen. En natuurlijk is het ook mooi om te zien hoe het kan zijn om niet alleen mannen en vrouwen maar ook transgenders in een maatschappij te hebben, maar daar blijft het dan ook bij.
Een van de reizen leek echter iets anders te bieden: een studiereis naar Hovaméka. Hovaméka is een klein eilandje in de buurt van Australië, waar nauwelijks toeristen komen - ze zijn er namelijk verboden. Men wil niet dat de inwoners zich te veel aanpassen aan andere culturen. En omgekeerd mag het ook geen vakantieparadijs worden voor transgendere mensen uit de rest van de wereld.
Om de eigen cultuur te beschermen golden er nogal wat bijzondere regels. Tijdens de reis (in totaal 18 uur vliegen) zouden we een documentaire over Hovaméka zien. Deze documentaire zou drie keer vertoond worden. Bij aankomst in de hoofdstad zouden we zowel in een schriftelijk als in een mondeling examen overhoord worden: wie zakte werd direkt doorgevlogen naar Australië. We zouden geen eigen kleren in onze bagage mogen meenemen, dat zou later geregeld worden. De reden is simpel: in Hovaméka eist men dat je dicht bij jezelf leeft - en dat kan in hun ogen niet met kleren die zich sterk aanpassen aan de westerse cultuur. Ik vond het nogal raar - en streng. Maar ik had het er graag voor over. Want waar we in Europa nog wel eens dromen over een gender-vrij bestaan had men het daar ingevoerd. Zo streng als men voor ons als buitenstaanders was, zo vrij leefde men onderling. Dat moest ik zien!
De reis was bijzonder. In Schiphol werd onze bagage al gecontroleerd door een Hovamékiaan, waarbij twee mensen in onze groep streng toegesproken werden: ook onderbroeken, oorbellen en zonnebrillen gelden er als kledingstuk. Dat hadden we kunnen lezen! Nog zo'n grap en we kwamen het land niet in!
Nu, zoveel is duidelijk, erg vriendelijk voor buitenlanders zijn ze niet. Dat veranderde gelukkig wel wat in het vliegtuig. Al tijdens het taxiën van de grote Boing 747 (een beetje veel te groot voor de 25 man die naar Hovaméka vlogen, dacht ik nog?) werd de documentaire aangezet. Hovaméka bleek gesticht te zijn door een Nederlander die nogal snel praatte en die nogal utopische denkbeelden had. Hij had het vaak over "houden van mekaar" als ideaalbeeld. De lokale inwoners vonden dat een mooi principe en omdat ze hem ook op andere manieren volgden (en de è-klank in die streken nogal zeldzaam is) werd het al snel Hovaméka. Het idee was dat het houden van mekaar belangrijker was dan onderlinge voortplanting. Om van een ander te kunnen houden moet je eerst van jezelf kunnen houden. En om van jezelf te kunnen houden zul je eerst het lichaam moeten hebben dat het beste bij je past.
We hadden ons tijdens de film al verbaasd over de manier waarop men zich daar uit: men kent er wat wij vrouwen noemen, wat wij mannen noemen, wat wij vrouwen-met-een-baard noemen, wat wij mannen-met-borsten noemen... Iemand die er als man uitziet kan net zo goed een vagina hebben als iemand die er als vrouw uitziet een penis. En natuurlijk (?) bestaan er ook "gewone mannen en vrouwen" die alle lichaamsdelen hebben die wij westerlingen verwachten.
Hoewel dit in onze oren heel onoverzichtelijk klinkt heeft men het taalkundig heel simpel opgelost: men heeft alle verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke woorden weggepoetst. Iedereen is "jij" en ook dat is even wennen: "Hé, jij-die-me-wat-brengt, ik wil graag een biertje" wordt bij ons misschien als onbeleefd ervaren, maar in die taal is er geen ander woord voor "ober" of "serveerster", men vindt het daar dus heel gewoon.
We werden naar een ander deel van het vliegtuig geleid en daar moesten we vragenlijsten invullen over ons gender. Of we wel eens met speelgoed van het tegenovergestelde gender gespeeld hadden. Of we wel eens ge-crossdressed hadden. Hoe we over homo's denken. En over geslachtsaanpassingen. En over gedeeltelijke geslachtsaanpassingen. Hoe we ons voelden in ons mannen- of vrouwenlichaam. We moesten onszelf tekenen met de geslachtskenmerken waar wij ons naar verwachting het beste mee zouden voelen.
Vervolgens kwamen we in een deel van het vliegtuig met veel speelgoed. Mannen werden verplicht met meisjesspeelgoed te spelen - en omgekeerd. Het was raar om als volwassene na zoveel jaar verplicht met speelgoed te moeten spelen. En dan ook nog eens met speelgoed van het andere geslacht...
Daarna kwamen we in een groot magazijn met allerlei kleren. Maar voor we die aan moesten trekken werd aan vrouwen die aangegeven hadden graag een penis te willen eerst een voorbinddildo gegeven. Mannen wiens zelfbeeld meer met borsten was kregen plakborsten. Dit leidde bij sommigen tot wat zenuwachtige hilariteit, maar na wat strenge blikken van de Hovamékiaan die ons begeleidde hield dit snel op. Iedereen wou tenslotte graag dit bijzondere land zien - en niemand zat er op te wachten om doorgestuurd te worden naar Australië...
Het was tijd om de documentaire voor de tweede keer te zien. Ik begon al meer woorden te leren van het Hovamékiaans. Het jij-en begon te wennen en we hebben als Nederlanders het voordeel dat de taal sterk op de onze lijkt: een conducteur is in het Hovamékiaans "jij-die-mijn-kaartje-knipt". Een schoolheidsspecialist "jij-die-me-mooimaakt". En een schoolmeester een "jij-die-me-iets-leert". Termen als "jongens" en "meisjes" kent men niet en zowel kinderen als volwassenen noemt men "jij's". De documentaire vertelde dat dit gendertechnisch genomen niet strikt nodig was, maar het paste beter bij de rest van de taal...
Na drie uur begon het invullen van vragenlijsten opnieuw. Veel vragen waren hetzelfde, maar dan net even iets anders gesteld. Er kwam nu ook een psycholoog aan te pas die ons doorvroeg op ons zelfbeeld: bevielen de plakborsten en de voorbind-dildo's? Of wilden we het anders? Wilden we overtollig haar wegscheren - of wilden we met plakhaar het haar juist accentueren? Wilden we pillen om in een hogere of lagere toonsoort te praten? Ik begon het te begrijpen: die drie uur durende documentaire met veel verhalen van inwoners was ook bedoeld om te kijken of we wel de juiste keuzes maakten over onze eigen presentatie. En inderdaad, nadat we vrij met al het speelgoed mochten spelen dat er was (we hadden nu zelf tenslotte ook een ratje-toe aan genders) moesten we opnieuw naar het magazijn en mochten we, als we dat wilden, ons gender opnieuw veranderen en kleren zoeken die beter bij onszelf pasten.
Ik zag er erg tegenop om die lange documentaire voor de derde keer te moeten zien - en ik was daar niet de enige in. Men voelde dit haarfijn aan - en besloot ons een proefexamen te laten maken. Ook dat ging anders dan ik dacht. Ik had verwacht een simpel lijstje met meerkeuzevragen over de documentaire te krijgen. In plaats daarvan moesten we een opstel in het Hovamékiaans schrijven over hoe het leven er in Nederland uitzag en hoe gender daar een rol in speelde. Er mocht geen enkel niet-Hovamékiaans woord in voorkomen. Dat was natuurlijk kei-moeilijk. Probeer maar eens in een taal waarin woorden als "jongen", "meisje", "man" en "vrouw" niet bestaan te beschrijven dat jongens geen roze kleren aantrekken (behalve als ze homo zijn - waarbij het woord homo niet bestaat en je dus homofilie moet beschrijven). Ik heb er iets van gemaakt dat leek op: "In Nederland dragen jij-sjes met een penis zelden roze kleren. Die kleren worden in Nederland voornamelijk gedragen door jij-sjes met een vagina. Een uitzondering hierop is als jij-sjes met een penis verliefd worden op andere jij-sjes met een penis, in dat geval geven deze jij-sjes met een roze T-shirt aan dat ze vallen op andere jij-sjes met een penis". Na een korte tijd waarin men mijn opstel nakeek moest ik opnieuw bij de psycholoog (in het Hovamékiaans: een "jij-die-mijn-psyche-bekijkt") komen. De Hovamékiaan snapte het opstel niet:
- wat nu als een jij met een vagina op een jij met een penis valt, draagt die eerste jij dan ook een roze T-shirt?
- Ehm... Ja, soms... stotterde ik.
- En als een jij met een vagina op een andere jij met een vagina valt, dragen die jij's dan ook roze T-shirts?
- Ehm... Ja, soms...
- En geven ze daar dan mee aan dat ze -wat jullie "lesbisch" noemen- zijn?
- Ehm... Ja, soms...
- Maar dan heeft dat hele circus met al die roze T-shirts toch geen zin?
- Ehm...
Ik kwam er achter dat onze samenleving moeilijker uit te leggen valt dan ik hem dagelijks ervaar... Daarom heb ik de film toch nog maar eens bekeken...
Na de film duurde het nog een uur of vier voordat we zouden landen. En ja hoor, daar kwamen de vragenlijsten, de jij-die-mijn-psyche-bekijkt kwam ook weer langs: we moesten nu echt wel weten hoe we onszelf de komende drie weken gingen presenteren. Het speelgoed sloegen we deze keer over en bij de kleren mochten we kleren voor drie weken uitzoeken. Ik merkte dat veel "mannen" al beter bij de "vrouwenkleren" durfden te kijken dan de eerste keer dat we deze opdracht kregen en een van hen durfde het zelfs aan om in een rok rond te blijven lopen. De borsten liet hij deze keer liggen. Je zag aan hem dat het hem vrolijk maakte. Het valt me telkens weer op hoe te strakke genders mensen kan beknellen...
Na het uitzoeken van de kleren werden we naar een zaal met boeken gebracht: we mochten een leesboek en een tijdschrift uitzoeken voor de rest van de reis. De meesten van ons hebben nauwelijks iets gelezen en ook ik was doodop: het was inmiddels 15 uur nadat we uit Schiphol vertrokken waren en we wilden maar één ding: slapen. Dat kon ook: in het vliegtuig was een slaapzaal met bedden opgesteld met allemaal egale kleuren dekbedovertrekken. De meeste mensen pakten het dichtst bij zijnde bed en waren zo vertrokken.
Toen we wakker werden waren we in Hovaméka. Bij de douane keek een jij-die-mijn-koffiers-controleert (je went opvallend snel aan het nieuwe taalgebruik!) naar de inhoud van de koffer. De boeken werden bekeken en vergeleken met het uiterlijk. Er waren twee mensen die eruit gepikt werden, zij hebben nogmaals doorgesproken waarom ze boeken kiezen die -voor ons Nederlandse gevoel- bij hun geboortegeslacht horen. Ook werd bij hen het opstel nog eens doorgesproken. Een van hen is uiteindelijk doorgestuurd naar Australië. Ze was helemaal in tranen: wat naast de keuze van het boek en het tijdschrift de doorslag gegeven had was dat ze in het vliegtuig in een bed met een roze dekbed was gaan slapen. Ze had er verschrikkelijk naar verlangd om even weer "vanzelfsprekend vrouw" te mogen zijn... Die reden was niet geaccepteerd: in Hovaméka kende men geen "vanzelfsprekende vrouwen" - en daarom moest ze door naar Australië.
In het vliegtuig hadden we als groep al kort kennis met elkaar gemaakt. Dat bleek verspilde moeite te zijn: voor de luchthaven stonden 24 taxi's klaar, met daarin voor iedereen een persoonlijke jij-die-me-begeleidt. Men hoefde ons niet uit te leggen waarom dit was: in de film waren we genoeg gedrilld dat men bang was voor allerlei vreemde invloeden van buiten - en het uit elkaar trekken van ons westerlingen was een goede manier om ons meer aan te laten passen aan de plaatselijke cultuur.
De eerste dag liet men mij het onderwijsstelsel zien. Jij-die-ons-wat-gaat-leren bleek niet alleen Hovamékiaans en rekenen aan te leren, maar ook het spelen met gender gebeurde hier dagelijks. Vrouwen en mannenspeelgoed kende men niet en men zorgde ervoor dat in het eerste jaar op de lagere school iedere jij met alle speelgoed moest leren spelen om er zo voor te zorgen dat iedereen zowel jij-die-het-land-verdedigt als jij-die-anderen-verpleegt leert spelen. De daaropvolgende jaren was men vrij om met alle speelgoed te spelen dat men wil.
Men moest ook wekelijks invullen met welke lichaamsdelen men die week zou willen rondlopen. De vragenlijsten kwamen me bekend voor: het waren dezelfde lijsten en opdrachten als die we in het vliegtuig meerdere keren beantwoord hadden. De jij-die-me-begeleidt legde me uit dat dit op de lagere school nog niet zo'n probleem is: de meeste jij's vulden wekelijks dezelfde lichaamsdelen in als die ze al hadden. Een enkeling liep dagelijks met een voorbind-dildo. En omdat zowel jongens als meisjes in dezelfde kleren liepen (ik heb veel jongens in een rokje of jurkje gezien) en borsten ook bij biologische vrouwen pas later groeien leverde dit verder weinig probleem op. Een enkele jij wou graag een vagina terwijl die een penis had - maar deze verandering mag ook hier pas op het 18e levensjaar.
's Middags gingen we naar de middelbare school, waar ik inderdaad alle vormen te zien kreeg die ook in de documentaire al te zien waren: jongens met borsten, meisjes met baardgroei, alle mogelijke combinaties van lichaamskenmerken waren er te zien. De jij legde het me uit: voordat je echt kunt kiezen wat bij je past zul je eerst moeten weten wat je kiest - of wat je afwijst. En net als bij het speelgoed op de lagere school bij het oefenen van rolpatronen wordt iedere jij op de middelbare school gemotiveerd om te "spelen met gender". En het resultaat is vaker dan in het westen een compromis tussen de extremen "man" en "vrouw".
De jij-die-me-begeleidt legde verder uit dat men toch wel voorzichtig was met hormonen: pas als iemand twee jaar lang dagelijks met plakborsten rondliep werd men er op gewezen dat er ook een structurelere oplossing in de vorm van hormonen was. Hetzelfde geldt voor baarden: als die niet natuurlijk groeiden zorgde men er met kunsthaar voor dat het gezicht en de armen of benen behaard werden en pas na twee jaar consequent gebruik bood men aan dat zoiemand ook hormonen zou mogen gebruiken. Ook met geslachtsoperaties of operaties om borsten te verwijderen was men niet zo scheutig: pas met 18 jaar komt iemand daarvoor in aanmerking, ook hier pas na het jarenlang aangegeven hebben van deze wens via de wekelijkse formulieren en de regelmatige gesprekken met een jij-die-mijn-psyche-bekijkt.
We kwamen bij het gymlokaal. Er was, ondanks al die verschillen tussen lichamen, toch maar één kleedkamer voor alle jij's. Ik vroeg of er in die kleedkamers wel eens "gekke dingen" gebeurden tussen jij's met een penis en jij's met een vagina. De jij-die-me-begeleidt zei dat dit heel erg meeviel: iedere jij was al vanaf de eerste jeugd gewend aan die situatie - en bovendien kleedde de jij-die-ons-wat-gaat-leren zich ook om in dezelfde kleedkamer...
Het duizelde me. Al die verschillende vormen van gender - en het volstrekt normaal zijn van al die lichaamskenmerken door elkaar. Aan de ene kant meer vrijheid om te kiezen voor dingen die beter bij je passen, maar daar toch een vorm van dwang om over dit soort zaken na te denken. Als gender net zo normaal is als eten en drinken - is het dan ook niet net zo normaal om kinderen te dwingen om gender te onderzoeken zoals we ze ook leren hun smaak te onderzoeken? Of is gender toch iets anders en moet dit subtieler worden aangepakt? Eigenlijk heb ik er geen antwoord op...
Het was inmiddels tijd om terug te gaan naar het hotel. Nadat ik mijn dagverslag had bijgewerkt heb ik nog even televisie gekeken. Het bleek dat de samenleving daar er niet echt veel vriendelijker was dan die bij ons. Er gebeurden ook ongelukken, moorden en er was ook daar een politicus die schreeuwde dat werkelijk ook de laatste buitenlander het land uit moest. Ik hoopte wel stilletjes dat ze daar nog een paar weken mee zouden wachten... Verder waren er ook hier seksfilms op TV te zien, waarbij alle lichaamsdelen van het scherm af sprongen. In tegenstelling tot de westerse films kwamen hier wel relatief veel jij's met een penis in voor en lag de nadruk misschien wel iets minder op billen en borsten dan bij ons. Tja, jij's zijn en blijven ook mensen...
De volgende dag kwam mijn jij-die-me-begeleidt me weer ophalen. Ik stelde een vraag die me al een tijdje op de lippen lag: in Nederland kun je aan iemands buitenkant goed zien of iemand een penis of een vagina heeft. In Hovaméka is dat veel minder zichtbaar: hoe weet een jij met een penis of een andere jij een vagina heeft? Mijn jij-die-me-begeleidt begon te grinniken... "Waarom zou een jij met een penis dat vóór het huwelijk al willen weten?" vroeg de jij spottend.
De jij legde het mij uit. Als twee jij's op elkaar vallen dan is de vraag niet, zoals in het westen, of beide partners verschillende lichaamsdelen hebben zodat ze zich kunnen voortplanten, nee, de vraag is: houden die twee jij's van elkaar. En als ze van elkaar houden en ze wonen langer dan een jaar bij elkaar dan hebben ze recht op kinderen. Als men dit zelf kan regelen omdat de geslachtsdelen tegenovergesteld zijn dan regelt men dat zelf. Het te vroeg kinderen krijgen vindt men niet in het belang van het kind: het is dan te onzeker of de partners genoeg van elkaar houden om het kind in een harmonische omgeving op te voeden - er staat een zware boete op het te vroeg kinderen krijgen. Als het kinderen krijgen niet lukt omdat men onvruchtbaar is of de lichaamsdelen passen niet bij elkaar dan helpt de staat hierbij met een oplossing via IVF of met het regelen van adoptie.
De jij-die-me-begeleidt zei "jullie westerlingen zijn sterk geobsideerd door het uiterlijk - wij hebben meer aandacht voor het innerlijk". Ik keek hem niet begrijpend aan. Op het eerste gezicht leek het andersom: hier was toch alles mogelijk met uiterlijk en mensen werden toch actief gemotiveerd om hier over na te denken? Wie was er nu geobsideerd? "Ik bedoel meer dat jullie elkaar heel sterk aanspreken op het afwijken van een bepaald 'standaard-uiterlijk', terwijl wij meer letten op elkaars innerlijk". Ja, dat klopte wel...
De jij nam me mee naar een bejaardentehuis. "Wat valt je op?". Ik keek rond - en zag naast oudere jij's ook veel jongere jij's. Het zag er allemaal heel gezellig uit! Ik zei "veel jij's komen hun ouders bezoeken! Wat goed!". Het bleek toch iets anders te liggen. "Net als bij jullie wordt in bedrijven en fabrieken hard gewerkt. Maar voor sommige jij's gaat dat te snel. Bij jullie worden ze dan ziek - en als ze ziek zijn worden ze gedwongen om weer naar hetzelfde werk te gaan. Dat leidt tot nog zwaardere ziektes en jij's die thuis in de WAO zitten. Bij ons werkt dit anders. Wij kijken consequent wat jij's leuk vinden. En bij datgene wat jij's leuk vinden zoeken we een opleiding en zoeken we werk. Job-hoppen doet iedereen hier - vrijwel niemand zit langer dan 10 jaar op dezelfde functie of bij hetzelfde bedrijf. Jullie hebben in het vliegtuig vragenlijsten ingevuld over gender, soortgelijke vragenlijsten kennen we hier ook om te bepalen wat jij's leuk vinden. We dwingen jij's daardoor elk jaar om na te denken over de richting waarin ze zich willen ontwikkelen en over` wat ze nog meer willen doen in hun leven, waardoor jij's hun werk leuk blijven vinden en de werkdruk die er is beter aankunnen.
Dat werkt in de praktijk redelijk, maar ook dat is voor een bepaalde groep jij's geen oplossing. Ook wij kennen 40'ers die geen werk meer willen doen - en die verplichten we hier om in het bejaardentehuis te wonen. Veel jij's zien dat als schrikbeeld en die denken daardoor eerder na over ander werk. Andere jij's leggen zich bij deze maatregelen neer en bloeien dan soms ineens op - en komen er dan achter dat ze elke dag gezellig met elkaar kunnen keuvelen. Totdat blijkt dat alle onderwerpen op zijn - en als ze dan een jaar later weer een vragenlijst over werk moeten invullen dan gaan ze ineens iets anders doen, meestal in de verpleging of in de zorg. Of ze worden, zoals ik, een jij-die-een-ander-begeleid..."
Ik vind het allemaal maar raar... Jij's worden verplicht om vragenlijsten over gender en persoonlijke voorkeuren in te vullen en met gender te spelen, een staat die bemiddelt bij geboorte via IVF en adoptie, boete bij te vroeg kinderen krijgen, jij's die gedwongen worden te verhuizen naar een bejaardentehuis... Heeft de staat niet een te grote vinger in de pap? "Welnee", antwoordt mijn jij. "De staat werkt hier anders dan bij jullie. Bij jullie betekent staat ook bureaucratische rompslomp. Dat is hier niet zo: doordat we jij's telkens dwingen om na te denken over wat ze leuk en interessant vinden maken ze betere keuzes, leven ze prettiger en houden ze het langer vol. En met de juiste jij op de juiste plek werkt onze samenleving beter..."
Ineens zie ik op straat een jij met een baard in een mintgroen mantelpakje rondlopen. Met veel te grote, behaarde armen en benen. Ik stoot mijn jij-die-me-begeleidt aan: vinden jullie dit nu mooi? De jij wordt triest. "Jammer, ik dacht dat jij anders was. Maar nu moet ik ook jou op het vliegtuig zetten... Het gaat namelijk niet om wat een buitenstaander mooi vindt, het gaat om wat die jij zelf mooi vindt. En als we hier iets niet willen accepteren dan is het dat iemand twijfels heeft over een anders uiterlijk..."
Om een kort verhaal kort te houden: ik stond binnen twee uur op het vliegtuig. En via Australië ben ik teruggereisd. Jammer van die ene opmerking: die had ik beter in kunnen slikken. Ik had het ook kunnen weten: in de documentaire was het meerdere keren genoemd. Aan de andere kant geeft het ook wel het nadeel van Hovaméka aan: vrijheid van gender gaat ook daar schijnbaar niet vanzelf - er is veel bureaucratie en er zijn veel aanvullende regeltjes voor nodig. Dat is jammer, want totale vrijheid van gender is een mooi principe dat het waard is om verder uit te werken.
Dit verhaal is geschreven ter gelegenheid van de schrijfwedstrijd van het Transfusionfestival
Een van de reizen leek echter iets anders te bieden: een studiereis naar Hovaméka. Hovaméka is een klein eilandje in de buurt van Australië, waar nauwelijks toeristen komen - ze zijn er namelijk verboden. Men wil niet dat de inwoners zich te veel aanpassen aan andere culturen. En omgekeerd mag het ook geen vakantieparadijs worden voor transgendere mensen uit de rest van de wereld.
Om de eigen cultuur te beschermen golden er nogal wat bijzondere regels. Tijdens de reis (in totaal 18 uur vliegen) zouden we een documentaire over Hovaméka zien. Deze documentaire zou drie keer vertoond worden. Bij aankomst in de hoofdstad zouden we zowel in een schriftelijk als in een mondeling examen overhoord worden: wie zakte werd direkt doorgevlogen naar Australië. We zouden geen eigen kleren in onze bagage mogen meenemen, dat zou later geregeld worden. De reden is simpel: in Hovaméka eist men dat je dicht bij jezelf leeft - en dat kan in hun ogen niet met kleren die zich sterk aanpassen aan de westerse cultuur. Ik vond het nogal raar - en streng. Maar ik had het er graag voor over. Want waar we in Europa nog wel eens dromen over een gender-vrij bestaan had men het daar ingevoerd. Zo streng als men voor ons als buitenstaanders was, zo vrij leefde men onderling. Dat moest ik zien!
De reis was bijzonder. In Schiphol werd onze bagage al gecontroleerd door een Hovamékiaan, waarbij twee mensen in onze groep streng toegesproken werden: ook onderbroeken, oorbellen en zonnebrillen gelden er als kledingstuk. Dat hadden we kunnen lezen! Nog zo'n grap en we kwamen het land niet in!
Nu, zoveel is duidelijk, erg vriendelijk voor buitenlanders zijn ze niet. Dat veranderde gelukkig wel wat in het vliegtuig. Al tijdens het taxiën van de grote Boing 747 (een beetje veel te groot voor de 25 man die naar Hovaméka vlogen, dacht ik nog?) werd de documentaire aangezet. Hovaméka bleek gesticht te zijn door een Nederlander die nogal snel praatte en die nogal utopische denkbeelden had. Hij had het vaak over "houden van mekaar" als ideaalbeeld. De lokale inwoners vonden dat een mooi principe en omdat ze hem ook op andere manieren volgden (en de è-klank in die streken nogal zeldzaam is) werd het al snel Hovaméka. Het idee was dat het houden van mekaar belangrijker was dan onderlinge voortplanting. Om van een ander te kunnen houden moet je eerst van jezelf kunnen houden. En om van jezelf te kunnen houden zul je eerst het lichaam moeten hebben dat het beste bij je past.
We hadden ons tijdens de film al verbaasd over de manier waarop men zich daar uit: men kent er wat wij vrouwen noemen, wat wij mannen noemen, wat wij vrouwen-met-een-baard noemen, wat wij mannen-met-borsten noemen... Iemand die er als man uitziet kan net zo goed een vagina hebben als iemand die er als vrouw uitziet een penis. En natuurlijk (?) bestaan er ook "gewone mannen en vrouwen" die alle lichaamsdelen hebben die wij westerlingen verwachten.
Hoewel dit in onze oren heel onoverzichtelijk klinkt heeft men het taalkundig heel simpel opgelost: men heeft alle verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke woorden weggepoetst. Iedereen is "jij" en ook dat is even wennen: "Hé, jij-die-me-wat-brengt, ik wil graag een biertje" wordt bij ons misschien als onbeleefd ervaren, maar in die taal is er geen ander woord voor "ober" of "serveerster", men vindt het daar dus heel gewoon.
We werden naar een ander deel van het vliegtuig geleid en daar moesten we vragenlijsten invullen over ons gender. Of we wel eens met speelgoed van het tegenovergestelde gender gespeeld hadden. Of we wel eens ge-crossdressed hadden. Hoe we over homo's denken. En over geslachtsaanpassingen. En over gedeeltelijke geslachtsaanpassingen. Hoe we ons voelden in ons mannen- of vrouwenlichaam. We moesten onszelf tekenen met de geslachtskenmerken waar wij ons naar verwachting het beste mee zouden voelen.
Vervolgens kwamen we in een deel van het vliegtuig met veel speelgoed. Mannen werden verplicht met meisjesspeelgoed te spelen - en omgekeerd. Het was raar om als volwassene na zoveel jaar verplicht met speelgoed te moeten spelen. En dan ook nog eens met speelgoed van het andere geslacht...
Daarna kwamen we in een groot magazijn met allerlei kleren. Maar voor we die aan moesten trekken werd aan vrouwen die aangegeven hadden graag een penis te willen eerst een voorbinddildo gegeven. Mannen wiens zelfbeeld meer met borsten was kregen plakborsten. Dit leidde bij sommigen tot wat zenuwachtige hilariteit, maar na wat strenge blikken van de Hovamékiaan die ons begeleidde hield dit snel op. Iedereen wou tenslotte graag dit bijzondere land zien - en niemand zat er op te wachten om doorgestuurd te worden naar Australië...
Het was tijd om de documentaire voor de tweede keer te zien. Ik begon al meer woorden te leren van het Hovamékiaans. Het jij-en begon te wennen en we hebben als Nederlanders het voordeel dat de taal sterk op de onze lijkt: een conducteur is in het Hovamékiaans "jij-die-mijn-kaartje-knipt". Een schoolheidsspecialist "jij-die-me-mooimaakt". En een schoolmeester een "jij-die-me-iets-leert". Termen als "jongens" en "meisjes" kent men niet en zowel kinderen als volwassenen noemt men "jij's". De documentaire vertelde dat dit gendertechnisch genomen niet strikt nodig was, maar het paste beter bij de rest van de taal...
Na drie uur begon het invullen van vragenlijsten opnieuw. Veel vragen waren hetzelfde, maar dan net even iets anders gesteld. Er kwam nu ook een psycholoog aan te pas die ons doorvroeg op ons zelfbeeld: bevielen de plakborsten en de voorbind-dildo's? Of wilden we het anders? Wilden we overtollig haar wegscheren - of wilden we met plakhaar het haar juist accentueren? Wilden we pillen om in een hogere of lagere toonsoort te praten? Ik begon het te begrijpen: die drie uur durende documentaire met veel verhalen van inwoners was ook bedoeld om te kijken of we wel de juiste keuzes maakten over onze eigen presentatie. En inderdaad, nadat we vrij met al het speelgoed mochten spelen dat er was (we hadden nu zelf tenslotte ook een ratje-toe aan genders) moesten we opnieuw naar het magazijn en mochten we, als we dat wilden, ons gender opnieuw veranderen en kleren zoeken die beter bij onszelf pasten.
Ik zag er erg tegenop om die lange documentaire voor de derde keer te moeten zien - en ik was daar niet de enige in. Men voelde dit haarfijn aan - en besloot ons een proefexamen te laten maken. Ook dat ging anders dan ik dacht. Ik had verwacht een simpel lijstje met meerkeuzevragen over de documentaire te krijgen. In plaats daarvan moesten we een opstel in het Hovamékiaans schrijven over hoe het leven er in Nederland uitzag en hoe gender daar een rol in speelde. Er mocht geen enkel niet-Hovamékiaans woord in voorkomen. Dat was natuurlijk kei-moeilijk. Probeer maar eens in een taal waarin woorden als "jongen", "meisje", "man" en "vrouw" niet bestaan te beschrijven dat jongens geen roze kleren aantrekken (behalve als ze homo zijn - waarbij het woord homo niet bestaat en je dus homofilie moet beschrijven). Ik heb er iets van gemaakt dat leek op: "In Nederland dragen jij-sjes met een penis zelden roze kleren. Die kleren worden in Nederland voornamelijk gedragen door jij-sjes met een vagina. Een uitzondering hierop is als jij-sjes met een penis verliefd worden op andere jij-sjes met een penis, in dat geval geven deze jij-sjes met een roze T-shirt aan dat ze vallen op andere jij-sjes met een penis". Na een korte tijd waarin men mijn opstel nakeek moest ik opnieuw bij de psycholoog (in het Hovamékiaans: een "jij-die-mijn-psyche-bekijkt") komen. De Hovamékiaan snapte het opstel niet:
- wat nu als een jij met een vagina op een jij met een penis valt, draagt die eerste jij dan ook een roze T-shirt?
- Ehm... Ja, soms... stotterde ik.
- En als een jij met een vagina op een andere jij met een vagina valt, dragen die jij's dan ook roze T-shirts?
- Ehm... Ja, soms...
- En geven ze daar dan mee aan dat ze -wat jullie "lesbisch" noemen- zijn?
- Ehm... Ja, soms...
- Maar dan heeft dat hele circus met al die roze T-shirts toch geen zin?
- Ehm...
Ik kwam er achter dat onze samenleving moeilijker uit te leggen valt dan ik hem dagelijks ervaar... Daarom heb ik de film toch nog maar eens bekeken...
Na de film duurde het nog een uur of vier voordat we zouden landen. En ja hoor, daar kwamen de vragenlijsten, de jij-die-mijn-psyche-bekijkt kwam ook weer langs: we moesten nu echt wel weten hoe we onszelf de komende drie weken gingen presenteren. Het speelgoed sloegen we deze keer over en bij de kleren mochten we kleren voor drie weken uitzoeken. Ik merkte dat veel "mannen" al beter bij de "vrouwenkleren" durfden te kijken dan de eerste keer dat we deze opdracht kregen en een van hen durfde het zelfs aan om in een rok rond te blijven lopen. De borsten liet hij deze keer liggen. Je zag aan hem dat het hem vrolijk maakte. Het valt me telkens weer op hoe te strakke genders mensen kan beknellen...
Na het uitzoeken van de kleren werden we naar een zaal met boeken gebracht: we mochten een leesboek en een tijdschrift uitzoeken voor de rest van de reis. De meesten van ons hebben nauwelijks iets gelezen en ook ik was doodop: het was inmiddels 15 uur nadat we uit Schiphol vertrokken waren en we wilden maar één ding: slapen. Dat kon ook: in het vliegtuig was een slaapzaal met bedden opgesteld met allemaal egale kleuren dekbedovertrekken. De meeste mensen pakten het dichtst bij zijnde bed en waren zo vertrokken.
Toen we wakker werden waren we in Hovaméka. Bij de douane keek een jij-die-mijn-koffiers-controleert (je went opvallend snel aan het nieuwe taalgebruik!) naar de inhoud van de koffer. De boeken werden bekeken en vergeleken met het uiterlijk. Er waren twee mensen die eruit gepikt werden, zij hebben nogmaals doorgesproken waarom ze boeken kiezen die -voor ons Nederlandse gevoel- bij hun geboortegeslacht horen. Ook werd bij hen het opstel nog eens doorgesproken. Een van hen is uiteindelijk doorgestuurd naar Australië. Ze was helemaal in tranen: wat naast de keuze van het boek en het tijdschrift de doorslag gegeven had was dat ze in het vliegtuig in een bed met een roze dekbed was gaan slapen. Ze had er verschrikkelijk naar verlangd om even weer "vanzelfsprekend vrouw" te mogen zijn... Die reden was niet geaccepteerd: in Hovaméka kende men geen "vanzelfsprekende vrouwen" - en daarom moest ze door naar Australië.
In het vliegtuig hadden we als groep al kort kennis met elkaar gemaakt. Dat bleek verspilde moeite te zijn: voor de luchthaven stonden 24 taxi's klaar, met daarin voor iedereen een persoonlijke jij-die-me-begeleidt. Men hoefde ons niet uit te leggen waarom dit was: in de film waren we genoeg gedrilld dat men bang was voor allerlei vreemde invloeden van buiten - en het uit elkaar trekken van ons westerlingen was een goede manier om ons meer aan te laten passen aan de plaatselijke cultuur.
De eerste dag liet men mij het onderwijsstelsel zien. Jij-die-ons-wat-gaat-leren bleek niet alleen Hovamékiaans en rekenen aan te leren, maar ook het spelen met gender gebeurde hier dagelijks. Vrouwen en mannenspeelgoed kende men niet en men zorgde ervoor dat in het eerste jaar op de lagere school iedere jij met alle speelgoed moest leren spelen om er zo voor te zorgen dat iedereen zowel jij-die-het-land-verdedigt als jij-die-anderen-verpleegt leert spelen. De daaropvolgende jaren was men vrij om met alle speelgoed te spelen dat men wil.
Men moest ook wekelijks invullen met welke lichaamsdelen men die week zou willen rondlopen. De vragenlijsten kwamen me bekend voor: het waren dezelfde lijsten en opdrachten als die we in het vliegtuig meerdere keren beantwoord hadden. De jij-die-me-begeleidt legde me uit dat dit op de lagere school nog niet zo'n probleem is: de meeste jij's vulden wekelijks dezelfde lichaamsdelen in als die ze al hadden. Een enkeling liep dagelijks met een voorbind-dildo. En omdat zowel jongens als meisjes in dezelfde kleren liepen (ik heb veel jongens in een rokje of jurkje gezien) en borsten ook bij biologische vrouwen pas later groeien leverde dit verder weinig probleem op. Een enkele jij wou graag een vagina terwijl die een penis had - maar deze verandering mag ook hier pas op het 18e levensjaar.
's Middags gingen we naar de middelbare school, waar ik inderdaad alle vormen te zien kreeg die ook in de documentaire al te zien waren: jongens met borsten, meisjes met baardgroei, alle mogelijke combinaties van lichaamskenmerken waren er te zien. De jij legde het me uit: voordat je echt kunt kiezen wat bij je past zul je eerst moeten weten wat je kiest - of wat je afwijst. En net als bij het speelgoed op de lagere school bij het oefenen van rolpatronen wordt iedere jij op de middelbare school gemotiveerd om te "spelen met gender". En het resultaat is vaker dan in het westen een compromis tussen de extremen "man" en "vrouw".
De jij-die-me-begeleidt legde verder uit dat men toch wel voorzichtig was met hormonen: pas als iemand twee jaar lang dagelijks met plakborsten rondliep werd men er op gewezen dat er ook een structurelere oplossing in de vorm van hormonen was. Hetzelfde geldt voor baarden: als die niet natuurlijk groeiden zorgde men er met kunsthaar voor dat het gezicht en de armen of benen behaard werden en pas na twee jaar consequent gebruik bood men aan dat zoiemand ook hormonen zou mogen gebruiken. Ook met geslachtsoperaties of operaties om borsten te verwijderen was men niet zo scheutig: pas met 18 jaar komt iemand daarvoor in aanmerking, ook hier pas na het jarenlang aangegeven hebben van deze wens via de wekelijkse formulieren en de regelmatige gesprekken met een jij-die-mijn-psyche-bekijkt.
We kwamen bij het gymlokaal. Er was, ondanks al die verschillen tussen lichamen, toch maar één kleedkamer voor alle jij's. Ik vroeg of er in die kleedkamers wel eens "gekke dingen" gebeurden tussen jij's met een penis en jij's met een vagina. De jij-die-me-begeleidt zei dat dit heel erg meeviel: iedere jij was al vanaf de eerste jeugd gewend aan die situatie - en bovendien kleedde de jij-die-ons-wat-gaat-leren zich ook om in dezelfde kleedkamer...
Het duizelde me. Al die verschillende vormen van gender - en het volstrekt normaal zijn van al die lichaamskenmerken door elkaar. Aan de ene kant meer vrijheid om te kiezen voor dingen die beter bij je passen, maar daar toch een vorm van dwang om over dit soort zaken na te denken. Als gender net zo normaal is als eten en drinken - is het dan ook niet net zo normaal om kinderen te dwingen om gender te onderzoeken zoals we ze ook leren hun smaak te onderzoeken? Of is gender toch iets anders en moet dit subtieler worden aangepakt? Eigenlijk heb ik er geen antwoord op...
Het was inmiddels tijd om terug te gaan naar het hotel. Nadat ik mijn dagverslag had bijgewerkt heb ik nog even televisie gekeken. Het bleek dat de samenleving daar er niet echt veel vriendelijker was dan die bij ons. Er gebeurden ook ongelukken, moorden en er was ook daar een politicus die schreeuwde dat werkelijk ook de laatste buitenlander het land uit moest. Ik hoopte wel stilletjes dat ze daar nog een paar weken mee zouden wachten... Verder waren er ook hier seksfilms op TV te zien, waarbij alle lichaamsdelen van het scherm af sprongen. In tegenstelling tot de westerse films kwamen hier wel relatief veel jij's met een penis in voor en lag de nadruk misschien wel iets minder op billen en borsten dan bij ons. Tja, jij's zijn en blijven ook mensen...
De volgende dag kwam mijn jij-die-me-begeleidt me weer ophalen. Ik stelde een vraag die me al een tijdje op de lippen lag: in Nederland kun je aan iemands buitenkant goed zien of iemand een penis of een vagina heeft. In Hovaméka is dat veel minder zichtbaar: hoe weet een jij met een penis of een andere jij een vagina heeft? Mijn jij-die-me-begeleidt begon te grinniken... "Waarom zou een jij met een penis dat vóór het huwelijk al willen weten?" vroeg de jij spottend.
De jij legde het mij uit. Als twee jij's op elkaar vallen dan is de vraag niet, zoals in het westen, of beide partners verschillende lichaamsdelen hebben zodat ze zich kunnen voortplanten, nee, de vraag is: houden die twee jij's van elkaar. En als ze van elkaar houden en ze wonen langer dan een jaar bij elkaar dan hebben ze recht op kinderen. Als men dit zelf kan regelen omdat de geslachtsdelen tegenovergesteld zijn dan regelt men dat zelf. Het te vroeg kinderen krijgen vindt men niet in het belang van het kind: het is dan te onzeker of de partners genoeg van elkaar houden om het kind in een harmonische omgeving op te voeden - er staat een zware boete op het te vroeg kinderen krijgen. Als het kinderen krijgen niet lukt omdat men onvruchtbaar is of de lichaamsdelen passen niet bij elkaar dan helpt de staat hierbij met een oplossing via IVF of met het regelen van adoptie.
De jij-die-me-begeleidt zei "jullie westerlingen zijn sterk geobsideerd door het uiterlijk - wij hebben meer aandacht voor het innerlijk". Ik keek hem niet begrijpend aan. Op het eerste gezicht leek het andersom: hier was toch alles mogelijk met uiterlijk en mensen werden toch actief gemotiveerd om hier over na te denken? Wie was er nu geobsideerd? "Ik bedoel meer dat jullie elkaar heel sterk aanspreken op het afwijken van een bepaald 'standaard-uiterlijk', terwijl wij meer letten op elkaars innerlijk". Ja, dat klopte wel...
De jij nam me mee naar een bejaardentehuis. "Wat valt je op?". Ik keek rond - en zag naast oudere jij's ook veel jongere jij's. Het zag er allemaal heel gezellig uit! Ik zei "veel jij's komen hun ouders bezoeken! Wat goed!". Het bleek toch iets anders te liggen. "Net als bij jullie wordt in bedrijven en fabrieken hard gewerkt. Maar voor sommige jij's gaat dat te snel. Bij jullie worden ze dan ziek - en als ze ziek zijn worden ze gedwongen om weer naar hetzelfde werk te gaan. Dat leidt tot nog zwaardere ziektes en jij's die thuis in de WAO zitten. Bij ons werkt dit anders. Wij kijken consequent wat jij's leuk vinden. En bij datgene wat jij's leuk vinden zoeken we een opleiding en zoeken we werk. Job-hoppen doet iedereen hier - vrijwel niemand zit langer dan 10 jaar op dezelfde functie of bij hetzelfde bedrijf. Jullie hebben in het vliegtuig vragenlijsten ingevuld over gender, soortgelijke vragenlijsten kennen we hier ook om te bepalen wat jij's leuk vinden. We dwingen jij's daardoor elk jaar om na te denken over de richting waarin ze zich willen ontwikkelen en over` wat ze nog meer willen doen in hun leven, waardoor jij's hun werk leuk blijven vinden en de werkdruk die er is beter aankunnen.
Dat werkt in de praktijk redelijk, maar ook dat is voor een bepaalde groep jij's geen oplossing. Ook wij kennen 40'ers die geen werk meer willen doen - en die verplichten we hier om in het bejaardentehuis te wonen. Veel jij's zien dat als schrikbeeld en die denken daardoor eerder na over ander werk. Andere jij's leggen zich bij deze maatregelen neer en bloeien dan soms ineens op - en komen er dan achter dat ze elke dag gezellig met elkaar kunnen keuvelen. Totdat blijkt dat alle onderwerpen op zijn - en als ze dan een jaar later weer een vragenlijst over werk moeten invullen dan gaan ze ineens iets anders doen, meestal in de verpleging of in de zorg. Of ze worden, zoals ik, een jij-die-een-ander-begeleid..."
Ik vind het allemaal maar raar... Jij's worden verplicht om vragenlijsten over gender en persoonlijke voorkeuren in te vullen en met gender te spelen, een staat die bemiddelt bij geboorte via IVF en adoptie, boete bij te vroeg kinderen krijgen, jij's die gedwongen worden te verhuizen naar een bejaardentehuis... Heeft de staat niet een te grote vinger in de pap? "Welnee", antwoordt mijn jij. "De staat werkt hier anders dan bij jullie. Bij jullie betekent staat ook bureaucratische rompslomp. Dat is hier niet zo: doordat we jij's telkens dwingen om na te denken over wat ze leuk en interessant vinden maken ze betere keuzes, leven ze prettiger en houden ze het langer vol. En met de juiste jij op de juiste plek werkt onze samenleving beter..."
Ineens zie ik op straat een jij met een baard in een mintgroen mantelpakje rondlopen. Met veel te grote, behaarde armen en benen. Ik stoot mijn jij-die-me-begeleidt aan: vinden jullie dit nu mooi? De jij wordt triest. "Jammer, ik dacht dat jij anders was. Maar nu moet ik ook jou op het vliegtuig zetten... Het gaat namelijk niet om wat een buitenstaander mooi vindt, het gaat om wat die jij zelf mooi vindt. En als we hier iets niet willen accepteren dan is het dat iemand twijfels heeft over een anders uiterlijk..."
Om een kort verhaal kort te houden: ik stond binnen twee uur op het vliegtuig. En via Australië ben ik teruggereisd. Jammer van die ene opmerking: die had ik beter in kunnen slikken. Ik had het ook kunnen weten: in de documentaire was het meerdere keren genoemd. Aan de andere kant geeft het ook wel het nadeel van Hovaméka aan: vrijheid van gender gaat ook daar schijnbaar niet vanzelf - er is veel bureaucratie en er zijn veel aanvullende regeltjes voor nodig. Dat is jammer, want totale vrijheid van gender is een mooi principe dat het waard is om verder uit te werken.
Dit verhaal is geschreven ter gelegenheid van de schrijfwedstrijd van het Transfusionfestival
Kijk ook eens op de genderkalender !
-
- daar ben ik weer
- Berichten: 10
- Lid geworden op: wo nov 28, 2007 18:01
-
- dagelijks aanwezig
- Berichten: 214
- Lid geworden op: wo okt 24, 2007 15:33
- Locatie: <10 km onder utrecht
- Frederique_
- Forum Junkie
- Berichten: 4825
- Lid geworden op: do apr 01, 2004 19:44
- Locatie: Amstelhoek (20km van Amsterdam)
- Contacteer:
Bedankt voor de complimenten
Een boek? Nee, helaas
En verder valt de hoeveelheid werk ook wel mee. 't Meeste is in 1 weekeind opgeschreven en daarna nog een paar dagen hier-en-daar wat bijschaven. Op commando iets schrijven, of een heel boek, da's echt een heel ander verhaal.
Groetjes,
Frederique
Een boek? Nee, helaas
En verder valt de hoeveelheid werk ook wel mee. 't Meeste is in 1 weekeind opgeschreven en daarna nog een paar dagen hier-en-daar wat bijschaven. Op commando iets schrijven, of een heel boek, da's echt een heel ander verhaal.
Groetjes,
Frederique
Kijk ook eens op de genderkalender !
- Frederique_
- Forum Junkie
- Berichten: 4825
- Lid geworden op: do apr 01, 2004 19:44
- Locatie: Amstelhoek (20km van Amsterdam)
- Contacteer:
Misschien schrijf jij een hoofdstukje van jouw reis naar Hovaméka? Misschien inspireert het mij?
Groetjes,
Frederique
Groetjes,
Frederique
Kijk ook eens op de genderkalender !