Het Zizo nummer 133 van 2016 wijdt een uitgebreid artikel aan het fetisjisme en brengt het in verband het fenomeen travestie. Aangezien deze fenomenen te maken hebben met het beleven van onze meest intieme impulsen, onze diepste driften en verlangens denken we wat te gemakkelijk dat we deze hele problematiek zelf wel kunnen begrijpen en plaatsen, dat we niemand nodig hebben om er harmonieus mee om te gaan. Dit is niet zo, aldus Alain de Botton die in zijn laatste boek Weg van Liefde beschrijft hoe voorzichtig we moeten zijn met het idee dat het zou volstaan louter op gevoel en instinct af te gaan wanneer het gaat om de liefde en de lust : “(Romantiek) is een illusie die onze verwachtingen over relaties besmet. Als je gewoon je gevoel en instinct volgt, zo denken we, beland je bij de juiste persoon, leef je nog lang en gelukkig en zal je nooit meer eenzaam zijn. Dat is zo’n fout idee. We leven in een maatschappij die heel technisch denkt, waarin je kan leren hoe je een vliegtuig in de lucht moet houden, maar waarin we denken dat we niets te leren hebben over liefde. Omdat het volgens ons toch allemaal spontaan komt.”
Nog volgens Alain de Botton, hebben we vooral nood aan zelfinzicht. Maar om dat te bereiken is therapie nodig want een deel van het probleem is “dat we onszelf gewoon niet goed genoeg begrijpen” (cfr. De Standaard 19 april 2016, p. D10). Alain de Botton is een schrander man die ik vertrouw en dus waag ik me liever niet aan amateuristisch getheoretiseer maar beperk ik me liever tot het voorzichtig aanhalen van mijn eigen gevoelens en het beschrijven van mijn eigen wedervaren wanneer het gaat om de vraag “Wat is het verband tussen fetisjisme en travestie?”. Zoniet is het gevaar reëel dat u, beste lezer, dwaalt als een blinde die vertrouwt op een andere blinde. En zoals de Heilige Schrift ons leert, vallen beiden dan in een put (Mattheüs, 15, 14).
Ernstig nu. Ik heb zowel met fetisjisme als met travestie ervaring. Het is inmiddels toch al enkele decennia lang geleden dat ik Crepax las, en gaandeweg verder ging in “de zucht naar wilde strelingen” zoals hij zo mooi beschrijft en tekent in zijn albums geïnspireerd door de geschriften van de markies Donatien Alphonse François de Sade. Onderdanigheid, de wens om als lustobject gebruikt te worden, om begeerd te worden, om vernederd te worden en alsmaar verder om dan uiteindelijk als hoertje gebruikt te worden. Daarover ging het allemaal. Zoals Séverine in de roman van Joseph Kessel, Belle de jour, over een Parisienne uit de hoge bourgeoisie die een onbedwingbaar verlangen heeft naar de vernedering als prostituée gebruikt te worden. Ze zoekt een bordeel op, en biedt zich aan. Ze kan alleen in de namiddag, omdat ze thuis moet zijn wanneer de liefhebbende en trouwe echtgenoot thuis komt. Vandaar de titel Belle de jour… Wie het boek niet wil lezen moet zeker de verfilming van Luis Buñuel bekijken. Omgekeerd : iedereen heeft wel The Godfather gezien. Lucy, het bruidsmeisje wordt door de bruidegom Sonny Corleone hard geneukt. Rechtstaand tegen de deur. À la cosaque, zoals men zegt. Zo hard dat de deur haast uit haar hengsels vliegt. Daarna kamt ze haar haren, strijkt de plooien in haar kleed glad en keert terug naar de feesttafel. Wat je niet ziet in de film maar wat wèl in het boek staat : gezeten naast de fiere bruid, voelt ze Sonny’s warme overspelige zaad langzaam langs haar dijen naar beneden glijden… O, hoe vaak heb ik deze passage herlezen. Met één hand. Fantaserend dat ik Lucy was. Gebruikt en besmeurd. Vernederd en bezoedeld door de zalige zonde…
Ik zag die films en las die boeken en wist dat ik hetzelfde verlangen had. Maar ik was geen vrouw en dus bood fetisjisme een compensatie. Lingerie, naaldhakken, jarretellegordeltjes, slipjes … de collectie groeide. De problemen ook. Een relatie ging kapot. Verwijten, geschrei en geschreeuw. Ik was ziek en moest maar naar een psychiater galmde het door het huis… De Wereld¬gezondheids¬organisatie heeft, inmiddels meer dan een kwart eeuw jaar geleden al, homoseksualiteit geschrapt als psychiatrische aandoening. Fetisjisme en bdsm staan nog in de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) gekatalogeerd als “parafilieën”, t.t.z. seksuele gedragingen of fantasieën die als afwijkend worden beschouwd van de ‘heersende normen’. Ik was zo braaf en onnozel te gehoorzamen en ging dus naar de psy. Om van het gezaag verlost te zijn. Zoals de meeste mannen ben ik ook allergisch aan het aanhoudend treiterig gezeur waar vrouwen het geheim van kennen. Ik ben één keer gegaan. Ik had meer aan de lectuur van de Neurosenleer van prof. Kuijper, meer bepaald het hoofdstukje over verkrachtings- en prostitutiefantasieën waarin hij uitlegt dat deze parafilie het resultaat is van een opvoeding die de seksualiteit bedelft onder een dikke laag schaamtegevoelens die het onherroepelijk onmogelijk maken om ongeremd te genieten van seks. De enige uitlaatklep is dan een situatie te creëren of te zoeken die verontschuldiging biedt : “ik had de keuze niet”, “ik moest het ondergaan want ik werd verkracht”, “ik moest het wel doen om te overleven” enzovoort… Dat leek mij een plausibele uitleg. Er was maar één probleem : volgens de auteur-psychiater kwam deze parafilie uitsluitend voor bij vrouwen, en zoals boven al vermeld, ik was geen vrouw. Weer een probleem. Maar problemen zijn er om op te lossen nietwaar. Een echte man pakt de problemen aan. Zo werd het onze generatie nog aangeleerd. Nu ligt dat allemaal anders en de kinderen van vandaag worden gegarandeerd watjes. Regent het wat te hard op het zomer-scouts¬kamp en zijn de tentjes weggewaaid ? O, ramp ! Meteen een autobusje bestellen en alle kindjes meteen terug naar hun moeders waar hen warme chocola wacht. Nee, zo lukt het niet dus. Flink zijn is de boodschap.
En dus werd ik travestie. Al moet ik er eerlijk bij zeggen dat het nog maar enkele jaren geleden is dat ik mij stortte in deze nieuwe parafilie. Het was eigenlijk ook op verzoek van een man uit het bdsm-milieu, verlekkerd op mijn mooie vrouwenkont en mijn dito benen, geaccentueerd door nylons en naaldhakken. Hij wou dat ik eens kwam als Lolita. Ik kocht dus witte kousjes, witte ballerina’s, een wit rokje en een wit bloesje, een Pippi Langkous pruik en een grote lolly om het geheel geloofwaardig te maken… ! Het was een bijzondere ervaring. Voor allebei. Nadien volgden nog hoepelrokken in Pompadour-stijl, air hostess uniformen,… Alleen van latex hou ik niet zo. Dat kleeft te veel, en je baadt op 1,2,3 in het plakkerig zweet. Zou dat ook een parafilie kunnen zijn ? Voorkeur voor zweet ? Ik weet het niet, en een term ken ik ook niet, maar als ik een voorstel mag doen : sudatisme lijkt me wel goed.
Professor Kuijper, wat denk u ervan ?
Auteur: Pauline
Ik voelde mij een vrouw ik was zelfs geen 6. En wat was er voorhandig ?? Nagellak en nylonkousen…schoenen met hoge hakken van mijn moeder. Gelukkig zo wist ik vlug wie ik ECHT was ! Een vrouw ! En was de fetisj meegenomen ? Natuurlijk !
Marijke