VGZ versterkt de monopoliepositie van het VUmc en UMCG voor SRS operaties (genderbevestigende operaties).

De alternatieve weg voor een SRS is in Nederland in gevaar door het beleid van de zorgverzekeraar.

Patiëntenstop bij dr. Kanhai in Alkmaar.

Vrijdag 30 september 2016 bereikte het bestuur van patiëntenorganisatie het bericht dat er sprake zou zijn van een patiëntenstop is bij dr. Kanhai in Alkmaar. Op dit moment de enige plastisch chirurg die (genitale) genderchirurgie uitvoert voor zowel transmannen als transvrouwen buiten de het VUmc en UMCG. De voorzitter van het bestuur van Transvisie heeft met dr, Kanhai gesproken over deze situatie. De hoofdverzekeraar van het ziekenhuis (VGZ) heeft aangegeven dat dr. Kanhai geen transgenders meer mag opereren. De exacte motivering hiervan is nog onduidelijk, zo ook de gevolgen voor patiënten. Niet duidelijk is wanneer dit in gaat en of het alleen om verzekerden van de VGZ gaat. Dr. Kanhai wil graag iedereen nog opereren en maakt zich er hard voor geplande operaties door te laten gaan. Iedereen wordt daarover door het ziekenhuis zelf, individueel geïnformeerd.
Wat dit voor de toekomst betekent is nog niet bekend. Voor patiëntenorganisatie Transvisie is deze situatie volstrekt onacceptabel. Het bestuur gaat deze situatie bespreken met ministerie, zorgverzekeraars en andere van belang zijnde organisaties. Wordt vervolgd.

Bron: http://www.transvisie.nl/transvisie.nl/index.php/medisch-nieuws transvisie-3

Uitgebreid interview met plastisch chirurg Robert Kanhai
Transhealth heeft een uitgebreid interview met Robert Kanhai op haar website staan. Robert Kanhai is plastisch chirurg binnen de Noord West Ziekenhuisgroep te Alkmaar. Hij is onder meer gespecialiseerd in genderbevestigende operaties zowel bij transmannen als bij transvrouwen.

Zie voor het gehele interview bezoek de website http://www.transhealth.nl/2016/02/02/interview-plastisch-chirurg-dr-robert-kanhai/ . Of lees het hieronder:

Interview- Plastisch Chirurg Dr. Robert Kanhai

Dr. Robert Kanhai is als plastisch chirurg verbonden aan de Noord West Ziekenhuis Groep te Alkmaar (voorheen
Medisch Centrum Alkmaar). Niet alle transgenders zullen zijn naam kennen, maar een deel ook zeker wel, want hij is onder meer gespecialiseerd in geslachtsbevestigende operaties bij zowel man-vrouw als vrouw-man transseksuelen en gepromoveerd op borstvergrotingen bij (trans)vrouwen. Veruit de meeste van ons die in transitie gaan, komen terecht bij het genderteam van het VUmc. Een klein deel zal (afhankelijk van in welke regio men woonachtig is) in Groningen terecht komen en als we het specifiek over Nederland hebben, zal slechts een zeer klein deel een andere/eigen weg vinden om een door professionals begeleide transitie succesvol te voltooien. Het genderteam van het VUmc is hier dan ook veruit het meest bekend en biedt een totaalpakket waarbij de transities van het eerste gesprek tot aan (indien gewenst) de eerder genoemde geslachtsbevestigende operatie aan toe begeleid worden. Dat is allemaal prima als je binnen het strikte en rechtlijnige protocol van het VUmc past. Maar wat als je het gevoel hebt dat je bepaalde delen van het traject liever op een andere manier zou willen doen? Of als je de operatie liever door een andere chirurg wilt laten uitvoeren, kan dat dan?
Ja hoor dat kan, maar daarvoor moet je wel de weg weten en je niet bang laten maken door allerlei wilde verhalen die er de ronde gaan over de gevolgen als je de zaken nét even anders aanpakt dan het protocol voorschrijft. En dan kan het dus zomaar zo zijn dat je bij dr. Kanhai terecht komt.

Onlangs hadden wij een interview met Dr. Kanhai, lees het hieronder;

“Ik ging mij afvragen of het mogelijk was om ook gevoel naar binnen (dus in de vagina) te brengen. Ik heb daar een techniek voor ontwikkeld…”

Om maar origineel te beginnen;
Kunt u zich in het kort voorstellen en een stukje van de geschiedenis van u als plastisch chirurg vertellen? Waar bent u begonnen, wat zijn uw specialiteiten en natuurlijk hoe u met transseksualiteit in aanraking bent gekomen en wat u er toe bracht om uzelf ook toe te leggen op het opereren van deze specifieke patiëntengroep?

Ik ben Robert Kanhai, 47 jaar en als plastisch chirurg werkzaam bij de Noord West Ziekenhuis Groep, locatie Alkmaar.
Voor mij is het dus allemaal in het VUmc begonnen.
Ik werkte toen (eind jaren ’90) in het VUmc en was op zoek naar een onderzoek waar ik aan deel kon nemen. Daar kwam ik in contact met Dr. J.J. (Joris) Hage en ik wilde eigenlijk graag onderzoek doen naar de pols, dat leek me wel interessant. Hij zei dat hij dat hij me daar niet bij kon helpen en hoewel ik wel wist wie hij was, wist ik toen nog niet geheel wat zijn achtergrond was. Dr. Hage voegde daaraan toe dat hij wel een onderzoek m.b.t. transseksuelen had en dat ik daar eventueel wél aan mee kon doen, als ik dat zou willen. Hij zei toen dat ik daar maar even over na moest denken en dat heb ik toen precies 1 dag gedaan. De volgende dag zocht ik hem weer op om te zeggen dat ik graag aan zijn onderzoek mee wilde werken. De exacte inhoud van het onderzoek kwam toen pas ter sprake en dat bleek de borstvergroting bij transseksuelen te zijn. Na de start werd het onderzoek steeds groter en steeds omvangrijker en het zou later uiteindelijk ook mijn promotieonderzoek worden.

Toen ik op een bepaald moment toegelaten werd tot de opleiding tot plastisch chirurg, ben ik er via dit onderzoek dus eigenlijk vanzelf ingerold.
Na mijn vooropleiding en tijdens mijn vervolgopleiding, kwam ik in 2002 dus terug in het VUmc om de vaginaplastieken te leren. Dr. Hage was toen helaas net vertrokken en de operaties van transseksuelen waren overgenomen Professor Mulder, maar hij was na 1,5 jaar ook weg (met pensioen).
Ik zat dus nog in de vervolgopleiding en was assistent in opleiding tot chirurg, maar omdat ik het daar als enige had geleerd van Professor Mulder deed ik toen als assistent alle geslachtsoperaties. En ik deed niet alleen die van de m/v transseksuelen óók deed ik de v/m operaties (zowel de top als de bottom ingrepen) en dat doe ik nu nog steeds. Wel bijzonder eigenlijk als je er zo op terugkijkt; mijn toenmalige bazen (specialisten) konden het niet en ik deed als assistent al die ingrepen.

Maar goed, toen ik in 2005 klaar was met mijn opleiding, was het in eerste instantie de bedoeling dat ik zou blijven, maar ineens moest er vanwege allerlei beleidsmatige beslissingen en interne politiek van alles veranderd worden. Ook had men het besluit genomen om de geslachtsbevestigende operaties niet meer in het VUmc uit te voeren. Later is men hier dus toch weer op teruggekomen.
Ik was vanwege bovenstaande inmiddels in het OLVG (Onze Lieve Vrouwe Gasthuis) gaan werken en was daar ook gestart met het opereren van transseksuelen. Helaas bleek na verloop van tijd de capaciteit van het ziekenhuis te beperkt om vanuit mijn vakgebied een compleet zorgaanbod aan de patiënten aan te bieden zoals ik dat voor ogen had. Ik heb namelijk een grote diversiteit aan patiënten/cliënten waar transseksuelen dus een deel van zijn. Omdat ik daar uiteindelijk niet aan de zorgvraag van al die patiënten kon voldoen zoals ik dat graag had gewild, ben ik dus in 2009 hier in het toenmalige Medisch Centrum Alkmaar terecht gekomen.

Veel transgenders hebben m.b.t. hun geslachtbevestigende operatie een ideaalbeeld van de Thaise methode, zoals onder meer toegepast worden door de, onder veel transgenders bekende dr. Suporn en dr. Chettawut in Thailand. Zit er nou werkelijk veel verschil in de technieken die we hier in Europa gebruiken, want zij claimen een non-penile inversie techniek te hebben ontwikkeld? Daarbij werken zij met grafts (oftewel strookjes donorhuid). Welke techniek past u precies toe en wat merken de patiënten hiervan?

Hoe zij daar de operaties uitvoeren weet ik niet. Maar naar mijn weten zijn er 2 basismethoden om een vaginaplastiek uit te voeren en doen er daaromheen heel veel verhalen de ronde die vaak verteld worden door mensen die wel ergens een klok hebben horen luiden, maar eigenlijk niet weten waar de klepel hangt.

De eerste methode is de meest voorkomende; n.m.l. de penishuid inversie, al dan niet met een deel van de scrotumhuid. Dat laatste doe ik wél om zodoende meer diameter bij de ingang en ook wat meer diepte te krijgen; je wilt niet dat de ingang te nauw is i.v.m. met dilateren en eventuele penetratie. Dat wordt dan pijnlijk en ongemakkelijk.

De tweede methode is de colon sigmoid vaginaplastiek (ook wel darm-vaginaplastiek), maar wat mij betreft is dat echt een tweede en laatste optie. Hiervoor kies je alleen als er niet genoeg basismateriaal aanwezig is en er ook geen donorhuid van andere geschikte plaatsen te halen valt. Iets wat bij volwassenen eigenlijk niet zo snel voor zal komen. Deze optie wordt dan ook vaak noodgedwongen gebruikt bij cliënten die al op zeer jonge leeftijd in transitie zijn gegaan en behandeld zijn met pubertijdsremmers, waardoor het scrotum en de penis zich niet volledig hebben kunnen ontwikkelen. De reden dat het ik het een tweede keus vind is de vergrootte kans op complicaties. Het geeft toch altijd wat vochtproductie, de kans op ontstekingen is een stuk groter en vergeet niet dat er een extra darmnaad gemaakt moet worden vanwege het stuk darm dat je ertussenuit moet halen, waardoor ook weer problemen kunnen ontstaan. Het is dus zeker een optie, maar niet zonder risico.

Naar mijn weten zijn deze twee methoden de enige waarbij je met behulp van de penishuid (in ieder geval met een deel ervan) een vagina kunt construeren.

Wat ze in Thailand dus doen weet ik niet en ze laten er eigenlijk ook weinig over los, maar als je het dan hebt over strookjes huid, dan denk ik: waar haalt ie die dan vandaan? Scrotum en penis misschien? Daardoor zullen er dan echter veel meer onderbrekingen van de doorbloeding en zenuwen zijn en ook zullen er veel meer hechtingen gebruikt moeten worden, wat je naar mijn idee eigenlijk niet moet willen. Ook heb je daardoor meer krimp tijdens de genezing.
Ik vind het dan ook beter qua genezing en gevoel om de huid intact naar binnen te brengen en zoveel mogelijk als geheel te behouden, met eigen bloedvoorziening en werkende zenuwen. Daarnaast is het robuuster, dikker en steviger, wat ook de darm weer beter beschermt. Maar goed, de mensen die menen naar Thailand te moeten gaan voor het beste resultaat, moeten dat zeker doen. Die hebben toch al een vooroordeel m.b.t. de kwaliteit en de arts, want daar zit volgens hen tenslotte de beste arts met de beste methode.

Hoe zit dat trouwens met het ontharen hier in Nederland, want in het VU is het echt een criterium geworden om wel of niet geopereerd te mogen worden. In Thailand daarentegen schraapt de chirurg de haartjes van de binnenkant van de huid weg, waardoor er vooraf helemaal niet onthaart hoeft te worden. Hoe zit dat nou eigenlijk?

Ontharen moet m.i. gebeuren tussen de anus, de anale ring en de balzak. En ja, als er sprake van overmatige haargroei aanwezig is dient er wel onthaart te worden, maar helemaal kaal is dus niet nodig. Een beetje haar is zeker geen reden om (nog) niet te opereren.
En mocht het later alsnog wenselijk zijn; het is prima mogelijk om (vanuit cosmetisch oogpunt) ontsierende beharing achteraf te verwijderen.

En wat betreft het zgn schrapen wat ze in Thailand doen om de beharing te verwijderen, daar zet ik ook echt grote vraagtekens bij. Dan wijs ik toch terug op het belang van doorbloeding en het behoud van zenuwen, je maakt namelijk alles stuk én je maakt ook de huid dunner om bij de haarzakjes te komen. Je krijgt daardoor heel wat meer littekenweefsel nét onder de huid, precies daar waar de huidzenuwen binnenkomen en je dat dus eigenlijk niet wilt hebben.

Natuurlijk rouleren er binnen de transgendergemeenschap veel verhalen over wat er zo nu en dan fout gaat en kan gaan. Vaak worden correcties hier ook onder geschaard. Naar ons idee is een benodigde correctie niet direct terug te voeren op een gemaakte fout. Wat kunt u hierover zeggen en wat zijn correcties die vrij algemeen voorkomen en waardoor ontstaan deze?

Jullie formuleren het juist. Je kunt inderdaad niet alle correcties terugvoeren op fouten, maar complicaties kunnen altijd optreden en daardoor kan wel eens een correctie nodig zijn. Daarnaast komen correcties ook voort uit het zogenaamde ”fine tuning” vanuit esthetisch oogpunt, want je wilt het er ook zo mooi mogelijk uit laten zien. Maar verbeterpunten zijn er natuurlijk ook te noemen. Bijvoorbeeld als de chirurg niet goed na heeft gedacht over waar hij een bepaalde hechtingen zet of waar hij bepaalde spanningen zet om een bepaalde plooi te krijgen. Maar dit heeft ook alles met ervaring te maken en hoever je bent gevorderd. Je moet daarbij dus ook wel kritisch naar jezelf durven kijken en ook blijven kijken. Het dient een continue leerproces te zijn waar je voor jezelf de lat steeds hoger legt. En als ik dan naar mijn eigen begin kijk, dan kan ik nu voor mezelf bepaalde zaken als leermomenten met verbeterpunten aanduiden, omdat ik nu op een ander niveau zit. Maar ja, er was toen ook nauwelijks een vergelijk te maken, want bijna niemand voerde dit soort operaties uit.

Naarmate je meer ervaring krijgt kun je dus steeds verder vooruit beredeneren wat de effecten en gevolgen zijn van het wel of niet een bepaalde handeling uitvoeren tijdens de operatie. Ik durf dan ook wel te zeggen dat ik meer tevreden ben over het werk zoals ik het tegenwoordig aflever, ten opzichte van het werk dat ik 10 jaar geleden afleverde. Niet dat ik niet tevreden ben met mijn eerdere operaties, maar nu ben ik gewoon meer tevreden, zo eerlijk moet je ook zijn. Daarnaast is het ook nog eens zo dat de (en dat geldt met name voor de jongere generatie) dat de cliënten/patiënten steeds kritischer zijn geworden en terecht natuurlijk. Als je een vagina hebt, wil je die natuurlijk ook gewoon kunnen gebruiken. Daardoor wordt je als chirurg ook weer steeds kritischer en probeer je niet alleen om het er zo mooi mogelijk uit te laten zien, maar ga je ook beter kijken naar de functionaliteit. Zodoende ging ik mij afvragen of het mogelijk was om ook gevoel naar binnen (dus in de vagina) te brengen. Ik heb daar een techniek voor ontwikkeld die inmiddels bij een groot aantal patiënten succesvol is toegepast en die zijn daar erg blij mee.

Om daar maar gelijk verder op in te haken op het; U gaf zojuist aan dat u óók gevoel naar “binnen” brengt. Hoe gaat dat in z’n werk?

Onlangs is daarover een artikel van mij verschenen in het medische vakblad “Aesthestic Plastic Surgery”, voor plastisch chirurgen. Ik heb dat artikel specifiek voor dat blad geschreven dus zou het niet fair zijn om het volledige artikel hier ook te publiceren. Maar het gaat er dus om dat ik een stukje van de glans (waar ook de clitoris van gemaakt is) ook in de schede verwerk.

Volg voor meer info onderstaande links naar de introductie en pagina 1 en 2 van het artikel,
Introductie artikel:
http://link.springer.com/article/10.1007/s00266-016-0620-2
Pagina 1 van het artikel:
http://link.springer.com/article/10.1007%2Fs00266-016-0620-2/lookinside/000.png
Pagina 2 van het artikel: https://staticcontent.springer.com/lookinside/art%3A10.1007%2Fs00266-016-0620-2/001.png

Een grote angst van veel patiënten is dat men de clitoris kwijtraakt. In een eerder gesprek dat wij hadden was u nogal verbaasd over deze vraag, simpelweg omdat u dit nog nooit had gehoord/meegemaakt. Is deze angst nu wel of niet terecht, want de relatief bekende Engelse chirurg James Bellringer, noemt op zijn website een percentage van 2% van zijn patiënten waarbij een “loss of clitoris” plaatsvindt.

Ja, de verdwijnende clitoris… Ik heb het echt nog nooit meegemaakt. Je haalde net zelf even een voorbeeld aan van een Belgische patiënte waarvan de clitoris “kwijt ” is en ik heb misschien wel een idee wat daar gebeurt kan zijn. Het kán voorkomen dat bij een mindere doorbloeding het bobbeltje “verdwijnt” tijdens de genezing. Maar dat is uiterlijk, het gevoel zal er dan nog steeds zijn. Kijk, de clitoris maken is namelijk best lastig omdat je een stukje van de glans (eikel) neemt en je daarmee over de zwellichamen moet heen werken en onder de zenuwen en de bloedvaten door. Je hebt dan een steel met zenuwen en bloedvaten die dat stukje van bloed en gevoel moeten voorzien. Als je naar dat stukje te weinig bloedtoevoer hebt, kan dat afsterven. Het bobbeltje verdwijnt dan, maar de zenuwen niet. Het gevoel zal dan ook nog steeds aanwezig kunnen zijn. Maar nogmaals; ik heb het nooit meegemaakt.

Ik creëer altijd een werkende clitoris en raadt mijn cliënten ook altijd aan om er vrij snel al mee te gaan spelen. Dat doe ik omdat het tijdens de genezing anders zó gevoelig kan worden dat het gevoel kan ontsporen en als onprettig kan worden ervaren. Door te stimuleren kun je dat effect inperken.
James Bellringer ken ik verder niet persoonlijk, alleen van naam via een patiënt die in het VUmc door hem geopereerd was.

U bent gepromoveerd op borstvergrotingen bij (trans)vrouwen. Kunt u hier nog wat meer over vertellen en wat zijn de specifieke verschillen tov een reguliere borstvergroting?

Inderdaad, zoals al eerder aangegeven ben ik in het door onderzoek waar ik aan deel heb genomen in 2001 gepromoveerd in borstvergrotingen.
Een belangrijk verschil waar je rekening mee moet houden is de breedte van de borstkas. Deze is bij transvrouwen vaak wijder, wat het lastiger maakt om een mooie decolleté regio te creëren. Dan ontkom je er vaak niet aan om gebruik te maken van een grotere borstprothese. Dit omdat de diameter/breedte van de prothese namelijk groot genoeg moet zijn, om de tepelhof mooi in het midden uit te laten komen en een natuurlijk ogend decolleté te verkrijgen. Doe je dat niet en kies je voor een te klein formaat prothese, dan valt de tepel vaak meer naar de buitenkant en dat wil je nou net niet. Verder moet je er rekening mee houden dat borstspier vaak wat beter ontwikkeld is, wat vaak tot gevolg heeft dat het extra moeite en aandacht kost als je deze spier los moet maken om de prothese er netjes achter te plaatsen.

Heeft u trouwens nog iets meegekregen van de brandbrief die door het C.O.C. en de transgender belangenorganisaties naar de minister is gestuurd met daarin onder meer de vraag om de borstvergroting voor transvrouwen weer terug in het basispakket van de zorgverzekering te krijgen?

Ja daar ben ik van op de hoogte. En ik hoop het niet hoor, maar ik denk dat dit weer zo’n geval wordt van wel A zeggen en niet B doen. Men stelt daar dan namelijk weer het criterium aan, dat de cliënten die daarvoor in aanmerking komen, geen borstweefsel mogen hebben ontwikkeld door de hormoontherapie. En daar zit het addertje; je ontwikkelt door de hormonen altijd wel wát borstweefsel, hoe weinig het soms ook is, dus…
Maar eigenlijk is het gewoon idioot dat het niet meer wordt vergoed.

Er is best veel te doen omtrent het “systeem” voor transgenderzorg in Nederland. Wat vindt u van het huidige systeem, de werkwijze en het gehanteerde beleid van het genderteam van het VUmc, de rol zorgverzekeraars hierin en wat zijn volgens u zeker verbeterpunten?

Echt perfect kun je het niet noemen zoals het nu allemaal ingericht is. Het probleem is deels dat het VUmc een monopoliepositie heeft gekregen van de verzekeraars waardoor dus eigenlijk de vrije artsenkeuze wordt bemoeilijkt. Ik ben het alternatief en laat duidelijk zijn; ook wij volgen gewoon de richtlijnen van de WPATH. Dit geldt overigens ook voor de externe partijen waar we mee samenwerken zoals bijvoorbeeld de psychologen Bas Fels, Tanja Hengel en Alwin Man. Op die manier kunnen we gelukkig voor een aantal cliënten een positieve bijdrage leveren aan hun transitie.

En qua verbeterpunten voor de transgenderzorg in Nederland… Nou, het liefst zou ik echt nog een eigen clubje of beter gezegd kliniekje hebben waar we een compleet pakket aan gespecialiseerde zorg kunnen leveren, want de spoeling is nu wel erg dun in Nederland.
En het kan en moet eigenlijk gewoon beter, want goede zorg dient maatwerk te zijn simpelweg omdat iedere patiënt nou eenmaal anders is.

Dank voor uw tijd. Heeft u zelf voor de transgenders nog een tip of iets anders toe te voegen n.a.v. dit gesprek?

Zorg in ieder geval dat je je goed laat informeren over door wie en waar je het laat doen. Denk goed na over de nazorg en de bereikbaarheid daarvan. Dat vind ik erg belangrijk. En onthoud: “geduld is een schone zaak”, neem goed de tijd voor het herstel, want het is echt geen kleine ingreep. Daarbij scheelt het ook écht als je mooi op gewicht bent, niet rookt en na de operatie alles goed schoon houdt en goed verzorgt. En natuurlijk goed dilateren! 1x per dag 30 minuten goed dilateren is voldoende, maar je moet het wél echt doen. Volg dus de instructies goed op; dan geneest alles mooier en vlotter en dat is wat we willen.

Voor meer informatie, volg de link naar de website van de Noordwest Ziekenhuisgroep, lokatie Alkmaar en klik op de optie Polikliniek Plastische Chirurgie;

https://www.mca.nl/Patient-en-Bezoeker/In-het-ziekenhuis/Specialisten-medewerkers/specialist-medewerker/id/402.aspx

Bron: www.transhealth.nl

Wat is Transehealth.nl, wie zijn we en wat doen we?

transhealth

Missie en Doel

Transhealth.nl wilt een fundamentele bijdrage leveren om de maatschappelijke taboes te doorbreken rondom genderdiversiteit. Daarbij streven we naar volledige maatschappelijke acceptatie en gelijkwaardige behandeling van iedereen die afwijkt, of het gevoel heeft af te wijken van de opgelegde maatschappelijke norm ten aanzien van genderidentiteit, zelfexpressie en seksualiteit. Met name de LHBTIQ-groepen, waaronder transgenders, holebi’s (afkorting van Homoseksuele mannen, Lesbische vrouwen en Biseksuelen) en mensen met een intersekse aandoening vallen, ervaren hierdoor dagelijks de (on)nodige drempels.
Gewoon simpelweg omdat ze, net als iedereen, een gelukkig leven als zichzelf proberen te leiden. Dat moet stoppen, want iedereen heeft het recht op een gelukkig leven.
De “Q” staat overigens voor “questioning” oftewel je bent zoekende of hebt twijfels omtrent je eigen (gender)identiteit of geaardheid.
De voortstuwende kracht van onze organisatie is ons ideaal om “eenheid in diversiteit” op alle maatschappelijke vlakken te bewerkstelligen, zodat niemand meer uitgesloten wordt en iedereen als authentiek en uniek persoon gewoon lekker zichzelf kan zijn. Eigenlijk willen we gewoon alle hokjes afbreken die de we maatschappelijk opgelegd krijgen. Ook van het gebruik van het halve alfabet om iemand (als LHBTIQ) te omschrijven willen we graag eens af; we zijn namelijk allemaal gewoon MENSEN, dat is al label genoeg en meer hebben we er ook echt niet nodig.
Met een open vizier en alleen maar goede intenties, organiseren we activiteiten, geven we voorlichting en zoeken we samenwerking met alle mogelijke netwerken, instellingen, overheden en maatschappelijke organisaties die dezelfde doelen nastreven. Wij willen met alles en iedereen samenwerken, verbindingen aangaan en bruggen bouwen zodat deze (gezamenlijke) doelen ook daadwerkelijk bereikt kunnen worden.

Bron: http://www.transhealth.nl/over-ons-1/

NEEM CONTACT OP:
info@transhealth.nl

Vorig artikelTransgender kind speelt gastrol in Modern Family
Volgend artikelTransgender in en rond Manchester – een persoonlijk overzicht.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in