‘Ik ben Valentijn, jullie denken dat ik een meisje ben, maar dat is niet zo.’ Bij genderdysfore kinderen komt het geslacht niet overeen met hun gevoelens. De ouders zitten vol twijfel en vragen. Willem was 9 toen hij in een jurk naar school ging. Tot die tijd hadden zijn ouders ‘compromiskleding’ voor hem gekocht: rode broeken en kleurige shirts. Uit vrees voor de reacties van anderen. Zijn moeder wist altijd al dat hij anders was, zegt ze. Op de kleuterschool speelde hij altijd in de poppenhoek; tijdens een feestmiddag liep hij verkleed als prinses door de school.
Verkleden mocht alleen thuis. Totdat Willem zelf besloot dat het afgelopen moest zijn en als meisje de deur uit glipte. Zijn moeder herinnert zich dat ze meteen de school had gebeld: Willem komt eraan, in een jurk. Dat had helemaal niet gehoeven: ‘Voor hem was het een mijlpaal, zijn klasgenoten hadden het niet eens gezien.’ Willem was in hun ogen gewoon een meisje. Valentijn was 4 toen hij achterin de auto, op de terugweg van een kinderpartijtje, tegen zijn moeder zei: ‘En die piemel snij ik er ook af.’Zijn ouders wisten toen al dat ze hem geen plezier deden met een tractor en wel met een barbie. In films identificeerde hij zich altijd met de vrouwelijke hoofdpersoon, zegt zijn moeder Klette de Rooij: ‘Hij was Sneeuwwitje of Doornroosje, nooit de prins.’ In de jaren erna werden zijn gevoelens sterker. Tussen zijn tiende en zijn twaalfde zat hij in Amsterdam op de balletacademie, maar stopte ermee omdat hij voor zichzelf geen toekomst zag als danser. Diep in zijn hart wilde hij liever danseres zijn met een tut en spitzen. Valentijn, nu 13, heft het uiterlijk, de motoriek en de interessen van een meisje. Zijn blonde haar draagt hij tot op zijn middel. Hij laat het rokje zien dat hij eerder die week heeft gekocht. De eerste dag op de middelbare school heeft hij het verteld: ‘Ik ben Valentijn, jullie denken dat ik een meisje ben, maar dat is niet zo. Ik leg het later wel eens uit. Het maakt niet uit of je hij of zij tegen me zegt.’ Gaat wel weer over, zeiden buren, kennissen, familieleden tegen Conny Smit over het gedrag van haar zoon Colin. Of: je moet hem gewoon wat vaker een autootje geven. Maar het gaat nooit meer over, weet ze. Ze laat een paar oude foto’s zien van een verlegen, in elkaar gedoken jongetje. Vorig jaar hebben ze in de zomervakantie een nieuwe naam uitgezocht. Haar dochter heet Jasmijn en ze weet heel duidelijk wat ze later wil. ‘Colin bestaat niet meer voor haar’, zegt haar moeder. ‘En ze háát dat piemeltje.’ Conny Smit vindt dat het tijd wordt om het beeld recht te zetten. ‘Onze kinderen zijn geen travestieten, geen manwijven, geen bezienswaardigheden. Ze willen alleen maar zijn wie ze zijn.’ Ons brusje
Jasmijn |