Ofwel de kunst van de overdracht.
Daar sta je dan, eindelijk ben je de vrouw die je altijd al was, word je verliefd op je therapeute. Nog nooit was de verwarring groter toen dit mij overkwam. Dit klopte totaal niet met het plaatje wat ik voor ogen had. Ik snapte er niks van. Het overkwam me en ik stond machteloos. Dit wilde ik absoluut niet, maar ik kon het niet stoppen. Op een gegeven moment was ik radeloos en wanhopig. Ik kreeg maar geen controle over mijn gevoelens.
Veel van ons krijgen te maken met een therapeut op allerlei vlak. Dan is er kans dat je verliefd word op hem/haar. Als je op internet kijkt, lijkt het alsof half Nederland verliefd is op zijn/haar therapeut en in bijna alle gevallen is dit niet een gelukkige verliefdheid. Overigens hoeft het niet persé je psychotherapeut te zijn, het kan iedere hulpverlener zijn, of docent. Als er sprake is van een afhankelijke relatie treed het vaak op. Wat is er aan de hand? Aan de hand van mijn verhaal zal ik proberen uitteleggen wat er nu precies gebeurt. Ik spreek dus alleen voor mezelf, maar hoop dat anderen zich zullen herkennen en daar wat van kunnen leren.
Mijn verhaal:
Ik begin het jaar rumoerig. Ik krijg enorme ruzie met iemand die mij maar niet wil begrijpen en maar beweert dat ik toch man ben. Mijn woede is uitzonderlijk groot. Het grijpt mij ook bovenmatig aan. Ik slaap nachtenlang slecht en de sfeer in huis verslechterd met de dag. Tegelijkertijd bezoek ik wekelijks een therapeut. Daar komen zijdelings mijn problemen aan bod en ze werkt aan mijn eigenwaarde. “Ik mag er zijn” is een belangrijk thema. Ik merk dat ik na ieder bezoek meer energie krijg. De sessies ervaar ik op een gegeven moment als heel bijzonder. Ik merk dat ik thuis steeds vaker aan haar denk en dat ze langzaam in mijn hoofd en hart kruipt. Ik ben verliefd, zo erg dat het iets obsessiefs heeft. Ik zoek internet af op foto’s van haar en als ik daar naar kijk sta ik in vuur en vlam. Tegelijkertijd besef ik dat dit niet normaal is. Zij is duidelijk hetero en 30 jaar jonger. Ik denk dat ik gek geworden ben en schaam mij diep. Hoe kan dit nu gebeuren? En nog veel belangrijker vraag: hoe kom ik hier vanaf? Ik besluit dat ik het maar op zijn beloop moet laten en de verliefdheid vanzelf te laten uitdoven.
Gelukkig heb ik een vriend waar ik alles mee deel en dat helpt al veel. Maar ook hij maakt zich zorgen, zo’n onmogelijke verliefdheid. Ik bezoek gedurende die tijd ook een psycholoog die mij helpt met mijn angst voor de grote operatie die eraan komt. Maar die angst blijkt enorm mee te vallen, het speelt nauwelijks een rol. Ik ben verliefd en kan de hele wereld aan. Zij zegt ook dat mijn verliefdheid langzaam minder zal worden, als de situatie thuis verbeterd. Iets wat opmerkelijk is, als ze had geweten wat er echt aan de hand was, had ze die uitspraak nooit gedaan. Omdat de operatie voor de deur staat moet ik zorgen dat de situatie thuis verbeterd zodat ik helemaal uitgerust voor de ingreep ben. Met veel energie word de ruzie opgelost en keert de goede sfeer in huis terug. Ik ben klaar voor de operatie. De operatie blijkt voor mij geen opgave maar juist een rustpunt. Ik moet me volledig op mezelf concentreren om mijn herstel zo goed en snel mogelijk te realiseren.
Het is niet makkelijk maar het lukt goed. Ik heb even geen therapieën meer en alles is kalm. Wel denk ik nog regelmatig aan haar en de verliefdheid is nog niet verminderd. Ik werk hard aan mijn herstel zodat ik haar weer snel kan bezoeken.
Vijf weken na de operatie sta ik weer bij haar op de stoep. Maar mijn eerste sessie valt zo tegen. Wat doet ze afstandelijk en zakelijk. Zou ze iets door hebben? In plaats van energie geeft het mij pijn. Ik schrik hier zo van, dat mijn hoofddoel wordt om zo snel mogelijk de verliefdheid de kop in te drukken. Maar hoe? De verliefdheid verhevigt zich en de sessies worden steeds pijnlijker. Het lijkt zo simpel, sessies stoppen en loslaten, maar ik kan het niet. Ik kan de gedachte, haar nooit meer te zien, niet verdragen. Hoe kan het toch zover gekomen zijn? Ik ga analyseren. Wilde ik misschien, als verdrongen verlangen, toch verliefd worden? Er waren voorheen al meer kansen geweest op een succesvolle verliefdheid, maar die allemaal afgeslagen. Nee ik wilde echt niet verliefd worden! Waarom werd ik op haar verliefd en niet op een van de andere hulpverleners die ik inmiddels al gehad heb? Er was een hulpverlener waar ik een bijzondere klik mee had en waarbij iedere sessie een feest was. Die hulpverlener is mij ook komen opzoeken in het ziekenhuis toen ik daar lag. Ze zei toen dat wij een bijzondere klik hadden. Tevens was het leeftijd verschil met haar lang niet zo groot. Waarom niet op haar verliefd geworden?
Er vielen me wel een aantal dingen op aan de verliefdheid: A de enorme hevigheid; B het ontbreken van romantische fantasieën; C het ontbreken van het verlangen om dag en nacht bij haar te zijn. Hoe raar is dat, heftig verliefd zijn en toch niet verlangen naar een romantische relatie. Ik snap er niks van.
Na de vakantie denk ik dat de verliefdheid over is. In een beste stemming bezoek ik haar weer. De sessie verloopt weer goed, alleen maakt ze kenbaar dat de therapie er bijna opzit.
Ik heb goede vorderingen gemaakt en ze kan niet meer zoveel voor me doen. Ik raak totaal in paniek. Als ik thuis ben, word ik in eerste instantie boos op haar. Hoe kan ze dat nou zeggen, ik ben nog lang niet klaar. Daarna het besef dat inderdaad de therapie echt wel klaar is. Het doet pijn en ik voel me zeer terneergeslagen.
In mijn wanhoop google ik op “verliefdheid en therapeut”. Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven, wat staat daar? Er is niet sprake van een echte verliefdheid maar van overdrachtsgevoelens. In eerste instantie denk ik nog “wat maakt het uit hoe je het noemt”, maar als ik verder lees volgt de herkenning. Ik lees van mensen die verliefd worden op hun therapeut die veel ouder zijn. Ik lees van een vrouw die hetero is, gelukkig getrouwd en twee kinderen, die ineens verliefd wordt op haar vrouwelijke therapeut. Ik voel een opluchting in mij opkomen, Ik ben niet gek! Maar wat is dat nu overdracht en om welke gevoelens gaat het bij mij?
Overdracht is een term die door Sigmund Freud, een beroemd en berucht neurolog/psycholoog uit de vorige eeuw, is geïntroduceerd. Hij ontdekte dat cliënten hem gingen zien als de persoon waarmee ze een probleem hebben. Dit is een volledig onbewuste reactie op de therapeut. Bijvoorbeeld als iemand vervelende ervaringen met haar vader had gehad, dan ging zij Freud zien als de strenge vader. Zij kon dan heel boos op hem worden. Negatieve overdracht. Andere zagen weer een liefhebbende vader in hem en werden verliefd op hem. Positieve overdracht. Freud beschouwde dit eerst als een probleem, later zag hij de voordelen hiervan in en wekte juist die gevoelens op om ze dan samen met de cliënt te analyseren, om zo sneller tot een resultaat te komen.
Overdracht ontstaat wanneer onverwerkte gevoelens, wensen, behoeften en onverwerkte frustraties, die thuishoren in een eerdere (opvoedings-) relatie, geprojecteerd worden naar een ander persoon, meestal binnen een afhankelijke relatie: therapeut, begeleider, docent.
Wat een ontdekking was dit voor mezelf. Ik ben dus niet verliefd maar projecteer onverwerkte frustraties en wensen op haar. Ik voel me daarom heel afhankelijk van haar en raak in paniek bij de gedachte zonder haar door te moeten gaan. Volgende stap was om te achterhalen om welke gevoelens het nu ging. Een paar dagen later kreeg ik het antwoord toen ik naar het eo programma “in de kist” keek. Daar praatte Wim Helsen over de dood van zijn vader. Dat hij een moeilijke relatie met zijn vader had gehad met veel ruzies. Op een gegeven moment zei hij dat het belangrijkste voor een kind was begrip van zijn ouders. Een tranenstroom volgde bij mij. De pijn van het niet begrepen worden door je ouders kwam naar boven. Ik heb ooit vlak voor haar dood met mijn moeder proberen te praten over mijn transgender zijn. Maar ze zei letterlijk “ik wil het niet weten!”. Ik voelde de pijn toen niet, maar nu wel. Onmiddellijk werd ook de link met mijn therapeut duidelijk. Zij toonde zoveel begrip en van haar mocht ik er zijn, wat van mijn ouders niet mocht. Ik werd niet boos op haar maar projecteerde de wens om door mijn ouders begrepen te worden op haar. De negatieve overdracht had ik blijkbaar op de persoon afgereageerd die mij niet wilde begrijpen. Dit was de boosheid naar mijn ouders toe, vandaar mijn extreme woede.
Eindelijk heb ik weer houvast en kan ik gaan werken aan de verwerking van mijn frustraties. Als ik daar aan ga werken zal de verliefdheid voor mijn therapeut verdwijnen en kan ik vrij zijn. Daar gaat het om in de transitie, de bevrijding.
Auteur: Kaat