Naast de zorg om de gezondheid doemt er bij een geboorte altijd één grote vraag op: wordt het beschuit met blauwe, of met roze muisjes? Ongevraagd komt ieder mens ter wereld als man of vrouw. Het grootste gedeelte van de samenleving weet niet beter en voelt zich goed bij het man- of vrouwzijn. Maar wat als je je onbehaaglijk voelt met het meegekregen geslacht?
Het willen veranderen van geslacht wordt transseksualiteit genoemd. Volgens de maatschappelijke organisatie Humanitas voelt wereldwijd 1 op de 11.000 mannen en 1 op de 30.000 vrouwen zich permanent ongemakkelijk met de toebedeelde geslachtskenmerken. Bijna drieduizend hiervan wonen in Nederland. Travestie = Transseksualiteit? Transseksualiteit is niet hetzelfde als travestie. Mannen die bijvoorbeeld een avond helemaal uitgedost als vrouw op stap gaan, zijn niet vanzelfsprekend transseksueel. Transseksuelen voelen zich opgesloten in een lichaam wat ze niet willen hebben. Andere kleding en een typisch mannelijk of juist vrouwelijk kapsel helpen niet. Het leidt misschien af, maar dat is voor even. De ontwikkeling van rolverdeling Er is nog niet bekend waar de drang om van geslacht te veranderen vandaan komt. Diverse onderzoeken wijzen op verschillen in de hersenkernen van een transseksueel en een niet-transseksueel. Maar ook opvoeding en de omgeving spelen een rol in de manier waarop de wens om van geslacht te veranderen tot uiting komt. Baby’s kunnen in hun eerste levensjaar al onderscheid maken tussen een vrouwelijk gezicht en een mannelijk gezicht. Het verschil in de stem, wordt zelfs al tijdens de eerste maanden herkend. Kinderen beseffen rond de kleutertijd wat het werkelijk betekent om een man of vrouw te zijn. Dit leidt tot gedragskeuzes. Jongens gaan met jongens spelen en meisjes hebben speciale ‘meidenclubs’. Zo koppelen kinderen bijvoorbeeld het ‘man zijn’ aan het spelen met auto’s. Als een jongen voor een barbiepop kiest, klopt dit niet met de rolverdeling die ze in hun leefomgeving ervaren. Mensen worden zo heel jong bewust gemaakt van wat niet en wat wel geoorloofd is. Transseksuelen voelen zich hierdoor geremd, onbegrepen en niet geaccepteerd. Dat maakt het proces verandering een stuk ingewikkelder. Methodes voor behandeling Het Nederlandse beleid voor de behandeling van transseksuelen is gebaseerd op de werkwijze van de organisatie Harry Benjamin International Gender Dysphoria Association. Bij transseksualiteit, ook wel genderdysfoor genoemd, staan vier begrippen centraal: Gender-identiteit: het gevoel man of vrouw te zijn; Gender-rolgedrag: gedrag dat binnen een bepaalde maatschappij ‘normaal’wordt geacht voor één van de twee seksen. Zoals jurken en make-up geassocieerd worden met vrouwen; Het lichamelijke geslacht: dit omvat chromosomen, geslachtsklieren, hormonen en genitaliën Seksuele oriëntatie: voelt de persoon zich aangetrokken tot mannen, of vrouwen. Geen mens is hetzelfde In de praktijk blijken talloze combinaties in deze thema’s mogelijk. Daarom is het belangrijk dat ieder die een behandeling aanvraagt, een persoonlijk traject van geslachtsverandering krijgt. De diagnose kan alleen worden vastgesteld op grond van de informatie die de aanvrager van de geslachtsverandering verteld. Dit is altijd subjectief. Er is niet altijd vertrouwen in de praatsessies met doktoren. Angst voor het uitstellen van de operatie, kan ervoor zorgen dat er niet snel over angsten en onzekerheden gepraat wordt. Daarom duurt de procedure om van man in een vrouw te veranderen -of andersom- jaren. Voor jonge aanvragers is de procedure nóg langer. Er zijn extra eisen aan de diagnose. Ook zijn er praatgroepen speciaal voor tieners tussen de 12 en 18 jaar en hun ouders. Een werkelijke geslachtsverandering vindt plaats wanneer het kind volwassen is. Hiervoor kan wel al begonnen zijn met therapie en logopedie. In uitzonderlijke gevallen wordt rond de leeftijd van 16 jaar met een hormonenkuur gestart. Door op jonge leeftijd te beginnen met de speciale kuur, worden kenmerken zoals een lage stem, baardgroei of borstontwikkeling onderdrukt. Volwassenen die een geslachtsverandering ondergaan, stuiten op meer obstakels. Baardgroei moet geëpileerd worden, de adamsappel zit in de weg, of er zijn al vrouwelijke vormen ontstaan. Met een hormonenkuur kan dit langzaam maar zeker veranderd worden. De ‘real life test’is de grande finale van het gehele proces. Zo’n anderhalf jaar leeft de man als een vrouw of vice versa. De kledingstijl, manier van praten en de uitstraling worden in deze periode verder ontwikkeld. De begeleiding en therapie is heel intensief. Zo kan de transseksueel én de omgeving wennen aan het feit dat ‘hij’voortaan een ‘zij’is. Nadat deze test goed is doorstaan, geven de behandelaars groen licht voor een operatie aan de genitaliën. De transformatie Er zijn verschillende fases waarin de transformatie langzaam een feit wordt. Psychiatrisch onderzoek: in deze fase worden gesprekken gevoerd die maanden kunnen duren. Psychiaters of psychologen gebruiken hiervoor internationaal erkende meetinstrumenten. Hormoonbehandeling: zodra het groene licht is gegeven, wordt er gestart met hormoonbehandelingen, die langzaam het uiterlijk zullen veranderen. Dat kan bijvoorbeeld door testosteron (mannelijk hormoon) of oestrogeen (vrouwelijk hormoon) of anti-mannelijkhormoon in tabletten of injecties. De gevolgen van de hormonen zijn goed te zien en leiden voor mannen tot borstgroei, zachte vormen en erecties of zaadlozingen verdwijnen. Voor vrouwen betekent het het verdwijnen van menstruatie en mannelijke haargroei. Huidtherapie en gezichtsbeharing: afhankelijk van de transformatie wordt er huidtherapie gedaan, waarbij huid onthaard wordt. Dit doet een gespecialiseerde huidspecialist. Verschillende operaties: bij een vrouw die een geslachtsverandering wil ondergaan, moeten de borsten, de baarmoeder en de eierstokken worden weggenomen. De urineleider worden verlengd en er wordt door middel van plastisch chirurgie een penis en balzak gemaakt. Bij een man wordt een neovagina gemaakt met de huid van de oude penis. Van de eikel wordt een clitoris gemaakt, waarmee zelfs een orgasme kan bereikt worden. De duur van behandelingen zijn persoonlijk en afhankelijk van factoren als genezing. Complicaties Veel transseksuelen denken na de operatie verlost te zijn van alle problemen. Dit is lang niet altijd het geval. Mogelijke spijtgevoelens na de operatie en reacties vanuit de maatschappij moeten uitvoerig besproken worden. In Nederland bestaat een nazorgtraject om transseksuelen hierin te begeleiden. Tip Moeilijkheden om het onderwerp transseksualiteit bij vrienden en familie aan te kondigen en tóch de behoefte om te praten? Probeer met bijvoorbeeld een film het thema aan te kaarten. In de film ‘Beautiful boxer’ bokst een man om zijn transformatie naar een vrouw te financieren. Voor meer informatie: www.beautifulboxer.com Organisaties
Landelijk Bureau Humanitas – Humanitas Werkgroep Transsexualiteit en Genderdysforie
Postbus 71
1000 AB Amsterdam
Telefoon: 020 523 11 00
Virgin: zelfhulpgroep voor man-vrouw transseksuelen
Telefoon: 0346 3534 95
E-mail: virgin@wgtrans.nl
Rotterdam Zelfhulpgroep voor man-vrouw en vrouw-man transseksuelen
Telefoon:010 425 01 73
E-mail: transseksualiteit@humanitas-rotterdam.nl
Mannengroep zelfhulpgroep voor vrouw-man transseksuelen