Help ik ben verliefd op mijn therapeut II.

Omdat deel I veel gelezen is, is mij gevraagd om een vervolg te schrijven. Het vorige verhaal was nog niet afgesloten en iets te simplistisch voorgesteld. Ik ben nogal in wat valkuilen gelopen. Het hele onderwerp is nogal complex en ik moest een halve psycholoog worden om het te begrijpen. Ik zal het hele proces zo simpel mogelijk proberen uit te leggen.

Ik wil voorop stellen dat dit de meest heftige gebeurtenis uit mijn leven is. Ik heb nooit kunnen bevroeden dat therapie zo’n enorme impact zou kunnen hebben.

De therapie.

Mijn therapeut was geen psychotherapeut en had totaal geen psychologische achtergrond. Ze had op een gegeven moment wel een vermoeden dat ik verliefd op haar was, maar hieraan geen aandacht besteed, omdat het niet nadelig voor de therapie was. Net zo min als ik, had ze enig idee wat er nu werkelijk speelde. Toen ik haar vertelde dat hier overdracht in het spel was, was ze met stomheid geslagen. Hierna heb ik geen contact meer met haar gehad. Een collega van haar vertelde mij, dat dit een gevolg was van het feit dat mijn therapeut zelf nogal aangedaan was door het hele gebeuren. Dat was heel pijnlijk voor mij. Het zette mij wel aan, om me te verdiepen in wat er nu precies gebeurd was. Ik wilde mijzelf en de reactie van de therapeut begrijpen.

Mijn therapie werd in eerste instantie gekenmerkt door een grote klik tussen de therapeut en mij. Vol overgave werd er gewerkt aan het te bereiken doel. Ze had een blokkade bij mij waargenomen en haar behandeling richtte zich voor een groot gedeelte op het weghalen van die blokkade. Herhaaldelijk wees zij mij erop dat ik er mocht zijn. Iets wat ik rationeel niet begreep, ik zat immers recht tegenover haar. Maar mijn onderbewuste begreep heel goed wat ze bedoelde. Het kind in me, die in mijn jeugd zorgvuldig was weggezet, begon zich te roeren. Het meisje dat ik niet mocht zijn, werd ineens geroepen. Ik ervaarde een magisch geluksgevoel. De sessies waren zo geweldig. Ik had het idee dat ze recht in mijn ziel kon kijken. Ik beschouwde mijn therapeut op een gegeven moment als de grote verlosser. Zij zou mij bevrijden en de perfecte vrouw van me maken. Ik was verliefd op haar geworden, op een manier die ik nog nooit in die mate had ervaren. Ik vond dat in eerste instantie heel onwenselijk. Ik begreep het ook niet, ik was niet opzoek naar een partner en had totaal geen seksuele behoefte, omdat de cyproteronacetaat (Androcur) mijn libido tot nul had gereduceerd. Ik beschouwde het als een vorm van gekte. “Mijn onderbewustzijn maakt een foutje” dacht ik. Dit was de eerste valkuil waar ik inviel. Mijn therapeut op haar beurt lukte het niet om die blokkade te slechten. Ze stuitte bij mij op mijn verdedigingstechnieken die ik als kind had ontwikkeld, het ontkennen van pijn en het weglachen.

Gedurende de geslachtsoperatie die ik toen onderging, heeft de therapie even stilgelegen. Bij de hervatting hiervan, herkende ik mijn therapeut niet meer terug. Ze was afstandelijk en gedroeg zich onverschillig. Ze liet doorschemeren dat het haar niet uitmaakte of ik nu vorderingen maakte of niet. Ik begreep niets van deze radicale omslag. De magie tussen ons was verdwenen en ik kreeg het idee dat ze zo snel mogelijk van mij af wilde. Op mijn beurt stuitte ik op de verdedigingstechnieken die mijn therapeut in haar jeugd had ontwikkeld, onverschilligheid. Ik keek daar echter dwars doorheen en zag een heel lief en kwetsbaar meisje die ook in haar jeugd de nodige deuken had opgelopen. Nu was het net of ik in haar ziel kon kijken. Maar ik kon geen grip meer op de situatie krijgen en ervaarde de sessies als uiterst pijnlijk. Ik gaf de verliefdheid de schuld en ging mij richten op het bestrijden hiervan. Valkuil twee waar ik inviel. Op internet las ik dat therapeutische verliefdheid een overdrachtsgevoel was. Valkuil nummer drie. Ik begreep nu wel dat die verliefdheid een therapeutisch fenomeen is. Dus besloot ik het haar te vertellen. Nadat ik haar verteld had over mijn verliefdheid, heeft ze de therapie afgebroken, zonder evaluatie of eindgesprek. Wel heeft ze mij naar een collega doorverwezen voor familie opstellingen (een alternatieve therapie) en stilzwijgend aangenomen dat ze nu van mij af was. Echter vond ik dat ik nog lang niet klaar was en heb haar een email geschreven waarin ik uitlegde dat ik nog niet klaar was. Ze heeft die nooit beantwoord en doorgeschoven naar haar collega. Voor mij heel pijnlijk, ik voelde mij in de steek gelaten. Haar collega melde mij dat ik prima functioneerde en de therapie succesvol was geweest. Daar was ik het totaal niet mee eens, maar de pijn over het verlies van mijn therapeut overheerste alles. Nog nooit heb ik zoveel pijn in mijn leven ervaren. Wat was hier aan de hand en hoe moest ik dit oplossen?

In eerste instantie heb ik internet als informatiebron gebruikt. Ik las daar verhalen van mensen die hetzelfde was overkomen. Bij allen was het een heel heftige ervaring. Ik leerde dat de verliefdheid onafhankelijk van leeftijdsverschil, geslacht en geaardheid was. Het was dus iets anders dan een biologische verliefdheid, die gericht is op paarvorming en voortplanting. Ik las ook een heel verontrustend verhaal van iemand die na 4 jaar nog steeds op zijn therapeut verliefd was, ondanks dat hij haar heel lang niet gezien had. Dat wilde ik koste wat kost voorkomen. Daarom heb ik een psychotherapeut ingeschakeld. Bij haar leerde ik wat overdracht is. Over de pijn die ik als kind had opgelopen omdat van mij verondersteld werd dat ik mij als jongen zou gedragen. Over hoe afhankelijk ik was van mijn ouders en hoeveel ik van mijzelf heb moeten wegcijferen. Er kwam een stroom van pijn vrij en dat werkte enorm opluchtend.

Ik was ook erg boos op mijn therapeut omdat ze mij zo aan de kant had geschoven en weigerde daar enige verantwoording over af te leggen. Ik begreep dat ik in een rouwproces zat over het verlies van mijn therapeut. Ik moest ook haar gedrag begrijpen en daarom alles leren over de tegenoverdracht. Ik ging boeken lezen. Eén daarvan was het boek: “Inzicht in overdracht en tegenoverdracht” van Anita de Nennie. Dit opende mijn ogen. Ik begreep dat er tussen de therapeut en mij een onbewuste communicatie van ons innerlijk kind had plaatsgevonden. Om dit proces goed te begrijpen raad ik je aan om dit boek te lezen, daar staat alles helder uitgelegd. Ik ging er echter vanuit dat ik, als cliënt, in de overdracht zat en de therapeut in de tegenoverdracht. Valkuil nummer vier. Anita de Nennie had mijn verhaal gelezen en wees mij erop dat ik ook in de tegenoverdracht zat. Dat ik opgescheept zat met de pijn van mijn therapeut. Gelukkig zijn er technieken (visualisatie) om van de pijn af te komen, zonder dat die persoon aanwezig is. Ik paste die toe en al mijn pijn verdween als sneeuw voor de zon. De verliefdheid was weg, maar ik zat nog wel met een naar gevoel over hoe het allemaal verlopen is.

In eerste instantie was ik ‘in de overdracht’ gekomen en mijn therapeut ‘in de tegenoverdracht’. Ze maakte kennis met het kind in me. Daarbij drong ik haar de rol op van verlosser. Wat misschien in het begin wel leuk was, maar op den duur beklemmend werd. Onbewust ging ze zich verzetten tegen die tegenoverdracht en greep terug op verdedigingstechnieken uit haar jeugd, waardoor ik ‘in de tegenoverdracht’ kwam. Therapeutische verliefdheid is een zeer complex fenomeen. Daarom ben ik ook een website aan het opzetten, die hulp moet bieden aan al diegenen die er midden inzitten.

Uitleg

Mijn verhaal maakt duidelijk wat er kan gebeuren als de therapeut niet weet wat een overdracht of tegenoverdracht is. Daar draait het namelijk om bij een therapeutische verliefdheid. Wat is overdracht? Het heeft alles te maken met je jeugd. Als kind word je bijgebracht om sommige kanten van jezelf niet naar buiten te brengen, om allerlei goedbedoelde redenen. Het kind ervaart dit als pijnlijk, maar omdat het afhankelijk is van de ouders of opvoeders, kan het geen kant op. Omdat je nog niet kunt omgaan met die pijn, verdring je het naar je onderbewuste. Maar de pijn, de frustraties en allerlei andere gevoelens die daaraan te pas komen, blijven wel zitten. Het is logisch dat je gedurende je leven van die pijn af wil komen. Dat kun je doen door het op een ander over te dragen. Het meest simpele is geweld gebruiken. Een jongen die door zijn vader regelmatig wordt geslagen zal in de meeste gevallen niet zijn vader terugslaan, omdat hij afhankelijk van hem is en bovendien veel zwakker is. Hij kan dan wel op iemand anders (veelal een veel zwakker persoon) zijn vader projecteren en die in elkaarslaan. Zo probeert hij letterlijk van de pijn af te komen. De maatschappij zou er erg gewelddadig uitzien als iedereen zo zou reageren. Dus gebeurt het subtieler. In plaats van geweld kun je woorden gebruiken. Het probleem is echter dat die pijn in het onderbewuste ligt opgeslagen en daarom moeilijk onder woorden is te brengen. Maar wij kennen ook non-verbale communicatie. Met mimiek en subtiele gebaren kan er heel veel informatie vrij komen. Daar zijn wij ons niet bewust van. Zo kunnen wij ‘onderhuids’ onze pijn overdragen zonder dat iemand dit direct door heeft.

Wat is de tegenoverdracht? Dat is de reactie van de persoon op wie de overdracht heeft plaatsgevonden. In het simpele geval van geweld, kan de persoon terugslaan, vluchten, of gelaten de slagen incasseren. In het onbewuste proces gebeurt iets dergelijks. De persoon kan zich in de rol laten dringen van de overdrager en gedwee de pijn incasseren. Wanneer dit gebeurt ervaart de persoon de pijn, maar heeft geen idee waar het vandaan komt. Het kan ook zijn, dat de ontvanger op zijn beurt zijn pijn aan de overdrager geeft. Een soort onbewuste ruilhandel.

Overdracht en tegenoverdracht komt altijd en overal voor. Het is in de therapeutische setting echter bekend geworden, omdat het daar zo prominent naar voren komt. Wat gebeurt er nu tijdens de therapie. Ten eerste kom je als cliënt in een afhankelijke rol. De therapeut gaat jou vertellen wat je wel en niet moet doen om het beste resultaat te behalen. Deze afhankelijke positie kennen we uit onze jeugd. Het innerlijke kind gaat zich al roeren. Daarna gaat de cliënt de therapeut ‘aftasten’, in hoeverre kan ik hem vertrouwen? In de meeste gevallen zullen we ervaren dat je hem alles kan toevertrouwen zonder dat hij er een oordeel over velt. Dat is heel vertrouwd, iets wat we bij onze ouders gemist hebben. Het kind in ons wil zich nu duidelijk profileren. De therapeut gaan we idealiseren en als een soort godheid zien. Als de therapeut dan, ook onbewust, zich in die rol laat dringen, dan is het tijd voor het innerlijk kind om naar buiten te komen. De cliënt ervaart dit als enorme bevrijding. Ik ervaarde het als magisch. Dit wordt positieve overdracht genoemd. Op het moment dat de therapeut weigert nog mee te gaan met de illusie van de grote verlosser, beland de cliënt in de negatieve overdracht.

Ik werd verliefd, niet omdat ik zo nodig een romantische affaire met haar wilde hebben, maar omdat ik mij aan haar wilde hechten. Ik wilde net zo lang mijn pijn op haar overdragen totdat ik er verlost van zou zijn. Maar dat is natuurlijk een illusie. De verliefdheid is zeker niet een complicatie of een bijwerking van de therapie, maar een symptoom dat er in de diepte iets wringt. Ook dit is een valkuil waar velen, waaronder hulpverleners, intrappen. Omdat mijn therapeut geen psychotherapeut was kon ze mij niet verder helpen en de therapie afbreken was de enige en juiste beslissing. Alleen de manier waarop het gegaan is heb ik nog grote moeite. Omdat mijn therapeut ook niet op de hoogte van het fenomeen overdracht en tegenoverdracht kon ze mij niet de duidelijkheid geven die ik zo broodnodig had.

Gelukkig kan ik met behulp van mijn psycholoog de pijn structureel aanpakken. Ik hoop dat mijn innerlijk kind nooit meer iemand nodig heeft om naar buiten te komen. Het mag er zijn!

Valkuilen

De eerste valkuil is de therapeutische verliefdheid te zien als een romantisch verlangen. In de biologische zin van paarvorming en vermenigvuldiging. Primair is daar geen sprake van. Het is een hechtingsdrang omdat de therapeut heel belangrijk is geworden voor de cliënt. Therapeutische verliefdheid komt veel voor, slechts zelden resulteert dit in een geslaagde relatie.

Tweede valkuil is de therapeutische verliefdheid te beschouwen als een complicatie of bijwerking van de therapie. Dat is het niet. Het is juist een symptoom dat er in de diepte van het brein een gevoelige snaar is geraakt. Het is dan zaak om het probleem te verhelderen en op te lossen. Eigenlijk is het een teken dat je op de goede weg bent. Het is een probleem wanneer je therapeut niet geschoold is om dit psychisch probleem te behandelen. Zaak is het dan om een goede psychotherapeut in te schakelen.

Je leest nog wel eens dat de therapeutische verliefdheid een overdrachtsgevoel is. Dit is heel verwarrend, omdat er gevoelens uit het verleden worden overgedragen op de therapeut. Dat kan natuurlijk geen verliefdheid zijn. Het gaat om pijn, frustraties, verlangen, boosheid enzovoorts. Verliefdheid past daar niet tussen. Dat is meer een toestand van het brein die langere tijd aanhoudt. Niet zoiets als boosheid, dat opkomt, weer wegebt en eventueel verdrongen kan worden.

De vierde valkuil is te denken dat overdracht bij de cliënt hoort en de tegenoverdracht bij de therapeut. Veelal is dat wel het geval, maar wanneer de therapeut niet de overdracht en de tegenoverdracht (her)kent, dan kan het mislopen. Op zijn beurt kan de therapeut zijn eigen behoeftige kind op de cliënt loslaten. Het is mij overkomen en dat is de meest heftige gebeurtenis die mij ooit overkomen is. Gelukkig ben ik deskundig geholpen en ben ik zowel uit de overdracht als de tegenoverdracht gekomen. Het heeft echter veel voeten in de aarde gehad. Overdracht en tegenoverdracht is niet een specifiek therapeutisch fenomeen, Ook in het dagelijks leven speelt het een rol.

Valkuil nummer vijf: Overdracht is positief of negatief. Zo simpel ligt dat niet. Het kan zijn dat de therapeut boosheid, frustraties en dergelijke naar boven haalt. Dan wordt er gesproken van een negatieve overdracht. Als de therapeut een verlangen of een vurige wens naar boven haalt, dan ervaart de cliënt dat als heel positief. Het gevaar dreigt dat de cliënt de therapeut als de grote verlosser gaat zien. Op het moment dat de cliënt ingaat zien dat dit een utopie is, gaat de positieve overdracht over in een negatieve. De cliënt is hevig teleurgesteld in zijn therapeut. Uiteindelijk zal iedere overdracht negatief zijn, maar zeker niet nutteloos.

Auteur: Kaat

 

 

 

Vorig artikelIs transseksualiteit besmettelijk?
Volgend artikelMuurschildering van transgendervrouw in Darwin Australië

4 REACTIES

    • Nee deze therapeut is geen haptonoom. In het boek van Esther van Marle, ‘verliefd op mijn therapeut’, gaat het wel om een haptonoom. Met aanraking wordt waarschijnlijk ook onbewuste informatie uitgewisseld. Ikzelf ben een keer door deze therapeute gemasseerd en later ervoer ik pijn in deze regio. Mijn psychotherapeut doet ook haptotherapie bij mij, maar op een heel gecontroleerde manier. Ik ontwikkel ook geen verliefdheid op haar en ervaar ook geen pijn, maar wordt er juist pijn weggenomen.

  1. Zeer verhelderend verhaal, en heel herkenbaar omdat ik in een soort gelijke situatie ben beland in het verleden, ofschoon in een geheel andere context. Wellicht interessant om met elkaar eens van gedachten te wisselen via mail of telefoon.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in