Eerder dit jaar kon je in het Belgische online blad ZIZO lezen over ‘Stormachtig Stil, levensverhalen van roze ouderen’, een boek waarin de verhalen van 27 LGBTI+-ouderen gebundeld zijn door Eveline van de Putte. Onze redactie sprak met Fran, Regenboogambassadeur en roze oudere. Ze blikt terug op haar verleden en hoe ze zich ervan bewust werd dat ze transgender was; een besef dat moest rijpen door de jaren heen. Toen zij opgroeide werd er nauwelijks over zulke zaken gepraat.
Dag Fran, kun je jezelf kort voorstellen aan de lezer?
Fran: “Mijn naam is Fran. Ik ben 68 lentes jong. Ik heb een professionele carrière uitgebouwd in de sector financiën in Europa en Afrika. Op dit ogenblik geniet ik van mijn pensioen. Het leven is me gunstig gezind geweest: ik heb twee fijne dochters en twee kleinkinderen en ik heb een mooie carrière kunnen uitbouwen. Op dit ogenblik ben ik gelukkig getrouwd.”
Puzzelstukjes
Hoe kijk je terug op het verleden en het besef dat je transgender was?
“Ik had vrij vroeg het gevoel dat er iets niet ‘snor’ zat, maar wat dat was is pas laat duidelijk geworden. Vergeet niet dat er in de jaren zestig geen internet bestond, en dat er over zaken als seksualiteit of genderidentiteit amper of niet werd gesproken. Het heteronormatieve leven – een klassiek gezin dat bestaat uit een vrouw, een man, kinderen en een carrière – leek het leven dat je moest volgen. Je wilt er uiteindelijk bij horen.
Het is me pas rond mijn vijftigste duidelijk geworden dat ik transgender ben. Alle puzzelstukjes vielen plots op hun plaats. Het moeilijkste was erkennen en aanvaarden dat ik zo ben, en bovendien: dat er niets mis mee is.”
Hoe ging je hier persoonlijk mee om?
“Ik heb jarenlang mijn eigen echte ‘ik’ onderdrukt en verborgen gehouden, jaren toneel gespeeld. Ik had een gezin en kinderen en zijn kwamen op de eerste plaats. Toen ik door omstandigheden terug single werd, kwam alles in versneld tempo naar boven. Toch bleef dit nog jarenlang verborgen voor de buitenwereld. De kans dat je je werk verliest (ook al mag je niet worden ontslagen omwille van je seksuele voorkeur of genderidentiteit) was (en is) nog steeds groot. Werk is niet alleen de basis voor een inkomen maar ook een groot deel van je sociale contacten. Dat schrikte me af.
Dankzij sociale contacten die ik stilaan over mijn ware ik had verteld, heb ik uiteindelijk contact gelegd met de gezondheidszorg. Wat ik dus al lang vermoedde, werd nu in een snel tempo bevestigd. Een ware opluchting: “Ja, ik ben transgender en daar is niets mis mee”. Zestien maanden later verscheen eindelijk de ‘juiste’ persoon. Fran was er en stond in de wereld. Alles viel mee: de omgeving, het werk… Het ging vanzelf. Vooral ook dankzij de hulp van mijn omgeving. Natuurlijk waren er ook negatieve reacties, maar die had ik ingecalculeerd, dus dat heeft mij nooit echt geraakt.”
Waarom dat verleden verbergen? Het is er en heeft je toch gemaakt tot wie je nu bent
In ‘Stormachtig Stil’ van Eveline van de Putte getuigt een trans vrouw dat zij het bijzonder vond om haar eigen naam te kunnen kiezen. Hoe was dat voor jou?
“Mijn huidige voornaam is een afgeleide van mijn eerste voornaam. Ik gaf hem op in een opwelling bij het openen van mijn medisch dossier. Ik had al verschillende voornamen in mijn hoofd, maar toch heb ik bewust gekozen voor mijn huidige naam. In eerste instantie omdat ik toch een voornaam wilde houden die mijn ouders konden hebben gekozen, maar eveneens om het mijn omgeving makkelijker te maken me na de transitie bij mijn voornaam te noemen zonder al te veel vergissingen te maken – er viel maar een lettertje af. Ik was ondertussen achtenvijftig en had al een gevuld leven achter de rug. Waarom dat verleden verbergen? Het is er en de voorbije tijd heeft je toch gemaakt tot wie je nu bent, weliswaar nu uiteindelijk in de ‘juiste’ fysieke vorm.”
Hoe was de situatie vroeger voor trans personen? Hebben ze vandaag meer voordelen dan jij vroeger had?
“Natuurlijk waren de dingen vroeger anders. Er werd niet gepraat over holebi’s. ‘Trans’ was iets wat ik maar één keer gehoord had in mijn omgeving in de jaren zestig. Maar dat waren gesprekken die gevoerd werden in achterkamertjes. Ik kan me het gesprek waar ik als tiener per toeval bij zat nog goed herinneren: “Weet je, X is naar Casablanca vertrokken, je weet wel waarom, en nu gaat ze verhuizen…”. Achteraf, jaren later pas, wist ik wat men ermee bedoelde. Dat soort onderwerpen, over LGBTI+, waren taboe of verwijzingen ernaar werden gebruikt als scheldwoorden.
Vergeet ook niet dat het internet niet bestond. Waar moest je informatie zoeken? Zelfs al kende je de termen homo, lesbienne, trans…? Voor de huidige generatie lijkt het makkelijker: ze hebben toegang tot informatie, toegang tot ontmoetingskanalen, toegang tot de medische voorzieningen. Het blijft hoe dan ook een opgave om jezelf te leren aanvaarden zoals je bent, je blijft met angst zitten dat de omgeving je niet meer wilt, dat je niet ‘voldoet’. De heteronorm is nog altijd de standaard.
Het verschil is misschien ook dat het vroeger een verborgen wereld bleef. Er werd niet over gepraat. Nu zijn het begrippen die iedereen kent, maar voor velen zijn het slechts woorden, waarvan men de inhoud niet altijd goed kent. Dat maakt het voor de huidige generaties LGBTI+ ook niet makkelijker: er wordt snel met woorden gegooid.”
Jezelf aanvaarden zoals je bent is nog altijd even moeilijk als vroeger
Moest je vandaag een jonge trans persoon zijn, zou je de dingen dan anders doen?
“Misschien had ik wel veel vroeger contact opgenomen met contactgroepen. Sneller mensen opgezocht die antwoorden konden geven op de vragen die ik had. Het hoe, wat en waarom en hoe ik het mijn omgeving moest vertellen.
Het voordeel vandaag, lijkt me, is dat de druk om te voldoen aan de norm minder sterk is, je hoeft jezelf niet meer te verbergen of een dubbelleven te leiden.”
© DAVID DEGELIN
Vragenuurtje is voorbij
Zie je een verschil tussen jezelf vroeger en jonge trans personen vandaag?
“De jonge generatie transgenders is opener en staat vaster in de schoenen, maar soms heb ik het gevoel dat het ook beetje ‘stoer doen’ is. Ook zij zitten nog vol vragen, net als ik vroeger. Ook zij zijn onzeker, zelfs al staat de maatschappij er meer voor open. Jezelf aanvaarden zoals je bent, is nog altijd even moeilijk als vroeger. Jezelf leren kennen verloopt nog altijd op dezelfde manier als dat bij vroegere generaties het geval was. Het is en blijft groeien naar volwassenheid in een andere ‘vorm’ dan die waarin je geboren bent.”
Kreeg je vroeger steun van organisaties zoals çavaria?
“Het bestaan van organisaties zoals çavaria en het Roze Huis Antwerpen heb pas laat ontdekt. Ik heb zelf meer dan vijf jaar nagedacht over het gevolg van een transitie. Toen is de stap naar mijn vrouw-zijn snel gegaan. Het ‘vragenuurtje’ was voorbij.”
Alleen kennis zal discriminatie, afwijzing en ontkenning doen verdwijnen
Wat vind je zelf van de situatie van LGBTI+-personen vandaag?
“Het lot van de LGBTI+-gemeenschap is sterk afhankelijk van het wettelijke kader van de maatschappij waartoe je behoort. België is er open over, kent een duidelijk wettelijk kader en probeert discriminatie uit te roeien. In sommige andere landen gaat het er veel minder goed aan toe, zelfs in landen uit de Europese Unie. Mensen worden er gestigmatiseerd in de naam van andere overtuigingen. Ze zijn ‘afwijkingen’ en horen er niet te zijn. Transgender personen hebben het soms nog moeilijker, ze mogen zich niet officieel ‘vrouw’ of ‘man’ noemen. Ze mogen ook vaak zichzelf niet zijn qua uiterlijk.”
Wat vind je zelf dat er vandaag nog zou moeten veranderen?
“Mensen moeten leren en beseffen dat er zoveel verschillen zijn. De heteronorm is niet de zaligmakende norm, die is niet voor iedereen het beste. Alleen kennis over geslacht en gender zal discriminatie, afwijzing en ontkenning doen verdwijnen. Het wettelijke kader is nodig, maar is slechts een gedeeltelijke oplossing. Discriminatie verdwijnt niet met een wettelijke tekst. Kennis en begrip kunnen hier wel voor zorgen zodat de maatschappelijke aanvaarding stijgt.”
© DAVID DEGELIN
Samen sterk
Kun je vertellen over je rol als Regenboogambassadeur?
“Oorspronkelijk was ik vrij sceptisch. Ik kon niet vatten dat er in de 21ste eeuw nog zo veel onbegrip of gebrek aan kennis is over LGBTI+. Tot ik ineens doorhad dat oudere generaties met dezelfde problemen geconfronteerd waren in hun jonge jaren als ikzelf. Tijdens de eerste contacten met ouderen, in het kader van de Regenboogambassadeurs, zag ik vragen in de ogen van deze ouderen. Ze zochten antwoorden op vragen die ze nooit hadden kunnen stellen. Sommigen onder hen hadden personen in hun naaste omgeving (kinderen, kleinkinderen) die zelf tot de LGBTQ+-gemeenschap behoorden. Tijdens die contacten konden ze er in het bijzijn van andere ouderen over spreken, hun gevoelens verwoorden.
De andere ambassadeurs hebben allemaal hun eigen, uniek verhaal. Wat ze gemeenschappelijk hebben is de moed die ze hebben gehad om zichzelf te worden in moeilijke omstandigheden, in een maatschappij die er niet voor openstond, omstandigheden die voor de huidige generaties LGBTI+-personen onbekend zijn. Deze oudere generatie is de grondlegger van wat nu mogelijk is. De ambassadeurs hebben toch één ding gemeen: ze hebben het moeilijk gehad, maar ze hebben hun geestdrift, hun levenszin en gevoel voor humor behouden. Samen zijn we sterk.
Als we jonge trans personen kunnen helpen, dan zijn we er ook voor hen, maar we zijn er vooral voor de oudere LGBTI+’ers in de woonzorgcentra. Daar blijft LGBTI+ een moeilijk onderwerp. Er is geen onwil, verre van, maar heteroseksualiteit is vaak nog steeds ingebakken in de mentaliteit van die mensen. Het blijft de norm bij hen en het zal nog wel een tijdje duren voordat daar verandering in komt.”
Hoe kijken de ouderen tegenwoordig naar de LGBTI+-gemeenschap?
“LGBTI+ is nog steeds taboe onder ouderen. Ze zijn opgegroeid en grootgebracht in een omgeving die holebi’s en trans personen in het verborgene hield. Het was ‘zondig’, niet conform de norm. Nooit hebben ze vragen kunnen stellen, en ze hebben zeker geen antwoorden gekregen. Dat leeft ook vandaag nog steeds door. Nu kunnen ze hun vragen eindelijk stellen. Ze willen het allemaal begrijpen, ook het waarom. Ik heb zelf geen duidelijk zicht op hoe heteroseksuele ouderen omgaan met LGBTI+-ouderen. Wel merk ik dat, eens ze weten en begrijpen wat LGBTI+ is, ze er meer voor openstaan. Het taboe valt dan vaak weg. Kennis is gewoon zeer belangrijk. Plots is lesbisch of homo zijn niet meer zo belangrijk. Het wordt dan een klein deel van die persoon.”
Meer weten over de Regenboogambassadeurs? Bezoek hun site of Facebookpagina.