Conny (38) en Harrry Smit (35), hebben ogenschijnlijk een alledaags gezin: twee dochters,Jasmijn (10), Charlotte (7), en de jongste is zoon Cem (4). De hond Baloe maakt het stel compleet.Ze wonen in een gewone buurt in Emmen en zijn bezig met de verwezenlijking van Harry zijn droom huis. Harry is elektricien en Conny kapster,maar zij houdt zich nu fulltime met de opvoeding van haar kinderen bezig.De als Colin geboren zoon die nu Jasmijn heet en zich op en top meisje voelt, vraagt alle aandacht.
“Mijn kind moet psychisch door een zware tijd. Wij willen er alles aan doen om haar te helpen, te beschermen en gelukkig te maken. Want er is geen houden meer aan: Colin is dood en Jasmijn leeft.” Colin huilde veel. Hij had eczeem, alleen in zijn gezichtje. Moeder Conny trok dag en nacht met de baby op, zong haar kind in slaap en wiegde het tot het rustig werd. ”Achteraf vraag ik me af of hij toen al wilde aangeven dat er iets mis was. Toen hij 2 en een half jaar was schrok ik van wat hij opeens zei terwijl ik zijn haar knipte: Als Colin een meisje is, dan ben ik een meisje. Dat bleef bij me hangen en steeds vaker zag ik hoe hij naar meisjesspeelgoed greep en liever kleren met zachte kleuren droeg, dan stoere jongenskleding. Langzaam werd zijn binnenkant voor ons zichtbaar. Op zijn zesde riep Colin ineens dat hij zijn haar wilde laten groeien en dat hij meisjeskleren wilde dragen. ”Ik kon zijn verlangens niet meer wegwuiven met dat gaat-wel-over. Ik moest hem serieus nemen. De manier waarop hij het zei en waarop hij naar zijn zusje keek als die leuke kleertjes droeg, maakte mij duidelijk dat het geen gril was.Ik ging met hem naar de stad en liet hem zijn eigen kleren kiezen. Hij kreeg eerst laarsen met een hak en daarna nog wat shirtjes en broeken, geen uitgesproken meisjes outfit, maar toch ook geen echte jongenskleren. Wij waren helemaal onbekend met het probleem van genderdysforie. Dat is een ernstig gevoel van onbehagen over de beleving van je geslacht. Wat moest ik doen als ik mijn kind wilde helpen? Ik voelde zo sterk dat Colin een meisje was, alles wees erop. Je kan het wel ontkennen, maar dan zou hij heel ongelukkig worden.” Conny en Harry zochten hulp.”eerst op school, toen bij het maatschappelijkwerk en via de huisarts kwamen ze tenslotte bij het Genderteam van Peggy Cohen in Utrecht en later in Amsterdam terecht. De huisarts heeft ons goed geholpen. Hij zei dat moedergevoelens heel puur zijn en dat het dus allemaal wel waar zou zijn. Dat was een hart onder mijn riem.” Waar haar zoektocht naar Colin`s geluk toe zou leiden wist ze niet. ”Ik was heel erg bang. Natuurlijk had ik wel eens van transseksualiteit gehoord, maar dat woord had zo`n negatieve bijklank. Dan had ik nog liever dat hij homo was. We hadden er alles voor over om hem te helpen op zijn moeilijke weg.” “Bij het Genderteam in Utrecht werden we tenslotte heel goed geholpen. We kregen contacten met andere ouders van genderkinderen. We kregen tips om met de gevoelens van ons kind om te gaan. Colin voerde allerlei gesprekken met deskundigen, wij werden erbij betrokken en tenslotte werd vastgesteld dat Colin een meisje was in zijn gevoel. Langzaam maakten we met hem de ommezwaai.” “In die tijd zagen we Colin veranderen van een schuw verlegen en in elkaar gedoken jochie in een gelukkig en open en sociaal meisje. Op een dag had hij zijn naam gekozen: Jasmijn. Zo werd Colin voor altijd naar het verleden gejaagd. Soms zie ik nog wel eens foto`s van dat zachte jochie en dan doet het pijn, ik ben hem definitief kwijt, maar Jasmijn is er voor terug gekomen. Er is geen weg terug,denk ik. Soms zegt Harry nog wel eens dat het misschien allemaal nog wel veranderd, maar dan zeg ik: Kijk dan naar haar, je ziet toch een gelukkig meisje. Dat is niet gespeeld, dat is echt, het zit in de genen.” De buitenwereld is er nu wel aan gewend dat Jasmijn er is en Colin is verdwenen. ”Alle kinderen worden gepest, dus Jasmijn ook. De één omdat ie rode haren heeft, de ander omdat ie dik is en Jasmijn omdat zij een jongetje is. Pesten doet pijn, maar kinderen zijn hard. De school doet heel veel aan het thema en probeert pestkoppen op school tot inzicht te brengen.” “Jasmijn moet wel een heel sterke persoonlijkheid hebben, anders was ze zo jong niet voor haar gevoelens uitgekomen. Wij kunnen niet alle problemen voor haar oplossen.Het is moeilijk, bijvoorbeeld bij gymnastiek. Jasmijn wil gewoon bij de meisjes in de kleedkamer, maar dat zou teveel problemen geven. We hebben een tussen oplossing gevonden. Jasmijn heeft een eigen kleedruimte. Als de school op kamp gaat dan wil Jasmijn ook bij haar vriendinnetjes. We hebben het op school besproken en ook de ouders van de andere kinderen erbij betrokken. Niemand had bezwaren,dus zo is het gegaan en Jasmijn heeft het geweldig gehad.” Ook in het zwembad wil ze een bikini. We hebben een outfit gevonden met een rokje over haar broekje. Zij is gelukkig met die kleding, maar ze zal er aan moeten wennen dat er altijd mensen zullen zijn die haar niet begrijpen en haar zullen kwetsen. Je kan het niet tegenhouden. En als ik dan bedenk hoeveel ze nog moet doorstaan, dan ben ik bang. Ik heb zoveel respect voor haar. Hoe akelig zal de buitenwereld straks voor haar zijn? We zullen met z`n allen moeten accepteren dat er genderkinderen zijn en dat dit ook een groep mensen is die respect en waardering verdient. Daarom doe ik dit interview. Ik wil er meer bekendheid aan geven om mijn kind en de andere genderjongeren te helpen.” Als Conny gevraagd word naar haar visie op Jasmijns toekomst dan hoeft ze niet lang na te denken: ”Jasmijn zit nu in de pubertijd. Ze krijgt vette haren en jeugdpuistjes. Daarbij hoort ook een opstandig gedrag.We zijn haar aan het opvoeden. Als Jasmijn vervelend is,krijgt zij ook straf,net als alle andere kinderen. Maar soms denk ik: ze heeft het al zo moeilijk, nu moet ik haar nog straffen ook.” Opvoeden is een zwaar beroep. Je kinderen zijn je zo dierbaar. Je weet nooit of je het goed doet. Binnenkort gaan we met haar weer naar het Genderteam en daar krijgt ze puberteit remmende medicijnen. Ze weet dat ze geen kinderen zal krijgen. Jasmijn zal ook nooit ongesteld worden. Op haar zestiende kan er met vrouwelijke hormonen begonnen worden en als alles verder gaaat zoals men verwacht, dan kan ze pas op haar achttiende worden geopereerd. Dan is zij eindelijk verlost van haar mannlijk geslacht dat ze al vanaf haar jongste herinneringen zo heeft verafschuwd.” Ik vind het nog steeds heel moeilijk. Wat overkomt ons kind toch allemaal? Zoon Cem ontwikkelt zich als een stoer joch