Een aantal keren heb ik de man vrouw switch gemaakt. Ik ben zelfverzekerder en rustiger als dame op straat. Het is tijd voor een nieuwe make-over. Visagist en kapper Khalid helpt. Hij ziet mijn foto’s als Jenny en zegt: “Ik ga je transformeren.”

We spreken bij mij thuis af. Ik ben nerveus. “Rustig maar”, zegt de uit Zuid-Spanje afkomstige Khalid. Hij is een correcte jongen. Ik ken hem nauwelijks maar ik heb hem zo hard nodig, mijn hele lijf en geest vragen om een switch.

Hij stijlt mijn haar en het krijgt de door mij zo geliefde look. Hij begint met een föhn en een kam. Met de hitte van de haardroger trekt hij met de kam de krullen eruit. Ondertussen babbelen we vrolijk. Door de föhn versta ik Khalid soms niet. Het klikt tussen ons. “Ik werk met rolstoel gehandicapten”, vertelt hij. “Dat is mooi werk”, reageer ik.

Mijn haar is bijna klaar en met de stijltang maakt hij het karwei af. Het apparaat komt dicht langs mijn oren. Ik voel de hitte van de platen maar alles gaat goed. Even later kijk ik in de spiegel en een grijns van tevredenheid verschijnt. Heerlijk, om mezelf te zien met een perfect kapsel.

Na mijn haar begint Khalid met de make-up. Ik krijg ‘de Arabische look’. Hij begint met mijn ogen. Mijn wallen werkt hij vakkundig weg en de eye-liner zit in mum van tijd op zijn plek. “Niet kijken”, zegt Khalid, mijn neiging om mezelf in de spiegel te kijken onderdrukkend. “Pas als we helemaal klaar zijn”.

Doe ik zelf de make-up dan kies ik voor één en maximaal twee kleuren oogschaduw. Khalid gooit alles (wit, grijs en twee tinten groen) door elkaar. Met mijn kleine kwastje veegt hij het poeder op mijn oogleden en eromheen. Mijn oogrand maakt hij met oogpotlood zwart. De wimpers krijgen boven en onder met mascara dezelfde ‘kleur’ en ook mijn wenkbrauwen (epileren en mooi bruin bewerkt) vergeet hij niet.

Als we klaar zijn kijk ik in de spiegel. Ik kan nauwelijks geloven wat ik zie. De oogschaduw is prachtig glimmend grijs, mijn wimpers zijn vol donker en de eye-liner geeft een extra touch.

Bij mijn opgemaakte gezicht hoort een chique jurk. Ik draag een zwarte met gouden accenten en ik loop op een bijpassende kleur hakken. Verder draag ik een getailleerde beige jas en er bungelt een zwarte handtas met zilveren details aan mijn arm. “Laten we naar een cafetaria gaan”, stelt Khalid voor. Wat een heftig idee! Ik durf niet want mijn borsten zijn te klein. “Stop sokken in je bh”, giechelt hij. Ik geef gehoor aan zijn idee en warempel, ze lijken net echt. Ik doe mijn vrouwenjas aan en twee ronde even grote vriendinnen priemen naar voren. Toch zit me iets dwars: ik heb een beetje haar op mijn borst. Het is niet veel maar een goed verlichte bar binnenstappen gaat mij te ver.

We zijn inmiddels buiten en lopen de straat uit, de heuvel af naar beneden. In het donker voel ik me zeker en mooi, maar ik ben onzeker over mijn stem. Verraadt deze dat ik een mannenlijf heb? Misschien wel, maar belangrijk is dit niet.

Mijn kijk op mijn transitie proces verandert door transvrouw Jessy die ik bij de transtherapie ontmoet. Ze is te gast en vertelt ons haar verhaal. “Ik wist van jongs af aan dat ik anders was. Als kind probeerde ik vrouwenkleren maar mijn vader betrapte me en werd woedend.”

“Ik leerde dat vrouwenkleding dragen niet kan en ik leefde jaren als gespierde man met een zware baard. Ik had een vriendin, een huis en een auto maar na een lange tijd kon ik dit leven niet meer aan. Toen besloot ik om te transformeren”. Hoe zijn je ervaringen met je omgeving? vraag ik. “Positief”, zegt Jessy: “Toen ik switchte was ik bang om de straat op te gaan. Maar mijn vrees klopte niet met de realiteit. Op een scheldpartij na heb ik geen problemen gehad.”

Ik breek met mijn dubbelleven

Met haar verhaal in mijn hoofd raap ik mijn moed bij elkaar en besluit te gaan shoppen. Ik kies de winkel waar ik als man al vaker tussen de rekken van de vrouwenkleding keek. Ik zoek iets moois uit maar blokkeer als ik de kleding mee het pashokje in wil nemen. Ik voel me ongemakkelijk en het zweet breekt uit. Met lood in mijn schoenen loop ik het hokje binnen en sluit ik het gordijn. Ik realiseer me dat het zo niet langer kan en ik besluit definitief een einde te maken aan mijn dubbelleven.

Het is tijd om een transvrouw te worden. Mocht iemand mij willen vermoorden om wie ik ben, dan sterf ik in elk geval gelukkig en vrij. Fatalisme is mijn enige keuze. Ik voel regelmatig angst en dat doet pijn, het kan zo niet langer. Het is alsof je verstijft. Op zo’n moment is zelfs een eenvoudige e-mail beantwoorden teveel. Mijn baan en sociale leven gaan onder mijn ongeluk lijden. Ik moet mezelf definitief gaan uiten als vrouw. Ik moet mezelf gaan accepteren ik negeer mijn ‘doem gedachten’ en ‘beuk’ mezelf het pashokje uit.

Ik flip een beetje terwijl ik met topjes het pashokje in en uitloop. Na een tijdje zakt de angst vanzelf. Simpelweg omdat mijn lijf de intensiteit van dit gevoel niet lang verdraagt. Er keert rust in me. Ik pak jurken, jeans en topjes en ben lekker aan de gang.

“Hoi!” roept een winkelmedewerker. “Hoe gaat het?” Fantastisch! , reageer ik welgemeend. Ik leg de winkelmedewerker uit wat ik wil. Hij stelt zich voor met zijn naam Manuel. Hij kent meer mensen zoals ik en snel ben ik op mijn gemak. Manuel kleedt me helemaal aan.

Ik kijk in de spiegel en ik heb een een legerbroek met bijpassend groen-wit shirt en een donkergroen vest aan. Daarna volgt een strakke skinny jeans met gaten, daarboven een getailleerd lang groen shirt en een grijsglimmend vest. Dit laatste setje is van mij. Ik koop ook een toffe, leerachtige zwarte hoge jas.

Mijn eerste vrouwelijke outfit is helemaal compleet. Met volle tassen loop ik de winkel uit en ik ben blijer dan ooit en huppel naar huis!

Auteur: Jenny

Vorig artikelAvery Jackson op de cover van National Geographic
Volgend artikelTransgenderemancipatie en de Hemelpoort van Petrus

2 REACTIES

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in