Ik denk dat in principe iedereen te vertrouwen is.
Het is maar net waar vertrouw je hem / haar in.
Ik vertrouw jullie zonder je gezien te hebben en zonder je te kennen, bij wijze van spreken mijn pinpas toe als je voor mij bv. even boodschappen zou gaan doen als ik dat zelf niet meer zou kunnen.
Ik zou jou NIET mijn liefdeleven toevertrouwen. Zelfs geen gekuiste versie.
Of mijn talrijke jeugdzondes.
Ik vertrouw mezelf, onvoorwaardelijk en zonder enige twijfel in alle opzichten.
Ik geloof dat ik haar werkelijk alles, maar dan ook alles uit mijn roerige verleden zou vertellen.
Maar ik vertrouw niet haar oordeel over wat er met mijn auto moet gebeuren als er een grote beurt plaats moet vinden.
Of met iets heel banaals, mijn lingery.
Iemand vertrouwen is dus heel relatief en vooral subjectief.
Ook de gemoeds of fysieke toestand waarin jezelf verkeerd kan een rol spelen.
Als ik hulpbehoevend zou zijn zal ik wel iemand MOETEN vertrouwen om mijn zaken te kunnen regelen.
Als ik in een ontspannen en gezellige situatie met collega's zit te dineren op kosten van de baas en een leuke borrel er achter aan, zal ik wat openhartiger zijn tegen die collega's dan 's maandagsmorgens, als ik met kouwe jatten mijn afdeling binnen kom zeilen.
Je kan een leuke relatie opbouwen in een sportclub of in een andere hobby.
In de loop der jaren ga je elkaar leren kennen. Je vertelt elkaars belevenissen en ook de vrouwen gaan leuk met elkaar om.
In de loop der jaren kom je heel wat te weten over elkaar.
En dan blijkt als donderslag bij heldere hemel dat het een pure crimineel is. Een regelrechte gangster.
Hartstikke lief voor vrouw en kinders, maar een strafblad van hier tot ginter. En niet voor verkeerd parkeren.
Wat is je vertrouwen dan nog waard?
Dat zijn dan toch vragen die je je zelf stelt.
Vertrouwen op een arts. Of een team van artsen.
Dat die je weer beter maken.
Dat die je écht helpen.
Dat als je 's nachts vertwijfelt alle info op internet maar verzamelt in pure wanhoop om wat te leren en je komt tot de conclusie dat nooit iets geweten hebt en nooit dat zal leren wat je wil weten.
Vertrouwen op je kind als als die voor de eerste keer alleen het weekend op stap gaat.
Gaan slapen en weten dat hij/zij niet drinkt (fout dus) en geen rotzooi trapt en in elke vechtpartij terecht komt.
Dat je kind niet in 'kwalijk'gezelschap komt.
En dat lijkt me voor dochters nog véél moeilijker.
Sommige mensen schijnen blindelings op een opperwezen te vertrouwen.
Daar wil en kan ik geen mening over hebben.
Ik kan daar alleen maar jaloers op zijn.'
Als je kinderen van een basisschool afkomen en de ene test zegt 'die richting' en de andere test zegt 'Helemaal niet, dié richting'.
En je moet dan vertrouwen op het oordeel van een (hoofd)onderwijzer.
En natuurlijk mijn hobbie. Het schrijven. Je vertrouwt toch dat degene aan wie je je stem toevertrouwd ook werkelijk jouw belangen probeert te behartigen.
Het voordeel van schrijven is, dat je dat vertrouwen elke dag mag en kan herzien.
Dat geldt niet voor bovengenoemde vormen van vertrouwen.
En natuurlijk het GROTE vertrouwen tussen (huwelijks)partners.
Kan ik mijn vrouw vertrouwen als ze voor een paar weken naar het buitenland is?
Of andersom.
Zou ik te vertrouwen zijn als ik alleen zou zijn voor een paar weken en ik zou een schitterende en gewillige en vrijgezelle buurvrouw hebben.
Ik denk dat de buurvrouw heel sterk in haar schoenen moet staan om zo'n knappe meid te weerstaan.
(ter info: de laatste zin was een poging tot humor).
En als dat vertrouwen geschonden is, in elk van de genoemde voorbeelden, komt het dan weer terug?