Pagina 5 van 5

Geplaatst: za jun 14, 2008 10:54
door ik ben hier niet meer
Frederique,

met 1 ding ben ik het 100% met je eens, de psychologe is in dit geval zelden kundiger dan de patiënt. Vooral als deze patiënt al duidelijk komt met de vraag voor geslachtsaanpassing. Maar vergis je niet, er zijn ook mensen die naar het genderteam gaan met onzekerheid van gevoelens.
Wat betreft spijtoptanten, ik heb in een talkshow gezeten met een spijtoptant, en het was mij wel duidelijk dat deze duidelijk spijt had gekregen door de sociale afwijzing. Ik weet niet wat de redenen zijn over het algemeen van spijtoptanten, en of dat naar buiten toe door het genderteam inzichtelijk wordt gemaakt. Maar hoe dan ook, uiteindelijk kiest een ieder zelf ook om met hormonen te beginnen, om operatie(s) te ondergaan. Vanuit het genderteam wordt hier (voor zover ik weet) geen enkele druk op uitgeoefend, eerder tegengas gegeven <s>.

Liefs, Nannette

Geplaatst: za jun 14, 2008 11:58
door Frederique_
@Lisa: En nogmaals, voor de zoveelste keer, de zorg dat jij wilt, zoals jij het wilt, is op een legale manier te verkrijgen, wanneer je zelf bereid bent om je portmonnee open te trekken en het volledig zelf te betalen Jij weet net zo goed als ik dat dit gewoon niet klopt. Als ik nu naar de VU ga en ik zeg "ik wil zonder diagnostiek toch hormonen onder medische begeleiding krijgen - en ik ben bereid om daarvoor te betalen" dan nemen ze dat niet serieus. En ja, ik heb het voorgesteld in het eerste het beste gesprek met mijn psychologe en nee, het kon niet. Ik heb haar letterlijk gezegd: "mijn ideale behandeling is dat het VU-genderteam opgesplitst wordt in afzonderlijke behandelingen. Dus in een afzonderlijke diagnostiek, een afzonderlijke hormoonbehandeling en in een afzonderlijke geslachtsoperatiebehandeling. En dat mensen dan, net als ze nu bij afzonderlijke, vrij gevestigde, bureautjes voor logopedie en epilatie kunnen, maar niet moeten, kiezen dus ook op die manier voor hormonen onder medische begeleiding kunnen kiezen zonder diagnostiek (waarbij het ook mogelijk is om een geslachtsoperatie af te wijzen zonder angst dat je daardoor geen hormonen krijgt)". Ik heb haar ook verteld dat er uit mijn diagnostiek twee dingen konden komen: "[1] ik krijg hormonen en dan blijf ik bij de VU, [2] ik krijg geen hormonen en dan keur ik de diagnose af en dan zoek ik een andere psycholoog die me wel wil diagnoseren voor hormonen en een andere endocrinoloog die me medisch wil begeleiden". Ik ben altijd heel duidelijk geweest in wat ik wel-en-niet wil en heb altijd aangegeven open te staan voor alternatieven. Centen zijn in dit verband NIET het probleem. Wel ego's, angst, controle-drang, etc bij de behandelaars.

En verder vergelijk je onvergelijkbare ziektes. Bij dit soort aandoeningen KAN een psycholoog gewoon niet inschatten wat er aan de hand is. De psychologengesprekken geven geen röntgenfoto van je psyche af, zoiets bestaat nl niet. Ze kan ook niet voelen wat de patiënt voelt. Diagnostiek is alleen daarom al zinloos: het suggereert iets dat niet kan. Ook qua co-morbiditeit: denken we nu -echt- dat mensen waarbij wel sprake is van co-morbiditeit dit zelf niet weten? Waarom vinden we de inschatting van de psycholoog of die combinatie wel-of-niet tot problemen leidt dan belangrijker dan de eigen inschatting van de patiënt? En zelfs als ze het niet weten, dan hebben ze het schijnbaar zelf niet als probleem ervaren - en waarom zou dat dan ineens in combinatie met een hormoonbehandeling of geslachtsoperatie wel een probleem worden?

Mensen die zichzelf komen "verminken" bij de VU (dank je, Fenna) die hebben daar dus -echt- wel over nagedacht. Het idee dat er weirdo's zijn die je tegen zichzelf moet beschermen wordt -zo- benadrukt en er wordt -zo- slecht nagedacht over de vraag of je deze mensen dat niet op een normale manier uit het hoofd kunt praten in plaats van dit op basis van een hyrarchische beslissing te doen... Het probleem is dat de meesten van jullie gewoon niet buiten de huidige medische kaders -willen- denken en dat probleem is veel groter dan dat het onmogelijk zou zijn om mensen op een normale manier een raar idee uit hun hoofd te praten...

En helaas, zolang die medische kaders (en dus: de behandel-angst en controle-drang van de arts) het uitgangspunt zijn zul je diagnostiek nooit kunnen afschaffen en dan is diagnostiek humaner maken het enige wat je kunt doen...

@Nannette: ik heb altijd geschreven dat ik tegen -VERPLICHTE- diagnostiek ben. Vrijwillige diagnostiek ben ik wel voor. Want inderdaad zijn er mensen die denken dat ze met die diagnostiek meer over zichzelf te weten kunnen komen - en waarom niet? Overigens denk ik zelf dat ze dan meer aan normale psychische hulpverlening (bv genderpsycholoog) dan aan een hele methodische diagnostiek hebben, maar nogmaals: die inschatting is aan de persoon zelf.

@Lisa: methodische diagnostiek werkt bij dit type aandoening niet. Je kunt met welke-methode-ook geen GID vaststellen. GID is per definitie het verschil tussen IEMANDS gevoel en IEMANDS lichaam. De enige die daar dus iets over kan zeggen is die IEMAND. En -dus- vind ik dat ook de enige die daar iets over kan beslissen die IEMAND is. Het leuke met GID is dat, hoe meer je je in man/vrouw-verschillen verdiept, hoe meer je er achter komt dat er -veel- meer mogelijk is dan je op het eerste gezicht zou denken. Persoonlijk vermoed ik dat dit voor ELKE psychische aandoening geldt. Elk mens is verschillend. Elk levensverhaal is verschillend. De manier waarop iemands brein daarop reageert is verschillend. Dat is het verschil tussen iemands psyche en iemands fysieke eigenschappen. En daarom geeft vaste methodiek + GID een gevaarlijke illussie van goede kwaliteit en het "geen fouten kunnen maken zolang je de methode maar goed volgt". Dat is -precies- de lijn waar de VU tijdens mijn diagnose heel sterk op zat. En wat die methode en die diagnostiek met mij deed - het interesseerde ze geen donder. Ik heb het aan het einde van de diagnosefase ook zo hard gezegd: "als bij jullie het volgen van het protocol belangrijker is dan de levenskwaliteit van de mens die voor je bureau zit, dan ben je -heel- diep gezakt". En dat is waar ik nog steeds achter sta.

@Nannette: tegengas geven? Soms. Maar als ik kijk -hoe vaak- mij al-dan-niet subtiel gevraagd wordt of mijn mening over geen-SRS al gewijzigd is, dan kun je daar rustig een vorm van druk ervaren. Ze stellen namelijk nooit vragen over geen-FFS, geen-adamsappel-reductie, ...

Groetjes,

Frederique

Geplaatst: za jun 14, 2008 12:43
door Lisa met een S
Frederique,

De VU is een academisch ziekenhuis, en wordt gefinancieerd door de staat. Als je wat anders wordt dan wat er daar wordt geboden, dan moet je uitwijken naar een instelling dat het aanbiedt. Je kunt nou de ober bij de chinees vragen of je een pizza kunt bestellen, maar het is de eigenaar van de chinees die bepaalt of hij een pizza-oven aanschaft of niet. Is het gewoon niet makkelijker om twee straten verder te lopen naar de pizzaria dan te blijven zeuren bij de chinees om de hoek dat je een pizza wil?

Dus als je bij de VU wilt blijven, dan moet je schikken naar hun procedure. Wil je dat niet, dan is jouw keus om uit te wijken naar andere instellingen die tegen betaling het wel doen zoals jij dat wilt (en die instellingen zijn er wel). Of via politieke weg het beleid dat is uitgestippeld door overheid en zorgverzekeraars aan te passen. De VU is gewoon de verkeerde instantie om jouw klacht te deponeren. Jij bent misschien hun patient, maar je bent niet hun opdrachtgever. Je bent wel opdrachtgever van de regering en je verzekering. In deze tijd, wanneer alles en nog wat wordt geprivatiseerd, zou een oproep om ook de VU te privatiseren en behandelingen tegen contante betalingen toe te staan niet aan dovemansoren vallen, tenminste als ze aan de juiste mensen worden gericht. De psychologen en endicronologen bij de VU zijn die mensen niet.
Ze voeren hun opdrachten uit, net zoals de obers bij de chinees. Ze bepalen het beleid niet. Dat gebeurt van hogere hand.

Lisa

Geplaatst: za jun 14, 2008 12:48
door Frederique_
Hoi Lisa,

Wil je dat niet, dan is jouw keus om uit te wijken naar andere instellingen die tegen betaling het wel doen zoals jij dat wilt (en die instellingen zijn er wel).

Oke, dan maken we het nu even heel concreet, want ik vind dat je dit laatste -veel- te gemakkelijk roept. Waar kan ik volgens jou zonder diagnostiek hormonen onder medische begeleiding krijgen als ik het zelf betaal?

Ik geloof er namelijk niet in. Iedere arts die hormonen voorschrijft zal werken volgens het principe diagnose - behandeling. En zal -dus- ook eerst willen diagnoseren voordat er behandeld wordt (of: de behandeling stopzetten als er niet binnen afzienbare tijd een positief behandelrapport van een psycholoog ligt, want van deze variant heb ik -wel- gehoord).

En verder is je bericht weer van een sprankelende eenvoud. Zie mijn eerdere bericht over demagogiek en cynisme...

T.a.v. de VU: in een patiëntenfolder van de VU staat expliciet dat als een bepaalde behandeling niet betaald wordt door de zorgverzekeraar dat de patiënt dan het bedrag vooraf over moet maken. Die regel kan men nu al (!) gebruiken om hormonen zonder diagnostiek toe te staan. Hormonen onder medische begeleiding zonder diagnostiek moet je dan ook niet zozeer zien als piza bij de chinees, meer je moet het meer zien als bami zonder babi-pangang. En dat kan bij elke chinees. Het probleem is ook bij de VU niet: niet kunnen, het probleem zit in: niet willen. Het zit in: diagnostiek zo belangrijk vinden dat ze het door iedere patiënt hun strot duwen, omdat ze (net als in deze discussie) vreselijk bang zijn voor een paar weirdo's die zo maar iets doen. En omdat ze die mensen tegen zichzelf willen beschermen DWINGEN ze 100% van de aanmelders diagnostiek te ondergaan.

Groetjes,

Frederique

Geplaatst: za jun 14, 2008 13:29
door ik ben hier niet meer
Hallo Frederique,
ik denk dat heel het gebruik van het woord diagnostiek inderdaad fout is. De diagnose is niet te stellen, hooguit valt een en ander bij iemand te controleren, bv of er geen andere psychische aandoeningen zijn die eerst moeten worden behandeld. De psycholoog die zegt dat ie GID diagnosticeert weet niet waar ie over praat. Heel de zogenaamde diagnostische fase is niks anders dan een controlefase, die voor een grote groep mensen veel makkelijker en sneller mogelijk zou moeten zijn.
Voordelen: geld en tijd besparen, en geen wachtlijsten meer.

Ik kan een soort van controlerende functie (zoals ik het indertijd heb beleefd) wel begrijpen. Maar meer mag en hoeft het vaak niet te zijn. Ik moest een 4e gesprek hebben, terwijl mijn psychologe zo stom was om al bij mijn 1e gesprek te zeggen dat ze me wel geloofde dat mijn gevoel onverdringbaar was. Maar dan toch nog stomweg een protocol volgen. Het heeft mij indertijd ook veel pijn gedaan Frederique, ook het uitstellen van het beginnen met hormonen, waarom ? Ook de wachtlijst. Ik heb het geluk gehad dat Jos mij tijdens een symposium van de de werkgroep van Humanitas zag zitten, ik leefde toen al fulltime als vrouw. Ik belde hem de dag daarna met de intentie om (weer) te vragen hoe het stond met de wachtlijsten. maar die kans kreeg ik niet. Hij zei ik geloof dat het tijd wordt voor jou dat je gesprekken krijgt, en meteen maakte hij 3 afspraken met een psycholoog voor mij.
Het kan zo raar gaan allemaal.

Liefs Nannette

ps. ik begrijp jouw frustraties heel goed, en ook jouw beweegredenen. Misschien dat het ooit zover komt, of mogelijk is.

Geplaatst: za jun 14, 2008 23:52
door Janiek_
@ Frederique: Als ik dit zo lees, ben jij een uitermate klassieke trans.... :wink:

5. Hebben transseksuelen het recht zelf te beslissen en te eisen welke behandeling ze moeten krijgen?

Nadat de transseksueel zijn innerlijke strijd heeft gestreden, gaat hij naar de hulpverlening - niet met een vraag, maar met een eis. Hierin respecteert hij de arts-patiënt-relatie niet, aangezien hij zich geen patiënt voelt en hij aldus ook niet bejegend wenst te worden. ‘Toevallig is de mogelijkheid tot interventie in handen van de medici’ (Broekman 1986). De transseksueel ziet de ingreep als een medisch antwoord op een niet-medische vraag, want zijn probleem hangt samen met de waardenschalen van de samenleving.

Hierbij wordt de tussenkomst van de psychiater/psycholoog als uitermate storend beleefd, terwijl de technische hulp van de endocrinoloog en de chirurg in zijn ogen louter een middel is.

Een absoluut respect van het autonomieprincipe zou inhouden dat op de eenvoudige aanvraag van de persoon (in casu een transseksueel) de interventies zonder meer worden uitgevoerd. De stelling van de transseksueel is zuiver ‘klant-georiënteerd’ en beroept zich op: 1. niet ziek zijn, 2. recht op het gebruik van een technisch middel (hormonen en chirurgie). Een dergelijke zienswijze kan o.i. niet ethisch aanvaardbaar zijn voor de arts. Het is in tegenspraak met de klassieke arts-patiënt-relatie, waarin nog andere elementen (‘weldoen, leed vermijden, waarachtigheid, solidariteit, beroepsgeheim, professioneel handelen’) deel van het handelen uitmaken.

Medisch handelen kan nooit zuiver technisch en op aanvraag verricht worden. De medicus is geen ingenieur van het lichaam, maar een ‘zorgverstrekker’ die een technisch kunnen beheerst. Hierbij kan verwezen worden naar de stellingname door zowel de American Medical Asociation als de Engelse artsen in verband met het absolute verbod op de technische deelname van artsen aan gerechtelijke terechtstellingen. Er is een duidelijke consensus dat een arts, op het eind van de twintigste eeuw, niet kan deelnemen aan deze praktijken (Truog en Brenan 1993). Het ‘weldoen’ ligt bij een transseksueel voor de hand, aangezien hij na de ingreep een aangenamer leven tegemoetgaat. De ‘non-nocere -regel zal slechts aanvaardbaar overtreden worden wanneer de diagnose ‘transseksualiteit’ gesteld kan worden en de ‘two-year real-life test’ is uitgevoerd. Zekerheid hieromtrent is dan ook een must. Hieromtrent vragen stellen wordt door de transseksuele mens als storend ervaren. De somaticus (endocrinoloog, chirurg) kan hier alleen maar terugvallen op de expertise van de psychiater/psycholoog om de omschrijving accuraat te maken. Daarbij is de differentiaaldiagnose met psychiatrische stoornissen die zich uiten als genderdysforie, een duidelijk probleem. De eigen gerapporteerde ervaring (De Cuypere 1993) kan deze gedragslijn enkel onderstrepen.

Autonomie van de patiënt is gebaseerd op het vrijheidsideaal van elk mens. Deze vrijheid is echter beperkt door de begrenzing van de vrijheid van de andere mens. Gebaseerd op deze stelling moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen ongehuwde transseksuelen en transseksuelen die getrouwd zijn en kinderen hebben. Bij ongehuwde transseksuelen stelt SRS-therapie geen aanvullende vragen. Bij de gehuwden (met of zonder kinderen) zal SRS-therapie een duidelijke aantasting van het leven van de andere leden van het gezin kunnen veroorzaken. Sociale interventie ligt dan ook voor de hand. De omgeving moet betrokken worden bij de vraag tot en de behandeling van de transseksueel. Aangezien kinderen de kwetsbaarste partners in deze setting blijven, zal een juridische dekking de voorkeur genieten (scheiding, toezicht op de toewijzing van de kinderen). De psychologische ondersteuning van de omgeving zal moeten worden toevertrouwd aan de psychiater/psycholoog. De transseksueel moet echter de omgeving in contact met de hulpverlener brengen.

Geplaatst: zo jun 15, 2008 16:16
door Frederique_
Hoi Janiek,

Begrijp ik uit de context dat deze tekst van Griet de Cuypere komt? Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig naar de bron...

't Is natuurlijk logisch dat als je zelf arts bent, weet-ik-hoe-lang geleerd hebt en in een ziekenhuis werkt waar, als vanzelfsprekend, alle uitgangspunten gehanteerd worden die ook in het stuk vermeld staan, dat je dat dan niet los wilt laten. En dat het voor deze mensen lastig is om in te zien dat je hormonen en SRS -echt-wel- kunt zien zoals ik logopedie en epilatie zie kan ik me vanuit zo'n ziekenhuisachtergrond ook wel voorstellen.

Maar de zekerheid en de stelligheid waarmee dit alles geschreven is en het weinige inlevingsvermogen wat er t.o.v. de transen is geeft voor mij eerder mijn gelijk dan mijn ongelijk aan. Er is in dit stukje sprake van structurele onwil om zelfs maar mee te denken over de vraag waar het op dit moment verkeerd gaat waardoor patiënten en artsen/psychologen zo vaak tegen over elkaar staan.

Groetjes,

Frederique

Geplaatst: zo jun 15, 2008 17:12
door ik ben hier niet meer
Hallo Frederique,
Frederique_ schreef:Maar de zekerheid en de stelligheid waarmee dit alles geschreven is en het weinige inlevingsvermogen wat er t.o.v. de transen is geeft voor mij eerder mijn gelijk dan mijn ongelijk aan. Er is in dit stukje sprake van structurele onwil om zelfs maar mee te denken over de vraag waar het op dit moment verkeerd gaat waardoor patiënten en artsen/psychologen zo vaak tegen over elkaar staan.
Frederique
je hebt het over het feit dat patiënten en artsen/psychologen zo vaak verkeerd tegenover elkaar staan, maar heb je daar onderzoek naar gedaan. Een willekeurig aantal en representatief aantal patiënten hoe ze hier over denken. We weten dat dit bij jou zo is, maar jouw denken hoeft niet representatief te zijn voor de meerderheid van de patiënten, zelfs niet als je met 10 mensen hebt gesproken die hetzelfde denken, dan kunnen er nog altijd 150 zijn die het niet met je eens zijn. Generaliseren van je eigen gevoelens is iets waar je voorzichtig mee moet zijn,

Liefs, Nannette

Geplaatst: zo jun 15, 2008 18:26
door Frederique_
Hoi Nannette,

Je hebt gelijk, er zullen ook mensen zijn die het heel prettig vinden als een ander hun leven weer op de rails zet. Het probleem zit inderdaad alleen in de mensen die van mening verschillen met het genderteam over de rolverdeling of over de te nemen acties. En er is een probleem als de snelheid waarmee het genderteam besluiten neemt trager is als de snelheid van het levenspad van de patiënt.

Maar zolang het genderteam die rolverdeling en die snelheid maar goed onderbouwt met wetenschappelijke uitgangspunten (zie Janiek's verhaal) zullen er patiënten zijn die daar de dupe van zijn. Mijns inziens kan het niet vanzelfsprekend zijn om 14 maanden over diagnostiek te doen en mag het ook niet vanzelfsprekend zijn om heel diepgaand allerlei dingen te onderzoeken zonder dat dit onderdeel is van de hulpvraag van de patiënt. En dat is wel wat er nu gebeurt. De psychologen hebben zichzelf carte-blanche gegeven om alles maar te onderzoeken wat ze interessant vinden en overal over te beslissen over wat hen in het belang van de patiënt lijkt (onder dreiging van het niet verstrekken van hormonen). Wat mij betreft is zoveel inmenging in het leven van een patiënt onacceptabel zonder dat je zo'n patiënt eerst ontoerekeningsvatbaar verklaart (of: zonder een verklaring van de patiënt dat die op dat vlak ook werkelijk geholpen wil worden).

En nee, een normale genderdysfore patiënt is niet ontoerekeningsvatbaar.

Groetjes,

Frederique

Geplaatst: zo jun 15, 2008 18:43
door Frederique_
Overigens: het volledige document vindt je hier: http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.n ... php?id=958

Het is een document uit 1995. Oftewel: een jaar of 3 voordat er meer bekend werd over transgenderisme (en andere belevingen tussen man en vrouw). Ik hoop dat ze sindsdien -veel- voorzichtiger geworden zijn in hun conclusies...

Eerst nog even een quote van het tijdsbeeld van 1995:
Hoofdstuk 3 schreef:De visie dat geslachtsaanpassende behandeling dé behandeling is voor het transseksuele probleem, wint veld. Sommige auteurs (Lothstein 1982, Dolan 1987) vinden een opsplitsing in primaire en secundaire transseksuelen noodzakelijk om te beslissen of SRS de adequate behandeling is. Zij vragen zich af of secundaire transseksuelen (bij wie genderdysforie optreedt na de puberteit) niet beter behandeld kunnen worden met psychotherapie, omdat de genderdysforie bij hen gezien wordt als stress-gerelateerd.
Ik denk dat dat tijdsbeeld volledig achterhaald is...

Uit hoofdstuk 4 blijkt ook waarom die transseksuelen haast hebben:
Hoofdstuk 4 schreef:Over het ‘verlost’ willen worden van de primaire en secundaire geslachtskenmerken wordt niet gelogen. In zijn rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar in de Transseksuologie bij de Faculteit der Geneeskunde van de Vrije Universiteit te Amsterdam, geeft Gooren (1990) zijn ervaring weer dat de meeste transseksuelen bij een eerste vraag om SRS reeds een heel langdurig gewetensconflict achter zich hebben. Zij hebben reeds het gevecht met zichzelf, met hun familie en vrienden uitgevochten en zijn tot de conclusie gekomen dat een geslachtsaanpassende behandeling de enige oplossing is voor hun genderdysforie. Dat transseksuelen zelf hun vraag zeer ernstig nemen, is ook onze ervaring. Ze hebben reeds naar verschillende andere oplossingen uitgekeken of deze uitgeprobeerd alvorens ze naar de artsen zijn toegestapt.
Oftewel: ze hebben goed over hun vraag nagedacht, weten dat hormonen/SRS de enige oplossing is. En omdat ook uit hoofdstuk 2 van dit boekje blijkt dat dit de enige oplossing is voor deze mensen is die hulpvraag, ja, hulp-eis in mijn ogen helemaal niet zo vreemd.

Mijns inziens geeft hoofdstuk 5 vooral de angst van de psychologen en de artsen weer dat hun rol minder groot wordt dan die nu is. De manier waarop de Cuypere e.a. de rol "weldoen, leed vermijden, waarachtigheid, solidariteit, beroepsgeheim, professioneel handelen’" beschrijft zijn natuurlijk heel raar als je dat als tegenstelling ziet aan het "mensen helpen met hormonen en SRS". In mijn ogen is iemand die op basis van een hulpvraag van een patiënt zonder diagnostiek hormonen/SRS verstrekt nog steeds bezig met weldoen, leed vermijden, waarachtigheid, solidariteit, beroepsgeheim en professioneel handelen. Ik zie er -echt- geen tegenstelling in. Ik zie -wel- een afname van de invloed van de arts/psycholoog, maar dat is een fundamenteel andere discussie waar ze wel de vraag over stelt, maar in dit hoofdstuk alleen retoriek als antwoord geeft.

Dat antwoord komt wel in de conclusie:
Besluit schreef:De psychiatrie heeft de taak de genderdysfore klacht op haar authenticiteit te schatten. Vooral de psychotherapeutische onmogelijkheid de kerngenderidentiteit te beïnvloeden doet de medische wereld besluiten tot een aanpassing van het lichaam. Als de DSM-III-R-diagnose en de Standards of Care gerespecteerd worden, blijken de follow-up-onderzoeken in 90% van de gevallen een bevredigend tot zeer goed resultaat aan te tonen. Tijdens de ‘real life test’, waarin ook psychische begeleiding plaatsheeft, kan de constantheid van de genderdysforie getoetst worden. De test biedt ook de mogelijkheid de niet-genderspecifieke problemen die voor het slagen van de behandeling van grote betekenis kunnen zijn (o.a. niet verwerkte psychische traumata, sociale aanpassing, fysieke bijzonderheden) te evalueren en psychotherapeutisch bij te sturen.
Ook hier zie je aan de toon dat de auteurs van mening zijn dat het vanzelfsprekend is dat ZIJ en NIET de patiënt beslist wat ze willen onderzoeken in het belang van die patiënt (en wat zij aan voorwaarden stellen aan die patiënt, nl RLT - dit is een sinds 2001 achterhaalde gedachte). En dat zij kunnen vaststellen of genderdysforie "authentiek" is. Ik vind dat bij genderdysforie nog steeds een zeer aanvechtbare houding. Ik zie dit stuk dan ook vooral als een verdediging van De Cuypere e.a naar de buitenwereld dat de psychiatrie belangrijk is in de behandeling van genderdysfore mensen. Ik zie het niet als objectief onomstotelijk bewijs dat het er echt niet zonder kan, daarvoor gaat het te veel uit van wetenschappelijke dogma's.

Groetjes,

Frederique

Geplaatst: zo jun 15, 2008 20:01
door ik ben hier niet meer
Wetenschappelijke dogma's etc wegkrijgen, psychologen doen inzien dat ze hun werk anders moeten doen zal niet meevallen in deze tijd van dbc's en evidence-based werken. Het is zgn bewezen dat zoals in het verleden gewerkt werkt dat dat goed was. Oké, zo af en toe stel je wat bij etc, maar voor de rest verander je niets. Wat 5 of 10 jaar geleden goed was, heeft zich bewezen dat het goed is. Je gaat toch de patiënt niet de regie geven over wat ie wil, nee dat kan echt niet hoor, daar moeten we de patiënt vooral tegen beschermen.

Het is allemaal een beetje vreemd, van de ene kant worden we mondiger en willen de behandelaars (maakt niet uit wat voor) dat ook, aan de andere kant wordt vastgehouden aan wat zich in het verleden bewezen heeft. Oftewel men staat niet open voor nieuwe inzichten en nieuwe werkwijzen tenzij deze bewezen effectief. Zal toch eerst iemand ze uit moeten proberen. En dat is eigenlijk ook een rol van een academisch ziekenhuis, onderzoek doen, geen vaste, strakke protocollen, maar kijken wat voor soort behandeling je de beste resultaten krijgt. Helaas zie ik het genderteam nog niet zo werken. We kunnen blijven dromen, protesteren, maar zolang er slecht een enkeling groep verandert er niets.

Geplaatst: zo jun 15, 2008 20:22
door Frederique_
Ik sta misschien iets optimistischer in het leven.

Ik denk dat dit een kwestie is van gestage druppels die stenen hollen. Als elke patiënt die het gevoel krijgt dat een behandelaar zijn/haar levenskeuzes zit te maken op de rem trapt dan zal er een cultuurverschil ontstaan, daar ben ik zeker van. Hetzelfde geldt voor lange wachttijden en behandelingen: zoals eerder geschreven heb ik mijn behandelaar daar regelmatig zowel subtiel als -zeer- krachtig op aangesproken...

Maar dat begint wel bij het zelfbesef van "wat verwacht ik nu van mijn behandelaar" en het kritisch nadenken over de vraag "past datgene wat mijn behandelaar nu doet daar nog wel-of-niet binnen". En assertiviteit bij de patiënt.

En evidence-based werken en DBC's: helaas snappen mensen die dat bedacht hebben echt -niets- van de huidige status van de medische wetenschap. Die staat namelijk (aantoonbaar) in de kinderschoenen. Kijk wat er in de afgelopen jaren ontdekt is op het gebied van hart- en vaatziektes, diabetes, kanker en ja, ook gender - en je snapt dat je er met evicence-based werken en DBC's nog LANG niet komt.

Groetjes,

Frederique