In drie zalen op de bovenverdieping van het Stedelijk Museum in Amsterdam is een tentoonstelling te zien die nu al tot de opmerkelijkste presentaties van het jaar gerekend mag worden. Tientallen klassiek ogende keramische vazen, de een nog rijkelijker versierd dan de ander, staan uitgestald op evenzoveel pastelkleurige sokkels. Verbaasde bezoekers vergapen zich aan de kleurrijke quilts die aan de muren hangen, en staren bewonderend naar een prachtig gedecoreerde jurk die nog het meest aan Hongaarse klederdracht doet denken. Even slaat de schrik je om het hart: het Stedelijk zal haar zalen toch niet ter beschikking hebben gesteld aan de plaatselijke vereniging voor creatieve huisvrouwen?

De foto’s die de tentoonstelling begeleiden, versterken die indruk. Daarop is steeds dezelfde truttige blonde dame te zien. Met haar bloemetjesjurken, haar gouden sieraden en haar leren handtasjes zou de vrouw zo door kunnen gaan voor het jongere zusje van Hyacinth uit de Britse televisieserie Keeping up appearances. Claire, zoals deze Engelse dame heet, ziet eruit als het type vrouw dat in haar vrije tijd tuiniert en pottenbakkerscursussen volgt. En net als Hyacinth lijkt ze zich voornamelijk zorgen te maken over wat de buren van haar vinden. Maar de uiterlijke schijn is bedrieglijk. Wie de foto’s beter bekijkt, ziet dat onder de dikke laag make-up de grove gelaatstrekken van een man schuilgaan. Claire is het alter ego van de Engelse kunstenaar Grayson Perry (Chelmsford, 1960). Als kind al verkleedde hij zich regelmatig in de jurken van zijn zusje. Nu vormt Perry’s travestie een belangrijk onderdeel van zijn kunstenaarsschap. Ook de kunstwerken die Perry maakt zijn niet wat ze lijken. De bloemmotieven van zijn quilts blijken bij nadere bestudering uit geslachtsdelen opgebouwd, en onder het glazuur van zijn potten gaan de meest perverse voorstellingen schuil. Met venijnige krassen tekende Perry pornografische scènes in de klei. Beelden van orgies, SM-spelletjes en kindermishandeling worden afgewisseld met kitscherige illustraties van honden, paarden en landhuizen plaatjes die normaal gesproken de Engelse koektrommels sieren. Daarnaast heeft de kunstenaar enkele van zijn vazen verlucht met het soort teksten dat je op de wanden van openbare toiletten verwacht. Perry, die opgroeide in de mistroostige provincie Essex en een traumatische jeugd achter de rug heeft, houdt Engeland een spiegel voor. Zijn werk levert op sublieme wijze commentaar op de burgerlijkheid en de hypocrisie van de Britse middle-class. Perry laat zien dat zich achter de façade van keurig aangeharkte tuintjes en vrolijk gekleurde voordeuren dingen afspelen die het daglicht niet velen kunnen. Zo vertelt de vaas Sunset through Net Curtains (1996) in een stripachtige stijl het verhaal van een man die op internet contact zoekt met een seksslavin, die hij vervolgens in zijn doorzonwoning opsluit en martelt. Omdat de kunstenaar zijn ideeën in een mierzoet jasje verpakt, komt zijn kritiek als een donderslag bij heldere hemel. ,,Hoe uitgesproken mijn boodschap ook is, op een pot zal die altijd een zekere bescheidenheid hebben’, zegt Perry in de catalogus. Niet voor niets noemde hij zijn tentoonstelling Guerrilla Tactics: de klappen die Perry uitdeelt komen onverwacht, maar blijven daardoor des te langer doorsuizen. Ook de kunstwereld moet het op de tentoonstelling van Perry ontgelden. Op een prachtige blauwe vaas met de titel Boring cool people (1999) schildert hij zijn collega’s af als leeghoofden, die met hun Prada-schoenen en hun Gucci-handtassen champagne drinken in steriele interieurs. Perry heeft zich altijd van deze hippe kunst-scene gedistantieerd. Hij studeerde niet in Londen, zoals de beroemde Goldsmith-generatie, maar volgde de academie in Portsmouth en leerde pottenbakken op een avondopleiding voor amateurs. Hij koos ervoor met keramiek te werken omdat deze discipline door de kunstwereld als tweederangs en uncool werd afgeschilderd. Ironisch genoeg zijn Perry’s vazen nu terug te vinden in alle bekende Britse kunstcollecties. Toen de kunstenaar in 2000 exposeerde in de Laurent Delaye Gallery in Londen een solotentoonstelling die hij pesterig Sensation noemde werden al zijn werken aangekocht door reclameman Charles Saatchi, de mecenas van de Young British Art. Perry’s haat-liefdeverhouding met de gevestigde kunstwereld blijkt ook uit de keurmerken waarmee hij zijn vazen bedrukt. Sinds 1992 gebruikt hij daarvoor steeds hetzelfde teken: de letter W met daaronder een anker. Het symbool ziet eruit als het stempel van een luxe porseleinfabriek, maar blijkt een woordgrap te zijn. Wanneer je de rebus doorhebt, moet je bij voorbaat al lachen om de kunstkenner die in een toekomstige aflevering van de Antiques Road Show op de BBC een van Perry’s vazen bestudeert en het keurmerk ontcijfert. ‘Wanker’ (rukker), klinkt het dan, in een geaffecteerd Brits accent. Tentoonstelling: Grayson Perry, Guerrilla Tactics. T/m 25-8 in: Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, Amsterdam. Dag. open 11-17u. Inl. 020-5732911 of www.stedelijk.nl. Catalogus €35,-. Geschreven door: Sandra Smallenburg Bron: NRC Handelsblad

Vorig artikelHet zijn net vrouwen
Volgend artikelVreselijke vent is nu vrouw’

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in