Raar maar waar: de hormoontherapie heeft me voorgoed genezen van de wens om vrouw te worden. Niet dat ik er niet lang naar heb verlangd. Vanaf m’n vroegste puberteit had ik al het gevoel dat er ‘iets’ met me was. Vrouwendingen fascineerden me, make up vond ik prachtig en mijn dagdromen gingen over “… als ik vrouw zou zijn, dan …”. Je kon er destijds, ik ben inmiddels op gevorderde leeftijd, echter met niemand over praten. Travestie was een taboe. Woorden als transgender, transseksualiteit en crossdressing moesten zogezegd nog worden uitgevonden. Best eenzaam voor iedereen die met dat soort onbenoembare gevoelens kampte.
Een heel enkele keer was er iets op TV over ‘travestieten’, of over jongens die als meisje gekleed optraden in burleske theatertjes, bijvoorbeeld in Parijs. In Amsterdam kon je ergens eind jaren ’60 in de buurt van het Leidseplein naar Madame Arthur, een bleke afspiegeling van zo’n soort tent in de Franse hoofdstad. In m’n studententijd ben ik er een keer geweest, maar het werd een teleurstelling. Vrij ordinair, meer ‘kerels in een jurkie’ dan fraai als vrouw uitgedoste mannen of jongens met een mooie of spannende act. Je zou wensen dat er nog ooit eens een echt goed travestietheater in Nederland tot stand komt. Maar dat terzijde.
Je hoort van mannen met transgendergevoelens dat ze marinier of groene baret of zeeman worden om die gevoelens kwijt te raken. Ik deed het anders, had daar de kwalificaties niet voor. Wel stortte ik me op m’n werk, en later stichtte ik ook een gezin. Beide gingen lange tijd goed, maar het gevoel bleef. Uiteraard, we weten inmiddels niet alleen uit ervaring maar ook in wetenschappelijke zin dat die gevoelens blijvend zijn. En vaak groeien met het toenemen van de leeftijd. Het trieste is dat je er stiekem van wordt. Dat je in het verborgene,op gestolen momenten, toch iets doet met een beetje omkleden en met make up. En dan altijd die vrees om te worden betrapt. Dat geeft echt een klotengevoel, maar je kunt er weinig aan doen: de drang is er, en die is onweerstaanbaar. Het is ook iets van jezelf. Je wilt er je vrouw, ouders, kinderen, omgeving niet mee “lastig vallen”. Uit de kast komen heeft voor transgenders ook allerlei sociale consequenties; werk en dus inkomen kunnen er behoorlijk door worden bedreigd.
Dus vrat ik het op, tientallen jaren. Er kwam pas verandering in nadat ik met de VUT was. Ik kreeg een nieuwe relatie met wie ik mijn gevoelens besprak. Ze was er nieuwsgierig naar en we belandden op T & T-avonden. Dat was, hoe kan het anders, een openbaring: allerlei lotgenoten. In dezelfde tijd groeide ook het internet, en ook daar was van alles te vinden op zeg maar T & T-gebied. Van interessante en aandoenlijke verhalen tot je reinste porno met wat she-males wordt genoemd. Via het zeer aan te bevelen boek My husband Betty ontdekte ik de site Fictionmania, een online bibliotheek volledig gewijd aan allerlei vormen van travestie, crossdressing en transgendertoestanden. Ook wel weer veel porno, maar tevens allerlei fantasieën en wensdromen van mannen met transgevoelens. Vooral over hoe ‘echte’ vrouwen hen daarbij helpen, stimuleren en hun dromen vervullen. Want vrouwen zijn voor heel veel mannen met transgevoelens droomwezens. Het is een bekende valkuil: de identificatie is niet met zomaar een vrouw, maar heel vaak met een ideaal- om niet te zeggen drogbeeld van een vrouw. Dan moet ik altijd aan die uitspraak van een of andere popartiest denken: er zijn mooie vrouwen, er zijn intelligente vrouwen, en er is de meerderheid van de vrouwen. Als ik om me heen kijk, zou ik eigenlijk niet graag met de meerderheid van de vrouwen willen ruilen.
Na een aantal jaren, met passie en plezier, in het Nederlandse transgenderwereldje te hebben rondgekeken, wilde ik voor mezelf duidelijkheid. Ik wilde zogezegd m’n bovenkamer opruimen. Dus ging ik naar een gespecialiseerde psycholoog die ik steeds vaker omgekleed bezocht. Na zo’n twee jaar vaak intensieve gesprekken was ik zover: ik kon naar de internist voor de hormoontherapie. Zeer spannend, die pleisters ophalen bij de apotheek, en voelen wat er met me gebeurde. Voor mezelf had ik beslist dat ik het graag wilde, maar niet ten koste van alles. Als ik er heel ‘rare’ gevoelens bij zou krijgen, zou ik ermee stoppen. Veel is, zeker aanvankelijk, nog omkeerbaar.
En ja hoor. Het ging volledig mis. Ik werd er lethargisch van, en ik kreeg na een paar maanden allerlei negatief-realistische gevoelens over mezelf als vrouw. Het ziet er niet uit. Het wordt toch nooit wat. Laat vrouw zijn nu maar aan de meiden over, die zijn daar toch veel beter in. Nooit in mijn leven had iemand tegen me gezegd dat ik er echt mannelijk uitzag. Tot ik me vaker als vrouw presenteerde. Daar was ik te mannelijk voor. In die periode vertelde ik wat meer mensen over mijn gevoelens, waarbij meer dan één vrouw me verzekerde dat “vrouw zijn” lang niet altijd zo leuk was. En dan bedoelden ze echt niet alleen het maandelijks ongenoegen.
Na een paar consulten bij de internist bevestigde die dat meer van zijn transcliënten dezelfde soort klachten over lusteloosheid hadden ervaren sinds ze met de man naar vrouw hormoontherapie waren begonnen. Dus ik was niet de enige !
Ik zette een punt achter mijn eigen vrouwendrogbeeld, als onhaalbaar ideaal. Wat niet wil zeggen dat ik de transgenderwereld geen warm hart toe draag. Er zijn nog resten over. ’s Winters zijn mijn teennagels gelakt. Vrouwenbroekjes dragen veel prettiger dan de baal katoen waaruit het mannenondergoed bestaat. Soms kleed ik me nog wel om, maar alleen thuis. En eind juni ga ik met plezier weer eens een kijkje nemen op het Midzomergrachtfestival in Utrecht.
Wat ik me, tot slot, afvraag is of meer mannen met transgendergevoelens dezelfde ervaring hebben meegemaakt. Want als er één ding is dat ik heb gemerkt, is dat er meer soorten en variëteiten transgendergevoelens zijn dan er sterren aan het firmament staan.
Auteur: Nomi de Pluum