Populaties kemphanen blijken voor 1 tot 2 procent te bestaan uit homoseksuele travestieten. Dat heeft de Rijksuniversiteit Groningen, die onderzoek deed naar de dieren, vrijdag bekendgemaakt. Het gaat om mannetjes die in kleur en vorm nauwelijks te onderscheiden zijn van vrouwtjes. Ze werden daarom tot nu toe aangezien voor uit de kluiten gewassen vrouwelijke kemphanen. De travestieten vertonen volop homoseksueel gedrag: ze paren met mannetjes.
Honkman en satelliet Er zijn nu drie soorten mannetjeskemphanen. Eerder werd al bekend dat er twee typen mannen bestonden: een type ‘honkman’ dat op baltsplaatsen een territorium verdedigt en een type ‘satelliet’ dat geen honk verdedigt, maar op en rond de baltsplaats scharrelt en door de honkmannen wordt getolereerd. De drie type mannetjes verschillen niet alleen in uiterlijk en gedrag, maar ook genetisch. Een ‘derde man’ was eerder slechts bekend bij de zeepissebed, vissen en de hagedis. Zaad van andere mannen verdrijven De travestieten planten zich voort door incidenteel met vrouwtjes te paren, maar hebben ook een slimmere methode bedacht, denken de onderzoekers. De travestieten hebben een overvloedige spermaproductie. De onderzoekers denken dat ze voor nakomelingen zorgen door met hun eigen zaad het zaad van andere mannen te verdrijven. De ontdekking komt voor rekening van de Friese aardappelteler en vogelkenner Joop Jukema. Zijn bevindingen leidden tot een wetenschappelijk artikel van hem en Theunis Piersma, hoogleraar dierecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat deze week verscheen in Biology Letters. Bron: Het Laatste Nieuws“