“We weten nog weinig over hoe transgender personen zaken oplossen in de familie”, zegt Henny Bos. Bos (1963) is 1 februari aan de Universiteit van Amsterdam benoemd tot hoogleraar Sexual and Gender Diversity in Families and Youth. Ze hoopt met onderzoek bij te dragen aan positievere attitudes tegenover transpersonen en meer weerbaarheid bij transpersonen.

“De mogelijkheden in transgender families zijn divers”, zegt Henny Bos. “Houd je je transitiegeschiedenis verborgen als je kinderen krijgt of vertel je het hen. Of misschien had je al kinderen toen je in transitie ging. En dan zo’n woord, transitie. Ik had het er pas met Thomas Steensma van het VU genderteam over. Wat je onder transitie verstaat, kan zo verschillen.”

“En ja, kinderen krijgen na transitie is niet meer uitgesloten. Tien jaar geleden was dat een afgesloten hoofdstuk, maar nu zijn er mogelijkheden. Het wordt wel steeds meer een issue, want mensen die in transitie willen, worden steeds jonger. Dan moet je je afvragen: wat betekent dat voor mijn kinderwens?”

“Transpersonen zitten wat dit betreft in een vergelijkbare situatie als lesbische vrouwen in de jaren 80. Het zou niet goed zijn voor de kinderen, twee moeders. Dat werd toen gezegd. Een voorbarig oordeel, want hoezo? Moet je dat niet eerst onderzoeken? Hetzelfde geldt voor transgender personen. Er kwam in de jaren 90 een lesbische babyboom, de mannen liepen achter in die emancipatie.”

Wie is Henny Bos

Wie is Henny Bos? “Ik was aanvankelijk een mavo-leerling”, vertelt ze. “Na de havo deed ik een lerarenopleiding levensbeschouwing en geschiedenis en later koos ik voor pedagogiek aan de Universiteit Utrecht. Toen ik aan het einde van mijn studie nog ruimte had, volgde ik er vrouwenstudies en homostudies. En daarna raakte ik bevangen door onderzoek. Ik werkte samen met Theo Sandfort die later naar Columbia University is vertrokken. Ik werk nog steeds met hem samen.” In de afgelopen weken bijvoorbeeld, ze is net terug uit de VS.

“In 2004 ben ik gepromoveerd op lesbisch ouderschap. Na een postdoc werd ik universitair docent en daarna universitair hoofddocent (ze geeft onder meer onderwijs over gezin en samenleving) en nu ben ik dus hoogleraar. Ik moet er nog steeds een beetje aan wennen, hoogleraar.”

Ze geeft intussen nog steeds onderwijs en doet voornamelijk onderzoek naar homo en lesbisch ouderschap. Dat onderzoek wil ze nu uitbreiden naar transgender ouderschap. Of breder: ouderschap van transgender en gender non-conforme personen. “Er worden veel aannames gedaan die geen basis hebben”, vertelt ze. “Bijvoorbeeld dat er alleen een gezin ontstaat als je een man en een vrouw hebt. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet, maar je moet het niet maar voorbij laten gaan, zo’n mening of uitspraak. Door dat te benoemen doorbreek je al een automatische vooroordeel. Dat is belangrijk.”

Contact

“Behalve trans of gender non-conforme ouders, kun je ook trans of gender non-conforme kinderen hebben. Je rol als ouder is belangrijk voor het psychosociale welbevinden van de kinderen. Het maakt veel verschil als kinderen een goede relatie met de ouders hebben en met name een slechte relatie met de vader heeft veel invloed. Hoewel er verschil is bij een jongen of meisje.”

“De volgende vraag is: wat kun je eraan doen? Hoe kun je bijvoorbeeld een negatieve attitude bij ouders aanpakken? Dan moet je ze bijvoorbeeld bewust maken van de dimensies in genderidentiteit, heteronormativiteit bij hen doorbreken en ook de peer group (vrienden en vriendinnen) niet uitsluiten.”

“Een attitudeverandering kan lang duren. Generaties. Lastige boodschap als je transgender jongeren moet vertellen, wacht nog maar zoveel jaar voor de vooroordelen weg zijn. Dat wil je toch niet. Moeilijk, maar soms kun je toch op korte termijn al heel gemakkelijk resultaat boeken.” Bos verwijst naar de Contact Theory (Allport, 1954). “Dat betekent in dit geval dat hoe meer transgender personen je kent in je omgeving, hoe positiever je over hen gaat denken. Hoe simpel kan het zijn!”

“Maar goed, dat moet je dan wel organiseren, contact. Als het niet lukt om regelmatig contact met homo of transgender personen te regelen, kun je ook reflecteren. Stel je voor bijvoorbeeld dat je in een bus een leuk gesprek hebt met iemand, heel positief, en die vertelt dan transgender te zijn. Hoe reageer je? We doen dit onderzoek nu bijvoorbeeld op mbo-scholen. Hoe is de attitude en hoe kun je die positiever maken? Zoiets kun je ook bedenken voor de ouders.”

Omgaan met stigmatisering

“Tegelijk, zolang de heteronormativiteit nog een gegeven is, moet je jongeren, transgender of gender non-conform, ook leren goed om te gaan met negatieve attitudes en stigmatisering. Er bestaat bij hen een groter risico op psychosociale problemen zoals depressie, angst, verminderde eigenwaarde en suïcidale gedachten. In de VS is een programma voor afro-amerikaanse jongeren en later ook voor homoseksuele volwassen mannen ontwikkeld, Esteem. Hoe kun je negatieve ervaringen omzetten en hoe kunnen deze je dan sterker maken? Dat zou je kunnen aanpassen voor transjongeren.”

“Mijn toekomstdroom?”, vraagt ze. “Als ik weg mag dromen, dan hoop ik dat we hier aan die twee zaken kunnen werken: de attitudeverandering tegenover lhbti’ers en de weerbaarheid bij die lhbti’ers of, met andere woorden, de omgang met stigmatisering. Ik hoop dat ik een team van misschien twintig onderzoekers hier bij Pedagogische en onderwijswetenschappen (Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen) daarbij kan betrekken. En natuurlijk hoop ik dat Nederland beter scoort in de ILGA-index (nu 11e in Europa als het gaat om lhbti-rechten).”

*) De negatieve attitude tegenover lhbti’ers is vaker onderzocht. Wat ligt er achter homo- en transfobie? Zo concludeerden Laurens Buijs, Gert Hekman en Jan Willem Duyvendak dat er vaak twee belangrijke motieven te vinden zijn als het gaat om geweldsdelicten tegen homoseksuele mannen. Daders noemen feminien gedrag dat hen stoort of ze noemen de angst om verleid te worden door het slachtoffer.

 

Tekst: Ton van den Born

Website: www.tonvandenborn.nl met blog. Twitter: @tonvandenborn / en redacteur van www.continuum.nl met Twitter @hetcontinuum.

Foto: Henny Bos COC Nederland

Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homoseksualiteit COC

COC Nederland is een Nederlandse belangenorganisatie van homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen, transgenders en mensen met een intersekse-conditie, kortweg lhbti’s.Wikipedia

Opgericht: 1946

https://www.coc.nl/

Vorig artikelEmoji een genderneutrale familie en een genderneutraal koppel
Volgend artikelZomer kriebels in mijn buik

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in