Geen Kritiek is de afstudeersolo van Benjamin de Wit. Hij kreeg er tijdens het Internationaal Theaterschool Festival (ITs) de Philip Morris Scholarship 2001 voor. Begrijpelijk, want De Wit laat met deze voorstelling zien wat hij in zijn mars heeft. Geen Kritiek is een mooie, broze voorstelling, waarin De Wit een vrouw speelt die langzaam wordt vermorzeld door een ziekte. Ze zegt niet wat voor ziekte ze heeft, alleen dat alle vrouwen in de familie er door zijn geveld. Ze kan haar gedachten niet meer ordenen. Ze kan de juiste woorden niet meer vinden. En haar geheugen werkt zeer selectief. Alzheimer misschien. Haar handen liggen krom en stram in haar schoot.
Als student is de verleiding groot met een flink dramatisch stuk af te studeren, zodat al het acteertalent uit de kast kan worden getrokken. De Wit heeft voor het tegenovergestelde gekozen. Zijn voorstelling is zeer persoonlijk, de tekst is gebaseerd op interviews die hij had met zijn moeder. Hij speelt een sympathieke, eenvoudige vrouw, wier wereld maar klein is. Ze heeft geen groots en meeslepend leven geleefd. Als kind kreeg ze bericht dat haar poedel was overreden door een groentekar, dat is ongeveer haar meest dramatische herinnering. Verder heeft ze een mooi leven gehad, ze was tevreden. Haar moeder was geen zachte vrouw, en ze mocht niet veel, van haar ouders niet, en van haar man niet. Maar ze was tevreden met haar zeven zonen. Aan een van hen vertelt ze deze verhalen, voor hem probeert ze haar gedachten te ordenen, met een afwezige glimlach. ‘Ja, Ali, ineens was je er. Ik lag in het ziekenhuis en – ploep – daar was je dan.’ Mooi hoe De Wit de vrouw speelt zonder effectbejag, zonder opsmuk. Zijn harige benen steken onder een rok uit, hij draagt een beetje lippenstift. Genoeg, om te doen geloven dat hier een vrouw spreekt, een ziek vogeltje. Begrijpelijk dat Ivo van Hove De Wit vroeg bij Toneelgroep Amsterdam te komen spelen. Toch valt er ook wel wat aan te merken op Geen kritiek. Het begin en het eind van de voorstelling zijn willekeurig. Deze vrouw kan nog uren flarden gedachten en herinneringen oprakelen. Van het poedeltje hopt ze naar de voetbalwedstrijd Spanje tegen Malta. Het volgende moment heeft ze het weer over de zondagsschool en haar geloof. Daardoor dwaal je als publiek – net zoals de vrouw zelf – regelmatig af in gedachten. Opvallend detail was dat er geen enkele man in het publiek zat. Theater Bellevue t/m 1 april 2005 Bron: Het Parool 25 maart 2005“