Robin wist als peuter al dat ze geen jongetje, maar een meisje was. Ze is het derde kind in Nederland dat een sekseverandering onderging. ‘Ik voel me nog gewoon mezelf.’
Met een pijnlijk gezicht gaat Robin (18) wat verzitten. ‘Gaat het?’, vraagt Eline, Robins moeder, bezorgd. ‘Ja hoor, gaat wel. Ik wilde alleen even wat beter bij de overbuurjongen naar binnen kunnen gluren’, lacht Robin. Vanaf het eerste moment dat ze met haar moeder hun nieuwe woning betrok, begon het gesjans al, met de buurjongen. Robin heeft alle tijd om de boel goed in de gaten te houden, want ze is herstellende van een operatie die haar definitief tot vrouw heeft gemaakt. ‘Mensen vragen of ik me nu herboren voel’, zegt Robin. ‘Maar dat is niet zo. Ik voel me nog gewoon mezelf, alleen vrijer en opgelucht. Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe het voelt om man te zijn.’ Enkele weken geleden onderging ze haar geslachtsveranderende operatie, ze is de derde in Nederland die op zo’n jonge leeftijd is geopereerd. Het is een mogelijkheid die voortvloeit uit de puberteitsremmende medicijnen die ‘genderdysfore’ kinderen (kinderen die zich niet thuis voelen in het lichaam waarin ze geboren zijn) sinds een jaar of tien voorgeschreven kunnen krijgen. De medicijnen voorkomen de lichamelijke ontwikkeling van alles wat kenmerkend is voor het geslacht, zoals de baard in de keel, hoekige kaken, of de vorming van borsten en ronde heupen. Onomstreden is de behandeling niet. Tegenstanders vinden het niet goed om kinderen op zo’n jonge leeftijd zo’n ingrijpende keuze te laten maken. Voorstanders benadrukken dat kinderen die puberteitsremmers niet zomaar krijgen: jaren van onderzoek door deskundigen gaan eraan vooraf. Ze vinden het een gemiste kans om iemand volledig te laten uitgroeien tot man of vrouw, als er overduidelijke signalen zijn dat het kind zich niet thuis voelt in zijn lichaam. En die tekenen zijn vaak niet te missen. Wachten tot de typische geslachtskenmerken zich openbaren, vinden ze zonde. Baardgroei, baard in de keel, borsten en heupen zijn achteraf moeilijk weg te krijgen. Bovendien komt de normale lichamelijke ontwikkeling, in het onwaarschijnlijke geval van een vergissing, alsnog op gang zodra gestopt wordt met de puberteitsremmers. De discussie werd tien jaar geleden beslecht ten gunste van de voorstanders. Inmiddels zijn de eerste kinderen geopereerd. Al sinds Robin zich bewust is van zichzelf, en dat was ze al in haar peutertijd, weet ze het zeker: ze is een meisje, geen jongetje. Moeder Eline vertelt: ‘Toen Mila, Robins zusje, net was geboren, zette ik Robin wel eens op de commode als ik Mila een schone luier omdeed. Op een gegeven moment, Robin was ongeveer drie, zat hij er in zijn blootje bij. Hij keek eens goed, ik zag zijn hoofdje gaan: van zijn zusje, naar zichzelf. Hij raakte compleet buiten zinnen. ‘Hij moet eraf, hij moet eraf!’, schreeuwde hij, terwijl hij als een gek probeerde zijn piemeltje eraf te trekken.’ In de periode rond de operatie hield Eline ’s nachts een dagboek bij. Daarin schreef ze een paar weken geleden: ‘Mondjesmaat vertel ik je over wat je allemaal te wachten staat als je straks geopereerd wordt. Je wil er liever niet over praten maar ik merk dat als ik je er in kleine brokjes over vertel, je het behappen kan. Ik beloof je na de operatie gruwelijk te verwennen. En ik druk je op het hart dat je de verzorging van je lichaam serieus moet nemen. Verder verzorg ik je helemaal. Alles moet het beste van het beste zijn, zodat het daar niet aan zal liggen. We huren dvd’s, kopen tijdschriften en ik ga heerlijke gerechten voor je maken, zodat je snel kunt aansterken. ‘Maar als ik diep naar binnen kijk bij mezelf, dan hoop ik dat ik dit allemaal kan waarmaken. Ik ben zo moe. Nu al. Ik slaap al weken slecht. Ik maak me zorgen. Niet omdat ik, zoals veel mensen denken, straks geen zoon meer heb, maar een dochter. Nee, ik maak me zorgen over datgene waarover iedere ouder zich zorgen zou maken als zijn kind een zware operatie moet ondergaan: narcose, snijden, bloed, hechtingen. Dat soort dingen. En dat je straks moet spoelen en dilateren (oprekken en openhouden, MH). Dat je pijn gaat krijgen. Veel pijn. Dat je zal schrikken van je opgezwollen vagina. Dat je zal zien dat alles bont en blauw is. Dat ik dat niet kan zien. Dat ik dat niet wíl zien.’ Toen Robin nog een peuter was, probeerden zijn ouders hem tegen beter weten in te interesseren voor jongensachtig speelgoed. Op zijn vierde verjaardag kreeg hij een piratenschip. ‘Ik was blij verrast toen ik hem ermee zag spelen, ik had verwacht dat hij er niets aan zou vinden’, zegt Eline. ‘Maar toen ik wat beter keek, bleek een van de piraten een sluier aan te hebben. Hij was een zij geworden, en gaf haar jawoord aan de kapitein. Enkele minuten later hadden ze een babypiraatje. Die tijd, Robins peuter- en kleutertijd, is het moeilijkst geweest. Omdat het voor ons zo vreemd was. Het vermoeden dat je kind een transseksueel zou kunnen worden, is een angstig idee. Je weet niet wat je boven het hoofd hangt.’ Robins ouders kregen hier problemen over. Zijn vader vond dat Eline Robin te ver liet gaan in zijn meisjesgedrag. Toen Robin 5 was, gingen ze uit elkaar. Sindsdien bemoeit hij zich niet meer met de opvoeding.
‘Al die jaren de injecties, de hormonen, de pesterijen, de depressies’ |
In het dagboek schrijft Robins moeder: ‘Je moet zo veel overhebben voor iets wat iedereen gewoon zomaar krijgt van moeder natuur. Je zegt dat je er sterker van bent geworden, maar het is hoe dan ook zwaar. Loodzwaar. Dat doet me pijn. Al die jaren de injecties, de hormonen, de pesterijen, de dreigementen, de depressies en de frustraties… En dat alles omdat je geen keus hebt. Je kunt niet géén vrouw zijn. Wanneer gaat iedereen dat begrijpen? Je moet hier doorheen en ik wou dat ik het kon overnemen. Ik huil. Ik hou van je.’ De wens van Robin om geen piemel meer te hebben, is wel eens minder sterk geweest. Ook al ging hij sinds zijn 6de als meisje door het leven, er waren zelfs jaren dat hij er trots op was een jongen te zijn, gewoon omdat hij lekker in zijn vel zat. ‘Ik kan er ook niets aan doen dat ik zo mooi ben’, is een van zijn gevleugelde uitspraken van toen. Robin werd op de basisschool geaccepteerd zoals hij was. Als er op school een verdeling werd gemaakt tussen jongens en meisjes, zoals tijdens het gymmen, deed Robin mee met de groep die hem op dat moment het best uitkwam. Iedereen wist het, iedereen vond het prima. Op de middelbare school veranderde dat. Robin: ‘Ik heb het in de eerste klas eerlijk verteld. Dat gaat dan natuurlijk meteen de hele school rond, met alle pesterijen van dien. Afschuwelijk vond ik dat.’ En dan waren er nog de dagelijkse ongemakken. ‘Hoe verberg je je piemel als je in een los fladderjurkje wind tegen hebt?’ Op beelden van de Gay Pride zag zijn moeder mannen die hun geslacht met tape naar achteren vastplakten. ‘Dat leek me niet zo fijn.’ Uiteindelijk vond ze op internet correctieslips voor travestie. ‘Ideaal was het niet. Ik was er voortdurend mee bezig. Met hoe ik moest zitten, liggen, staan of lopen, zodat je maar niets zag.’ Dus toch maar die operatie. ‘Je kunt niet je hele leven puberteitsremmers blijven gebruiken. En de maatschappij vindt dat je óf man óf vrouw moet zijn. Het is het een of het ander. Dat gebrek aan acceptatie is voor mij een belangrijke reden geweest om het toch door te zetten.’ Die moeilijke acceptatie uit zich op allerlei manieren, vertelt Eline. ‘Laatst waren we aan het winkelen in een andere stad, waar Robin zich anoniem voelde.Ik zag haar veranderen. Van een onzeker, ineengedoken meisje in een zelfbewuste vrouw. Ze liep rechtop, keek opgewekt uit haar ogen en ze had sjans bij het leven. Maar in de trein terug veranderde ze weer in dat onzekere meisje.’ Niet voor niets, zo bleek. ‘Vieze kerel!’, riep een stel jongens haar na toen ze op de fiets naar huis zaten. ‘Ik zag haar knokkels wit worden aan het stuur. En om haar mond kwam dat trekje, zo typisch als ze nerveus of boos is’, zegt Eline. ‘Ik wilde terug, kon die jongens wel sláán. Maar Robin is verstandig. ‘Laat gaan’, zei ze, ‘stakkers zijn het.’’ Dat Robin ooit als jongetje geboren werd, is niet te zien. Ze is prachtig. Ze heeft ronde vormen, lang glanzend haar, een gladde blozende huid, volle lippen, sprankelende ogen omlijst met lange wimpers en perfect gebogen wenkbrauwen. Maar ze woont in een kleine stad, waar de verhalen in relatief kleine kring rondzingen. En dat leidt tot roepen en nawijzen. Of erger: anonieme doodsbedreigingen, internetpesterijen en regelrechte agressie. Robin krijgt vrouwelijke hormonen sinds haar 16e, ze heeft er behalve ronde heupen een mooi stel borsten van gekregen. Maar al eerder kocht ze haar eerste bh. ‘Een bordeauxrode. Alle meisjes uit mijn klas waren daarmee bezig. Maar ja, ik had natuurlijk niks. Ik had dan voor de vorm van die sporthesjes aan, maar die hadden nogal brede banden. En ik wilde ook van die mooie smalle bandjes. Gelukkig ben ik vrij vlezig, dus met een push-up-bh werd het nog wel iets. Toen door de hormonen echte borsten begonnen te groeien, was ik zielsgelukkig. Om de haverklap liet ik mijn moeder mijn vorderingen zien. Apetrots.’ Maar haar broek hield ze tot dan toe altijd aan. Ook thuis. Altijd.
‘Zo bijzonder, wie maakt dit nou met haar dochter mee?!’ |
En nu, nu is Robins transseksualiteit, zoals het officieel heet, een feit. Robin: ‘Ik háát dat woord. Ik ben geen transseksueel, ik ben een vrouw. En altijd al geweest. Ik ben intens opgelucht dat de operatie achter de rug is. Een van de dingen waar ik me het meest op verheugde, was mijn bikini. Die heb ik laatst voor het eerst aangetrokken. En je zag niets! Helemaal niets! Maar ik voel me niet getransformeerd, want ik voel me niet anders dan voorheen.’ Uit het dagboek van haar moeder: ‘Je operatie voelt als een ziekte die bestreden moest worden, als een tumor waarvan je nu verlost bent. Het gaat er niet meer om dat je nu vrouw bent. Dat ben je allang! Je gebruikte deze week zomaar het woord transseksueel. Maar eens zei je in grote wanhoop: ‘Dat woord krijg ik mijn mond niet eens uit! Als ik mijn hersenen hier op tafel leg, dan ben ik dat, verder niks.’ Dat was toen zo verhelderend voor mij. Je bent geen transseksueel. Je bent een vrouw! Wat dit hele fenomeen betreft ben jij degene die mij heeft opgevoed, in plaats van andersom.’ Zo kan het gebeuren dat Eline bij een seksshop staat om voor haar dochter een vibrator te kopen. Van 4 centimeter dik, als het kan. Zo rechttoe rechtaan mogelijk, zonder ribbels of andere poespas. Robin moet twee keer per dag 20 minuten ‘dilateren’, zoals dat heet. Met de vibrator moet ze haar vagina openhouden en oprekken. ‘Op naar de apotheek en Etos,’ schrijft Eline opgewekt. ‘Vaginale douche, katheter, héééél zacht toiletpapier, glijmiddel, speciaal ondergoed, alle soorten maandverband… En tot slot naar Christine le Duc voor een vibrator. Dat heb ik maar alleen gedaan, dan kon ik vrijuit praten met de verkoopster. In de trein terug hebben we het ding al even bekeken. Je grapte er een hele verzameling van te willen hebben. De kleur champagne beviel je. Ik zag dat je hier geen moeite mee had.’ ‘Nu loop ik dus door het huis, terloops met een vibrator in de ene hand, een fl esje olie in de andere,’ vertelt Eline. ‘En het volgende moment ben ik aan het stofzuigen, terwijl zij in haar kamer met de vibrator ligt te dilateren. In eerste instantie wilde ik het niet zien, het resultaat van de operatie. Ik durfde gewoon niet. In het ziekenhuis had ik die plas bloed in haar bed gezien; dat beeld kwam telkens bij me op. Maar op een gegeven moment lag ze op bed en vroeg ze of ik wilde kijken. Ze moest me echt overhalen. Maar toen ik eenmaal durfde te kijken, wist ik niet wat ik zag. Het is prachtig! Natuurlijk moeten de zwellingen nog een beetje verdwijnen, maar het ziet er nu al heel mooi uit, gewoon als een vagina.’ De eerste weken hielp Eline met de wondverzorging van Robin. Ze moest elke dag haar vagina spoelen, omdat Robin te zwak was om het zelf te doen. Daarover schrijft ze: ‘Die intieme details maakten de weken van je verpleging voor mij zo speciaal. Je eerste lichterotische gevoelens tijdens het reinigen, hoe je daar vragen over stelde (‘Is dat normaal, mam?’). En de intieme vragen die je me stelde, waarbij ik me soms afvroeg of ik dat wel wilde vertellen. Maar ook ‘gewone’ vragen over vagina’s, hoe ze eruitzien en hoe ze werken. Je ontdekt je eigen lichaam in sneltreinvaart. Iets wat je normaal toch in je eentje doet, in een geleidelijke ontwikkeling. Wij doen dit nu samen. Gister heb je alles voor de eerste keer durven aanraken. Van die dingen. Zo bijzonder, wie maakt dat nou met haar dochter mee?!’ Nog een reden voor Robin om zich toch te laten opereren, was seksualiteit. Op haar 15de kreeg ze een vriendje. ‘Na een tijdje heb ik hem verteld hoe het zat. Ik vond dat ik hem dat verplicht was, hij was zó verliefd. Hij schrok enorm en moest huilen. Maar hij zei dat ik voor hem toch de persoon bleef op wie hij verliefd was geworden. Seks hadden we niet echt. Zoenen deden we wel, en hij wilde ook verder, maar daarvoor schaamde ik me te veel.’ Ook later, met andere jongens, kwam het niet echt tot seks. Er gebeurde wel eens wat, maar Robin keek wel uit het verder te laten gaan. Veel te bang dat hij iets zou merken. Ze is dus nog maagd. ‘Nou ja, maagd…’, voegt ze er grappend aan toe, ‘noem dat maar maagd, met al die vibrators elke dag.’ Bovendien zou daar binnenkort zomaar verandering in kunnen komen, want met de buurjongen heeft ze inmiddels verkering. ‘Als het goed is ziet alles er normaal uit, straks, als het is genezen. Tot die tijd zal hij moeten wachten. Hij vindt het wel cool geloof ik, dat ik daar niet zo snel in ben. ‘Zo’n mooi meisje als jij’, zei hij. Hij weet van niets, en ik ga het hem voorlopig ook niet vertellen. Dan ben ik wéér die meid die eerst een jongen was. Ik ben een vrouw, altijd al geweest.’ De operatie Frank Niessen is de plastisch chirurg die Robin heeft geopereerd. Hij werkt aan het VU Medisch Centrum in Amsterdam en het Esthetisch Centrum Amsterdam. Hij legt uit hoe zo’n operatie in z’n werk gaat: ‘In de allereerste aanleg, in de baarmoeder is een jongetje gelijk aan een meisje. Daardoor zijn bij mannen ook nog wat vrouwelijke kenmerken aanwezig. En dat is handig, want ook bij mannen is voelbaar waar de schede had gezeten als het een vrouw was geweest. Het is een iets zachtere plek tussen de anus en het scrotum. Daar komt dus de holte van de vagina. Het grootste deel van de penis wordt hergebruikt om de vagina mee te construeren. De ‘binnenbekleding’ van de vagina wordt voor de ene helft gemaakt van een deel van de balzak, die we naar binnen vouwen, in de holte. De andere helft van de binnenbekleding bestaat uit de huid van de penis, waarvan alleen de huid, zenuwen en bloedvaten bewaard blijven. ‘Iemand wordt echt vrouw op het moment dat we de testikels weghalen. Ook de zaadstreng en de zwellichamen worden verwijderd, anders zouden de zwellichamen bij opwinding de schede kunnen dichtdrukken. De huid van de penis wordt in de lengte doorgesneden, binnenstebuiten gekeerd, in de holte gevouwen en aan de huid van de balzak vastgenaaid. Binnenstebuiten omdat het weefsel van de binnenkant van de penishuid direct tegen het weefsel van de holte aan moet zitten, zodat het kan vastgroeien. De holte is gemiddeld 15 centimeter diep. ‘Voor de clitoris en de plasbuis moet een kleine uitsparing worden gemaakt in de penishuid, die inmiddels over het schaambeen heen is getrokken en naar binnen is gevouwen. De clitoris wordt geconstrueerd van de rand van de eikel, het gevoeligste deel. Daar snijden we een soort bloemknopje van. Omdat de zenuwbanen van de penis gespaard blijven, kan de vrouw fysiek gezien gewoon een orgasme beleven. De kleine schaamlippen maken we van de voorhuid en van de rest van de eikel, en de grote schaamlippen van wat er over is van de huid van het scrotum. ‘Het resultaat verschilt per keer, maar al met al wordt het heel mooi. Als je het niet weet, zie je niet dat het geconstrueerd is.’ De namen Robin, Eline en Mila zijn op verzoek gefingeerd Bron: De Volkskrant 23 januari 2007 tekst Meike Huber fotografie Judith van Ijken