Frederique_ schreef:kim dietrich schreef:Hij stelt dat op blz 84 e.v. en het is op zichzelf een heel helder en duidelijk stukje. Travestieten zeggen dat, maar je moet dat met een korreltje zout nemen, vindt hij en zijn argumenten lijken me duidelijk en overtuigend.
Ter aanvulling: de conclusie staat volgens mij in de laatste alinea: "Duidelijk is dat men bedoelt dat men het
onder bepaalde condities en
op het moment dat men zich omkleedt niet kan laten. En dat is wanneer de gelegenheid zich voordoet en men zich doorgaans of gespannen voelt of seksueel fantaseert over travestie". Dat is natuurlijk wel een andere conclusie dan dat travestieten als ze dat zouden willen (of in het belang van hun partner) het in alle omstandigheden weken/maanden/jarenlang zouden kunnen onderdrukken - want ik ben er ook van overtuigd dat dat niet kan en ik kan me ook niet voorstellen dat Vennix dat bedoelde (nogmaals: let ook op de titel van z'n brochure serieuse
noodzaak).
Dan het punt of door toegeven aan de travestie-behoefte die travestie-behoefte groeit. Ik denk dat de belangrijkste vraag erachter is: "is iemand travestiet/transgender/transseksueel (iets wat aanwezig is en er dus altijd op de een-of-andere manier uit zal komen - goedschiks of kwaadschiks) of is het iets dat groeit naarmate je er wel aan toegeeft." Als ik op mijn eigen ervaring afga is het iets dat altijd al bestaan heeft en ik denk niet dat dat gegroeid is naarmate ik verder aan het zoeken gegaan ben. Het is wel voor de buitenwereld veel duidelijker geworden, het is ook iets waar ik sinds ik het erken veel beter mee om kan gaan waardoor ik me beter voel en dichter bij mijzelf leef, het is ook iets waarbij de angst om het verder uit te zoeken afgenomen is waardoor ik nieuwe stappen durf te zetten - zelfs stappen waarvan ik in het begin dacht dat ik die niet nodig zou hebben. Misschien
lijkt het daardoor groter dan in de periode dat ik het met angst liep te onderdrukken. Ik ben er alleen ook van overtuigd dat het niet groter
is.
Hoe zit dit bij jou?
Groetjes,
Frederique
Hallo Frederique,
Vennix trekt uiteindelijk 2 verschillende conclusies waarvan de eerste wel lijkt te kloppen en bij de tweede heb ik mijn twijfels. De eerste conclusie is dat een travestiet in tegenstelling tot wat hij doorgaans stelt, travestie wel degelijk achterwege kan laten en dat ook laat namelijk in al die situaties waarin hij geen tijd heeft, geen gelegenheid of waarin de sociale controle het onmogelijk maakt. Wel dat lijkt me een ervaringsfeit en daar zijn we het dus allemaal over eens. En dit wordt ook nog eens door de gegevens die Vennix verzamelde duidelijk ondersteund.
De tweede 'conclusie' die hij verderop en ook op andere plaatsen ook wel stelt, is dat je travestie niet moet opkroppen, want dat zou gevaarlijk zijn. Hij stelt dat met de nodige nadruk maar hij heeft daar eigenlijk niet echt overtuigende gegevens voor. Wel doet hij soms alsof hij die gegevens wel heeft. Die tweede 'conclusie' is dus eigenlijk meer een aanname, een geloof. Ik noem dat het stoomketelmodel.
Als je niet tijdig aan travestie doet, loopt de druk in de ketel op en .... boem!
De strekking is dus: travestieten, onderdruk het niet, maar doe het regelmatig anders gebeuren er ongelukken.
Het gekke is nu dat hij op andere plaatsen helemaal niet uitgaat van dat stoomketelmodel, maar van een leermodel. Zo'n leermodel kan namelijk alles heel simpel verklaren. En dat stoomketelmodel verklaart eigenlijk helemaal niets, behalve dan die boem als je niet tijdig aan travestie doet. Hij is dus in feite wat gemakkelijk. Als het zo uitkomt: hup, het stoomketelmodel. Als het even anders uitkomt: hup, het leermodel.
Maar als een travestiet dat travestiegedrag in bepaalde situaties achterwege kan laten (conclusie I) dan lijkt het wat dat betreft heel normaal situatief bepaald gedrag. En dat pleit duidelijk voor dat leermodel. Want als het stoomketelmodel zou gelden, zou je verwachten dat een travestiet het soms als het ware zou begeven en opeens waar de visite bij is, beginnen zou zijn bh aan te trekken. En dat soort dingen hoor je eigenlijk niet zo vaak.
Vervolgens heb je in het boek van Vennix, maar ook op andere plaatsen, heel veel citaten uit interviews met travestieten. En in een hele reeks van dat soort citaten kun je lezen van een soort travestie 'ontploffing', maar -- en dat is essentieel -- pas toen er gelegenheid was en men er mee begon. Dat suggereert dus dat als je een keer de smaak te pakken krijgt, je het veel vaker gaat doen of wilt gaan doen. (Waarom trouwens ook niet als travestie leuk is en dat blijkt het uit het onderzoek onmiskenbaar te zijn.)
Tenslotte heb je dan nog de gegevens van b.v. Vennix zelf. Die lijken mij vrij duidelijk, maar Vennix ziet het dus vanuit een totaal andere invalshoek. Ik citeer hier een stukje van een notitie die ik daarover maakte.
De antwoorden op de 2 vragen naar hoeveel men in travestie is en zou willen zijn, correleren onderling hoog positief (.57). De tijd dat men dus in travestie is, voorspelt voor een belangrijk deel, hoeveel men in travestie wil zijn.
Wel is het zo dat er een grote discrepantie bestaat tussen de werkelijke tijd en de gewenste tijd. Men zou graag veel meer in travestie willen zijn dan de tijd die men werkelijk in travestie verkeert.
Dit lijkt me een uitermate belangrijk punt. Wanneer men veel tijd in travestie is, wil men dus vervolgens nog langer in travestie zijn. Wanneer men weinig in travestie is, wil men wel graag meer in travestie zijn, maar is het streefdoel beperkter. Kennelijk is het dus zo, dat hoe meer men in travestie is, hoe meer men in travestie wil zijn. De verboden vrucht smaakt kennelijk goed en naar meer.
Wanneer men dus zijn travestie wil beperken, moet men daar zo weinig mogelijk aan toegeven. Deze simpele conclusie staat echter lijnrecht tegenover wat Vennix aanbeveelt.
Nu kan ik natuurlijk ook niet strikt bewijzen dat het leermodel klopt en de stoomketeltheorie niet. Maar wat we nu hebben, lijkt me allemaal wel vrij duidelijk ten gunste van het leermodel.
Nu de vraag: Kun je nu travestie jarenlang onderdrukken? Nee, dat kan natuurlijk niet op die manier. Vergelijk het met afvallen. Eten is lekker en ook een manier om je goed te voelen. Afvallen is niet even honger lijden maar voortdurend honger hebben. Op die manier gaat dat dus binnen de kortste keren mis. Je verliest je zelfcontrole en je stopt je vol. De volgende keer verlies je nog gemakkelijker je zelfcontrole dus het gaat van kwaad naar erger en je gaat schuldig voelen bovendien.
Maar Irene weet vast wel een oplossing te verzinnen zodat het na een tijdje wel lukt. Ik moet er wel bij zeggen dat ik dit overigens best vrij ver vind gaan. Op basis van vrijwilligheid en voor onderzoeksdoeleinden heb ik er geen probleem mee, maar ik zou het niet zondermeer als standaardmethode willen propageren.
Dan de vraag: groeit die travestie d.w.z. is er een soort ontwikkeling. Wat jij vertelt Frederique bevestigt dat dus eigenlijk allemaal. Je voelt het misschien anders, maar de ontwikkeling die je ziet is er onmiskenbaar.
Dan jouw vraag: hoe zit dit bij mij?
Ja, dus. Ik heb op travestiegebied een gigantische ontwikkeling doorgemaakt (ik denk dat je het zo wel mag stellen in mijn geval). Ik heb ongeveer alles gedaan en geprobeerd dat je kunt bedenken en al weer een hele tijd geleden heb ik in feite gekapt. Als het zo uitkomt voor een avondje of een middag zal ik me keurig verkleden zoals je dat ook doet voor een receptie, maar de beroemde/beruchte drang is weg.
En is dat jammer? Ja, ergens best wel, maar het is ook wel weer lekker rustig. Alle nadelen hebben hun voordeel.
En tot nu toe ben ik dus niet ontploft, maar dan kun je zeggen dat ik extreem stressbestendig ben of dat het niet meetelt omdat er dus niet voldoende drang was.
Kortom, ik hoop dat er even iets is om over na te denken.
Groetjes,
Kim D.