Het onderscheid vervaagt
Niet de positie van de vrouw, maar juist die van de man roept vragen op, nu het onderscheid tussen de seksen verflauwt, vindt Dorien Pessers.
Laait de oorlog tussen de seksen weer op? Uit de militante pamfletten en discussies op de opiniepagina’s in deze en andere kranten, ontstaat wel die indruk. De arbeidsemancipatie van vrouwen stagneert door hun hardnekkige voorkeur voor deeltijdbanen. De top van de arbeidsmarkt blijkt voor vrouwen onhaalbaar.
Seksediscriminatie komt nog steeds veelvuldig voor. De overdadige aanwezigheid van pornografische beelden in de stedelijke ruimte, op televisie en internet degradeert vooral vrouwen tot willoze en wezenloze slachtoffers. Huiselijk geweld is in Nederland – blij - kens gegevens van het ministerie van Justitie – het omvangrijkste geweldsdelict en wordt in veruit de meeste gevallen door mannen gepleegd.
Veel allochtone meisjes en vrouwen leven nog steeds binnen de beperkingen van een patriarchale cultuur.
Redenen genoeg, zo lijkt het, om in actie te komen. Toch lijkt de herhaaldelijk aangekondigde derde feministische golf maar niet te willen aanzwellen. Schuilt er achter de cijfers en de beelden misschien een andere werkelijkheid? Een werkelijkheid die wellicht kan verklaren waarom het feminisme – in de westerse wereld althans – geen klassieke aanvalsobjecten meer heeft? Want staan er tegenover de malaiseverhalen niet evenzoveel succesverhalen van vrouwen?
Taboe
Getalsmatig zijn vrouwen inderdaad ondervertegenwoordigd in de top van de arbeidsmarkt, maar hun reële macht uit zich mede in de toenemende feminisering van de arbeid. Alleen aan de bovenkant en de onderkant van de arbeidsmarkt bestaan nog beroepen met een uitgesproken masculien karakter.
In het middensegment daarentegen is steeds minder ruimte voor traditionele mannelijkheid.
De diensteneconomie en communicatietechnologie hebben de organisatie van de arbeid ingrijpend veranderd. Werkgevers vragen om feminiene werknemers die kunnen luisteren en samenwerken, en die vooral empathisch georiënteerd zijn op de wensen van publiek en klant. In de publieke sectoren van het onderwijs, de gezondheidszorg, de rechtspleging en de cultuur drukken vrouwen mannen inmiddels ook getalsmatig naar de achtergrond.
Of dat een onverdeeld gunstige ontwikkeling is, is overigens de vraag. Er bestaat een groot taboe om sommige negatieve effecten van de arbeidsdeelname van vrouwen te bespreken. Voor veel vrouwen is de dubbele belasting van arbeid en zorg – om zeer begrijpelijke redenen – gewoon te zwaar. Van hen kan geen volledige betrokkenheid op het werk worden verwacht.
In de gezondheidszorg leiden de vele parttime banen tot een vergroot risico van communicatiestoornissen bij de overdracht van patiënten. Artsen wijzen daar al jaren op. In het onderwijs zijn de schaduwzijden van een vrouwelijke dominantie het zichtbaarst. De socialisering van jongens is tot aan hun volwassenheid vooral in handen van vrouwen gekomen. Vrouwen ontkennen liever het driftleven van jongens dan dat zij jongens leren hun driften te beheersen en te sublimeren. Vrouwen begeleiden leerlingen liever dan dat zij deze krachtig leiden.
De omstreden onderwijsmethoden van het nieuwe leren – waarin het autoritaire docent-leerlingmodel is afgeschaft ten behoeve van een horizontaal model van coaching – zijn typisch vrouwelijke methoden.
Het wekt daarom geen verbazing dat steeds minder mannen in het onderwijs willen werken. Dat de schoolprestaties van jongens achterblijven bij die van meisjes, en dat ook steeds minder jongens voor exacte vakken kiezen, kan mede worden verklaard door hun socialisering in een gefeminiseerd onderwijssysteem.
Ook in de politiek is de invloed van vrouwen en vrouwelijke waarden onmiskenbaar aanwezig, maar ook daar is hun invloed niet altijd een onverdeeld genoegen.
De huidige, vrouwelijke Kamervoorzitter probeert de mannelijke Kamerleden als schooljongens te disciplineren in plaats van hun het vrije debat te gunnen.
De vrouwelijke voorzitter van de commissie die de kandidatenlijst van de PvdA samenstelde, meende dat een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen belangrijker is dan de kwaliteit van de kandidaten.
Het kabinet-Balkenende meent als een moeder te moeten luisteren naar de burgers en wil vooral de mannelijke burgers heropvoeden tot kleinburgers die veilig vrijen, niet te hard rijden, matig drinken, niet roken, gezond leven, en op tijd thuis zijn om voor de kinderen te zorgen. Waar zijn de piraten gebleven, de charmante boeven en de Rhett Butlers, die vrouwen zo in verrukking konden brengen?
Was de gezinssfeer altijd al de plaats waar vrouwen de feitelijke macht konden uitoefenen, inmiddels hebben zij daartoe ook de juridische mogelijkheden. Echtscheiding wordt in veruit de meeste gevallen door vrouwen aangevraagd.
De kinderen worden in de meeste gevallen aan de moeders toegewezen.
Buiten het huwelijk bepalen vrouwen wie zich de vader van hun kind mag noemen, als zij al juni 2007 Nummer0 0pagina’s een vader voor hun kind wensen.
De angst van mannen om hun kinderen te verliezen als zij door hun vrouw worden verlaten, leidt niet zelden tot een welhaast vrouwelijke inschikkelijkheid bij mannen.
De ontkoppeling van voortplanting en seksualiteit heeft ook voor vrouwen de rol van seksualiteit veranderd en tot een zelfstandige bron van lust en plezier gemaakt.
De seksualisering van onze cultuur wordt zeker niet alleen door mannen veroorzaakt. Vrouwen blijken als producent en consument van harte deel te nemen aan de pornocultuur, vaak zelfs zo platvloers dat de Amerikaanse journaliste Ariel Levy van female chauvinist pigs spreekt.
Onder druk
Wij vroegen ons af wat er overblijft van de traditionele mannelijke identiteit wanneer deze niet alleen onder druk wordt gezet door de succesvolle emancipatie van vrouwen, maar ook door een niet minder succesvolle emancipatie van homo’s. Leiden feminisering en normalisering van de homoseksualiteit niet tot vervaging – ofwel homogenisering – van het sekseverschil?
Wat moeten we bijvoorbeeld denken van het feit dat mannen tegenwoordig meer geld aan kleding uitgeven dan vrouwen en dat de verkoop van cosmetica voor mannen met 30 procent per jaar stijgt? Of van het feit dat steeds meer mannen zich ontharen en zich daarmee ontdoen van hun primaire tekens van viriliteit, dat ze juwelen dragen, en cosmetische chirurgie ondergaan?
Worden mannen gemanipuleerd door geraffineerde marketingstrategieën?
Of geeft de brede acceptatie van homoseksualiteit ook aan heteromannen de ruimte om hun passieve en ambivalente kanten te tonen?
Wat we zeker niet als verklaring moeten uitsluiten is de rol van designers en hun commerciële opdrachtgevers die lifestyles en identiteiten op de markt brengen die maar al te vaak slaafse navolging vinden. En ten slotte rijst de vraag wat de gesignaleerde feminisering en homoseksualisering van onze cultuur betekent voor de relaties tussen mannen en vrouwen.
We legden deze vragen voor aan wetenschappers, dedicated followers of fashion en psychotherapeuten.
Er kwamen uiteraard geen eenduidige antwoorden, maar wel werd bevestigd dat er sprake is van vervaging van het sekseverschil.
De metroseksuele man lijkt vooralsnog het prototype van de nieuwe man te worden. Hij be - houdt zijn heteroseksuele oriëntatie, maar koketteert met feminiene en homoseksuele attitudes en attributen. Volgens sommigen heeft de metroseksueel zelfs de homoseksueel als stijlicoon voorbijgestreefd.
Een zachte, zorgende en verzorgde man is voor sommige feministen de realisering van hun dromen.
Maar wat betekent deze vervaging van seksuele identiteiten voor de cultuur?Was juist niet het stimulerende sekseverschil de bron van culturele dynamiek en dialectiek?
Nog steeds is de – freudiaanse – stelling niet weerlegd dat cultuur voortkomt uit sublimatie van de mannelijke seksualiteit in normerende ideaalbeelden als de Held, de Hemelbestormer, de Grensverlegger.
Maar deze productieve ideaalbeelden lijken te zijn vervangen door een excessief geseksualiseerde beeldcultuur die permanente instantbevrediging biedt en het beste van de mannelijkheid vernietigt.
De vraag die resteert is hoe representatief de conclusie van dit katern is. Is er over een brede linie sprake van homogenisering van het sekseverschil, of doet dit verschijnsel zich vooral voor in de randstedelijke cultuurindustrie?
En hoe diepgaand is het verschijnsel?
Rijst de klassieke mannelijkheid weer op zodra de economische verhoudingen veranderen, zodra er een einde komt aan de langdurige vrede, of zodra rampen ons land treffen en vrouwen en kinderen weer als vanouds voorrang krijgen? De kwestie leek ons in elk geval interessant genoeg om voor te leggen aan de lezers van de Volkskrant.
De maatschappelijke positie van de vrouw is een onderwerp waarover de Volkskrant al vele jaren op allerlei manieren bericht.
De tweede emancipatiegolf bracht een ontwikkeling op gang die nog niet is uitgekristalliseerd.
Nog steeds debatteren we over de vraag hoe ver de economische zelfstandigheid van vrouwen moet reiken of over de vraag hoe we moeten omgaan met de vrouw als lustobject. Blijkens de reacties is het een onderwerp dat veel Volkskrantlezers (m/v) aan het hart gaat.
Maar hoe houdt de man zich eigenlijk onder dit geweld?
Daarover schrijft de krant veel minder.
Verandert zijn positie en zo ja, hoe? Vindt hij dat prettig of niet? We mogen aannemen dat de verstandhouding tussen man en vrouw verandert, nu vrouwen geacht worden een andere rol te spelen. Wat is daarvan de weerslag op de samenleving?
Verandert die probleemloos mee?
Rechtsfilosofe Dorien Pessers, jarenlang gewaardeerd columnist van de Volkskrant, gaat in deze speciale bijlage op zoek naar antwoorden op deze vragen.
Na historicus James Kennedy en landschapsarchitect Dirk Sijmons is zij de derde gasthoofdredacteur van de speciale bijlage Stand van het Land. We kennen haar als een onverschrokken denker die niet aarzelt gevoelige onderwerpen kritisch te onderzoeken. Indien nodig spreekt ze zich helder uit. Haar contraire columns leverden de Volkskrant altijd veel heftige reacties op. Daardoor wist je: Dorien Pessers raakt aan vragen waar lezers echt mee worstelen.
Ook ditmaal hoop ik dat zij ons allemaal aanzet tot zelfonderzoek en tot een kritische beschouwing van ontwikkelingen in de samenleving. Dan is de opzet van deze Stand van de Seksen geslaagd.
Dorien Pessers
Gasthoofdred a cteur Dorien Pessers is in 1951 geboren in Tilburg, waar ze rechten heeft gestudeerd.
Ze was universitair docent vrouwenstudies in Nijmegen en Amsterdam.
In 1987 richtte zij met anderen het Clara Wichmann Instituut op. In 2001 werd ze benoemd tot hoogleraar rechtstheorie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam.
Daarnaast werkt ze als hoofddocent aan de juridische faculteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Dorien Pessers was columnist van de Volkskrant van 1992 tot 2001.
Nadien bleef ze zich mengen in het publieke debat, onder meer over beroepseer.
Eén nietig Y-chromosoom
Door Ben van Raaij
De man is een gemankeerde vrouw – genetisch gezien. Het ene Y-chromosoom dat zijn sekse bepaalt, is kwetsbaar en zit vol met fouten. Maar het verschil met de vrouwelijke genen is na miljoenen jaren evolutie onoverbrugbaar.
fouten. Maar het verschil met de vrouwelijke genen is na miljoenen jaren evolutie onoverbrugbaar.
Het grootste ‘kleine verschil’ in de wereld, dat tussen man en vrouw, is in al zijn bana liteit nog lastig te definiëren. Natuurlijk, in het dagelijks leven volstaat meestal het uiterlijk: iemand ziet er uit als man of vrouw. En anders kun je het altijd nog vragen: iemand voelt zich man of vrouw.
Lichamelijke geslachtskenmerken en ‘gender-iden titeit’ komen echter niet altijd overeen: je kunt er uit zien als man maar je vrouw voelen, en omgekeerd.
En dan zijn er nog mensen die door een speling van de natuur kenmerken van beide seksen vertonen – maar zich toch volkomen man of vrouw voelen.
Koren op de molen dus voor iedereen die het sekseverschil graag relativeert. Bijvoorbeeld omdat het meer cultureel dan biologisch zou zijn bepaald.
In de genetica echter is, zoals elk biologieboek uitlegt, het verschil tussen man en vrouw glashelder: X of Y. Mensen hebben 23 paren chromosomen, met daarop de genen waarin de erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Elk paar is vrijwel identiek, alleen de geslachtschromosomen wijken af. Vrouwen hebben twee X-chromosomen, van elke ouder één, mannen een X van moeder en een Y van vader. Eicellen hebben één X, zaadcellen X of Y. Bij de bevruchting leidt een Yzaadcel derhalve tot een jongen, een X-zaadcel tot een meisje. Vrouwen zijn dus XX, mannen XY.
X en Y zijn het startpunt van de geslachtelijke differentiatie – de embryonale ontwikkeling tot man of vrouw – en daarmee de basis vrouw – en daarmee de basis van alle sekseverschillen, inclusief seksuele oriëntatie, gender, hersenen en gedrag.
X en Y bepalen ook in hoeverre we aan onze biologie kunnen ontsnappen.
Curieus zebravinkje
Maar dat we over een X- en een Y-chromosoom beschikken, is evolutionair toeval, stelt Anton Grootegoed, hoogleraar voortplanting en ontwikkeling aan het Erasmus MC. ‘Sommige diersoorten, zoals krokodillen, hebben helemaal geen geslachtschromosomen.
Zij laten niet X en Y, maar temperatuurverschillen in hun nest bepalen uit welk ei een mannetje of een vrouwtje komt.’
Bij een voorouder van de huidige zoogdieren ontstond 300 miljoen jaar geleden in de evolutie echter een nieuw gen dat de seksebepalende rol van temperatuur overnam. Als dat gen op een bepaald chromosoom zat, ontstond er bij de bevruchting een mannetje.
Zo niet, dan een vrouwtje.
Dit nieuwe geslachtsbepalende gen, het SRY-gen, bood een groot evolutionair voordeel, zegt Sjoerd Repping, klinisch embryoloog aan het AMC in Amsterdam en expert in het Y-chromosoom. ‘Het is namelijk erg riskant om je seksuele differentiatie te koppelen aan zoiets onzekers als temperatuur. Het SRY-gen maakte soorten dus onafhankelijker van hun omgeving.’
Het chromosomenpaar met het SRY-gen werd het oer-prototype van de huidige geslachtschromosomen: een chromosoom met het gen (Y) en een zonder (X). De twee begonnen te evolueren, tot ze na miljoenen jaren zo sterk verschilden dat ze seksespe - cifiek waren geworden.
Het Y-chromosoom specialiseerde zich het sterkst, legt Repping uit. Daarbij gingen andere genen verlo - ren, tot er nog maar enkele over waren. Doordat Y van vader op zoon ongewijzigd overerft, stapelden zich in de loop der tijd ook veel foutjes op. Het resultaat is een klein, kwetsbaar en welbeschouwd nogal zielig chromosoom.
Deze Alleingang van X en Y heeft volgens Grootegoed indirect de evolutie flink bevorderd. ‘In principe had een simpel genetisch mechanisme volstaan om twee geslachtsklieren, testes en ovaria, te doen ontstaan. De evolutie heeft echter een spelletje gespeeld en de genetische verschillen tussen de seksen veel groter gemaakt dan nodig was.’
Het seksebepalende SRY-gen is in feite een simpele schakelaar, legt Repping uit. ‘Als SRY aanwezig is, dan ontstaat uit de bevruchte eicel een man. Is het afwezig (of kapot), dan ontstaat een vrouw, ongeacht andere genen.’
SRY zet een ‘cascade’ van genen in werking. Het loopt alle chromosomen af en zet er genen aan en uit, waardoor het embryo zich in mannelijke richting begint te ontwikkelen. Bij afwezigheid van SRY vormen zich eierstokken, baarmoeder en vagina, en wordt het brein vrouwelijk aangelegd.
De ontwikkeling tot vrouw is dus bijna de ‘stan - daard’, de ontwikkeling tot man de afwijking. Hoewel de vrouw al sinds Aristoteles een ‘o nv o l l e d i g e man’ heet, is het omgekeerd, meent Grootegoed.
‘Een man is een geviriliseerde vrouw, dankzij testosteron – agressief, lastig te controleren spul. Vrouwen hebben twee stabiele X-chromosomen en weinig tes tosteron, mannen één nietig Y-chromosoom en véél testosteron. Bij hen kan dus veel meer misgaan.’
De rol van testosteron blijkt bij het androgeen ongevoeligheidssyndroom, een defect waardoor de receptor voor testosteron niet werkt. Dat leidt tot zoge heten XY-vrouwen: genetisch man, met inwendige testikels en zonder eierstokken en baarmoeder, maar uiterlijk en gevoelsmatig vrouw.
Testosteron stuurt ook de seksespecifieke ontwikkeling van het brein, inclusief seksuele oriëntatie en gender, zegt hoogleraar neurobiologie Dick Swaab (Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen).
Al spelen ook directe genetische effecten mee.
De genen achter het brein werden fraai proefondervindelijk aangetoond door een curieuze zebravink, die blijkens zijn verenkleed links mannelijk en rechts vrouwelijk was. Dat moest dus wel genetisch bepaald zijn, aldus Grootegoed. ‘Een hormoon kan zich nooit tot één lichaamshelft beperken.’
Als Microsoft en Apple
Of het nu genen zijn of hormonen, stelt Swaab, man en vrouw worden met anders geprogrammeerde breinen geboren. Als je ze in plakjes gesneden onder de microscoop bekijkt, vertonen mannen- en vrouwenhersenen andere structuren en verbindingen. Zo zijn bij vrouwen de linker- en de rechterhersenhelft meer verbonden.
Dit vertaalt zich ook in functionele verschillen. In de scanner lichten mannen- en vrouwenhersenen bij bepaalde prikkels anders op. Ook neurologische en psychiatrische aandoeningen manifesteren zich anders: zo komen anorexia en boulimia meer bij vrouwen voor, en treedt schizofrenie vaker op bij mannen.
Sekseverschil is er ook bij hogere hersenfuncties.
Vrouwen bijvoorbeeld zijn gemiddeld beter in taal, mannen in wiskunde, abstracties en ruimtelijk inzicht, zegt Swaab. ‘Vrouwen praten beter, mannen lezen beter kaart. Alle clichés zijn waar.’ Niet dat een van beide seksen slimmer is: ‘Het is meer als het verschil tussen Microsoft- en Applecomputers. Ze presteren in veel opzichten hetzelfde, maar hebben voor bepaalde functies elk hun voordelen.’
Grootegoed vermoedt op intellectueel vlak een invloed van X en Y. Op het X-chromosoom liggen genen die te maken hebben met hersenontwikkeling en cognitie. Vrouwen kunnen daarvan twee kopieën inzetten, van beide ouders één, mannen maar één, van hun moeder. ‘Misschien verklaart dit waarom vrouwen intellectueel meer naar het gemiddelde neigen, en mannen naar de extremen: meer genialiteit, maar ook meer zwakbegaafdheid.’
Veel man-vrouwverschillen manifesteren zich al vanaf de vroegste kindertijd, zoals opvoeders vaak verbluft constateren. Swaab: ‘Jongetjes kijken één dag na de geboorte al bij voorkeur naar voorwerpen, meisjes naar gezichten. Jongens spelen met autootjes, meisjes liefst met poppen, ongeacht hoe je ze stimuleert. Jonge aapjes hebben dezelfde stereotiepe voorkeur. Dat gedrag heeft blijkbaar miljoenen jaren lang voordeel opgeleverd.’
Biology rules, lijkt het. Of kunnen we die aangeboren sekseverschillen in de opvoeding nog bijstellen?
Swaab gelooft er niets van. ‘Veel verschillen zijn evolutionair te verklaren, en verdwijnen dus niet zom a a r. ’ Een feministische opvoeding zal met enorme inspanningen hooguit marginaal resultaat behalen.
‘Alle pogingen meisjes naar exacte studies te krijgen zijn ook mislukt.’
Wat eenmaal in het brein is geprogrammeerd, is bijna niet te veranderen. ‘Denk maar aan homoseksualiteit.
Dat heeft men in het verleden ook op allerlei manieren ongedaan willen maken, met bestraffing, operaties, hormonen, elektroshocks, psychotherapie.
Het heeft allemaal niks uitgemaakt.’
De Britse geneticus Bryan Sykes hoopt op een drastische opheffing van het sekseverschil: het uitsterven van de man. Volgens Sykes, in zijn boek Adam’s Curse, stapelen de mutaties in het Y-chromosoom zich, mede door milieuverontreiniging, zo op dat het over vijfduizend generaties (125 duizend jaar) totaal zal zijn gesloopt. Exit man.
Volgens Grootegoed loopt het niet zo’n vaart. ‘Het klopt dat Y steeds meer genen verliest, maar we hebben nog miljoenen jaren te gaan. Bovendien probeert Y de afbraak met trucs te remmen.’ Repping acht het verdwijnen van Y pas denkbaar als de mens overstapt op een nu nog ondenkbare manier van voortplanting zonder zaadcellen. ‘Dan valt de noodzaak van Y weg en krijg je een totaal andere selectiedruk, bijvoorbeeld op feministische criteria.’
Gooren: ‘De verschillen tussen de seksen zullen niet veranderen, alleen de rollen die de seksen spelen.
Uiteindelijk verschillen die hippe mannen die je met hun kind in een buggy ziet rondrijden, in mannelijkheid, gender en seksuele oriëntatie amper van een moslim die tien meter voor zijn vrouw uitloopt.’
De kans dat mannelijkheid verdwijnt onder invloed van een feminiserende maatschappij is uitgesloten, meent Swaab. ‘Mannelijke eigenschappen laten zich niet onderdrukken. Zo gauw sociale normen wegvallen, flakkert het testosteron weer op. Kijk maar naar oorlogssituaties. Daar vallen mannen direct terug in het agressieve machogedrag van de chimpansee.’
Genetica
’Wie de zichtbare verschillen tussen man en vrouw onderzoekt, ontkomt niet aan een inventarisatie van het biologische onderscheid.
Waarin verschillen man en vrouw in genetisch opzicht? Zijn die verschillen een gegeven? En klopt de bewering dat het mannelijk chromosoom gevaar loopt vanwege de milieuverontreiniging?
Een rondgang langs diverse geleerden biedt daarover uitsluitsel.’
Bron: De Volkskrant 25 juni 2006